meubelen
ocm~
10 JAAR
beien
Friesland Bank
Uw eigen bank
Lezers klommen in de pen
POPPEKAST
Uiteraard volgden vele toekijkers
de capriolen van Jan Klaassen,
zoals die door de heer Sybrandi
werden gebracht. Op woensdag
en zaterdagmiddagen bracht ik
uren bij de Waag door. Zo ook de
heer Y. van Zandbergen uit
Grouw. Vele jaren later leerde ik
die kennen door mijn goochel-
hobby, die Zandbergen als semi-
prof beoefende. Hij trad op onder
de naam prof. Bergini. In Grouw
had hij een sigarenwinkel, was
tevens fotograaf. Op zeker mo
ment werd ook hij geïnspireerd
en kon zijn goochelprogramma
uitbreiden met een poppenspel,
waarbij natuurlijk Jan Klaassen
de hoofdfiguur was. Eveneens
was er een verhaal met een ko
ning, een heks en een prins.
Bovendien kon Bergini buik
spreken. Daarbij zat een blauw
gekleed knechtje, "Watse" op
z'nknie. Heel Friesland doorwas
Bergini op feesten en partijen.
Dit was van 1925 tot zelfs na de
oorlog.
Zo ik zei goochelde ik en ik had
een "los Chinees nummer" on
der de naam Amekpyr, ontstaan
door m'n naam van voren naar
achteren te lezen. Door die hobby
ontstond een vriendenclub van
goochelaars, waarvan Bergini
voorzitter was.
Een andere poppenkastspeler was
Tjerk Noordbruis. Ook deze was
buikspreker. Met wel liefst twéé
poppen. Vooral vlak na de oorlog
oogstte hij succes. Tijdens de
oorlog ondergedoken bij zijn
schoonouders in de Weerd, vlak
tegenover H. Mellema de mees-
terfotograaf, kon hij de Weerd
"overwippen" en bij de heer
Mellema het vak leren. Na de
oorlog emigreerde hij naar Au
stralië en heeft daar nu een foto
zaak. Tijdens een vakantie naar
Friesland, zocht hij me Op en
vertelde dat hij ook kindervoor
stellingen had gegeven in Au
stralië.
Eveneens na de oorlog gaf Frits
Hoeksma poppenkastvoorstel-
ASSEN LEEUWARDEN
GRONINGEN ZWOLLE
lingen. Ook hij emigreerde naar
Australië, maar keerde terug.
Tientallen kindervoorstellingen,
waarbij ook goochelen, buik
spreken en zelfs een nummer op
een zingende zaag als aanvullin
gen zorgdenstaan op zijn naam
Het was een sympathieke kinder
vriend die op 3 sept. 1978 is
overleden. Tenslotte Berend van
der Veen. Woonde in de Bomia-
straat en was 's zomers kapper op
Schiermonnikoog. Vertoonde
voor de oorlog een sprookjes-
poppekast. Daartoe huurde hij
een zaaltje en wanneer hij van een
bepaalde recette zeker was dan
ging de voorstelling dóór. Het
was een Fries programma. Uiter
aard trad hij alleen 's winters op.
Tesanren met z'n vrouw waren ze
"Barend en Matsje". Z'n sym
pathieke blonde dochter, die ook
meespeelde is helaas jong over
leden.
Het "Lyts Frysk Toaniel" was
een begrip in Friesland. Barend
schreef veel eenacters in het
Fries. Hoewel het niet met pop
penkast te maken heeft, meen ik
dat naast Lammert Popma, de
bekende Vendumeester en wol
winkelier, die ook Friese pro
ducties maakte, zeker een reliëf
van Barend in de Harmonie niet
mag ontbreken. Men is namelijk
van plan een galerij van Friese
spielders te realiseren.
Sneek
PANWERK
R'ma
Bij het zien van de foto van het
Panbakkerspoortje in 't Kleine
Krantsje van 13 september kwamen
er weer vele herinneringen naar bo
ven. De naam is wel degelijk goed,
want er was daar vroeger aan de
Dokkumer Ee op het eind van het
steegje een grote fabriek van dak
pannen. Bedrijfsleider was daar
Van Vliet, die woonde naast de fa
briek - hij was de overgrootvader
van de tegenwoordige artiest Van
Vliet. Later kwam er een pakhuis
voor kunstmest en alles ging over de
Dokkumer Ee.
Er woonden plusminus tien tot vijf
tien gezinnen, onder wie Bouke
Mendel, die gebruikte het land, dat
doorliep tot het Pieterseliewaltje.
Als het voorjaar was en de radijs
was klaar, dan gingen wij met "een
ben", een kleine, wijde korf, met
radijs op stap om te verkopen. Een
bosje kostte een paar centen en dan
waren wij wat groots als alles ver
kocht werd, dat vlotte de ene keer
beter dan de andere keer.
Later is daar het Mariahof ge
bouwd. Mendel had ook nog een
groentekar, waarmee hij 's morgens
ging venten, ik meen naar de om
streken van de Spanjaardslaan, dat
was toen voor ons, bewoners van
het Oldegalileën, de deftige kant
van Leeuwarden.
Als jongens hielpen wij Mendel 's
morgens bij het opladen van de
groenten en wanneer hij even weg
ging om te eten moest een van de
jongens natuurlijk zo lang oppas
sen. Ook waren we na schooltijd
wel op het land te vinden om te
helpen, dat was fijn werk, hoewel ik
me niet kan herinneren, dat we daar
veel voor kregen. De tijden waren
toen niet zo best.
Op het Panwerk werkten ook een
paar mannen, die daar dicht bij
woonden. Daar was een Dek, die
woonde naast Elsinga in het tweede
huis naast het Poortje, dan was er
een Bosma, die woonde op de
Drooge Haven. Zijn vrouw was het
Leeuwarder Nieuwsblad, die wist
altijd de laatste nieuwtjes. Ze werd
ook wel Lange Lena genoemd, want
de vrouw was groot en fors.
Dan was er ook nog Split, de latere
brugwachter van de Vlietsterbrug.
Die kon zo lekker mopperen, vooral
wanneer er een jongen voor hem
liep te fluiten, wat in die tijd veel
werd gedaan.
De mensen hadden 's middags maar
een goed uur schaft. Wie een eind
weg woonde had daar maar net ge
noeg aan. Er werden lange dagen
gemaakt.
Ook later woonden er nog bekende
mensen, zoals de familie Schiphof.
Dan Visser, de kippenkoopman en
Postma, een handelaar in kleinvee.
Van de andere bewoners weet ik
niet veel. Het is ook al zo lang gele
den, maar dit kwam weer even bo
ven drijven. Mendel had meen ik
vier dochters en de oudste was een
zoon, A. Mendel, die heeft nog ja
ren in de Singelstraat gewoond op
de hoek van de Looierstraat.
Later misschien nog iets over het
Pieterseliewaltje, want dat is een
hoofdstuk apart. Er is daar op en bij
het Oldegalileën zoveel gebeurd in
onze jaren!
Surhuisterveen
S. Dijkstra
Wanneer de heer Dijkstra zegt
"de naam Panbakkerspoortje
was wel degelijk juist" geldt dat
alleen voor wat de volksmond
betreft. De officiële naam was
Panwerk; dat stond ook op het
blauwe straatnaambordjedat tot
het laatst in het poortje gezeten
heeft. Het Oud Panwerk was een
groepje huisjes op de plaats van
Men kent er de Friese
verhoudingen en is bereid
plaatselijke en provinciale
belangen te dienen.
G-AULEEe-Q K ELI?K
"1 d"U
Het interieur van de Galileërkerk, naar een tekening van Johannes Elsinga.
We hadden vroeger het Panwerk en het Oud Pdnwerk. Dit is een tekening
van het Oud Panwerk, een romantisch hoekje.
de huidige Esdoorn- en Dennen
straat en dan hebben wij bij de
Nieuweburen nog de Pottebak-
kersplaats gehad. Panbakkers
poortje heeft in Leeuwarden als
officiële straatnaam niet bestaan
Red. 't KL Kr.
DE GLEISTERKERK
Er is onlangs in 't Kleine Krantsje
nogal wat geschreven over de
Gleisterkerk. Daar heb ik ook nog
een herinnering aan, maar als ik er
aan denk buig ik in schaamte nede
rig mijn hoofd. Maar goed, het is nu
ook alweer zo'n zestig jaar geleden
en vergeven en vergeten werd ons
ook daar geleerd, dus
Ik ging als jongen altijd braaf met
m'n ouders naar die Gleisterkerk,
maar pikte het wel zo in, dat ik met
een vriendje op de kraak mocht
plaatsnemen, onder voorwaarde,
dat we rustig moesten zitten en goed
moesten luisteren. Nou, dat kwam
natuurlijk altijd klaar.
We zochten de laatste hoogste bank
uit en hadden dan een prachtig over
zicht op de gemeente en daar voel
den we ons aardig vrij. Eens op een
zondag boften we geweldig, we
hadden de hele bank tot onze be
schikking.
Nu speelden we vroeger vaak met
zogenaamde ijzeren bakkerts, dikke
ronde kogels. Het toeval wilde, dat
ik zo'n zwaar ding in m'n zondagse
pakje had en het duurde dan ook niet
lang of m'n vriend en ik begonnen
dat ding stiekem naar elkaar toe te
rollen, terwijl de predikant ons de
zegen gaf.
Eerbiedig hadden we het -spel even
gestaakt, maar of die zegen ons te
lang duurde, ik weet het niet meer,
maar we begonnen maar weer te
rollen, tot er iets mis ging. Wiens
schuld het was weet ik ook niet meer
(de schrik komt me wéér in de be
nen), maar het zware ding koos z'n
eigen weg en rolde Boem!! rrrr
boem!! de hele lange afhellende
vloer af. naar voren
Misschien duurde de hele reis van
die bakkert slechts tien seconden,
maar voor mijn gevoel duurde het
wel tien uren. Door de klap gingen
alle deemoedig gebogen hoofden
tegelijk omhoog, als werden ze met
een touwtje aangetrokken, inclusief
dat van dominee, die van schrik half
in zijn zegening bleef hangen en
moeite had de draad weer op te vat
ten.
Angstig was op dat moment die
doodse stilte, maar toen er verder
niets gebeurde begonnen de eerste
gemeenteleden alweer te hoesten en
kon de dienst voortgang vinden.
Maar wat was er in die enkele se
conden wat door het hoofd van de
kleine zondaar heengegaan! In een
angstvisioen had ik beneden al
kerkgangers zien liggen, onder het
bloed, getroffen door het geweld
van mijn bakkert, ik zag me al als
een moordenaar tussen twee po
litieagenten opgebracht worden, en
ik voelde me al het huis uitgejaagd
worden - al die dingen gingen mij
vervolg op pag. 5