DICKVANDERHEIJDE JR/REKLAME
TOEN WE NOG OP DE SCHOOLBANKEN ZATEN
LEZERS KLOMMEN
IN DE PEN
IN MEMORIAM J. C. VAN DAM
MULOSCHOOL AAN DE WISSESDWINGER
11
adviesbureau voor rektame en publiciteit jozef isrsëlsstrast 10 leeuwarden 05100 24984
Deze foto van de eindexamenklas van de Muloschool 4 aan de Wissesdwinger uit
1947 werd ons toegezonden door onze abonnee, mevrouw Janny van der Wissel-de
Boer te Roden, die ons het volgende schreef:'Al verschillende keren ontmoetten we
meester of" meneer Heyneker"zoals wij hem noemden, in 't Kleine Krantsje. Met
het toezenden van deze foto kan de carrière van de heer Heyneker worden afgesloten
Zagen we hem niet in diverse functies, die hij in Leeuwarden bij het onderwijs heeft
doorlopen? Ditmaal een foto in zijn laatste functie als leraar aan de Mulo aan de
Wissesdwinger"Aldus mevrouw Van der Wissel, die ons de volgende namen
doorgeeft: achterste rij: Romke de Wit, een onbekende, Harm van der Bosch, nog
een onbekende, Janny de Boer, Arjen Vaartjes, Inie de Jong en Anne Keizer;
middelste rij: Jo Luhrs, Trijntje Hoekstra, Imie Oosterbrink, een onbekende, Alie
van der Let, Hinke Deelstra, Sjoerd Postma, Alie van der Laan, Sjoukje Reinalda,
Tinie Spoelstra en Venema met een vraagteken. Op de voorste rij: Trijntje Meijer,
Annie Bosker, Gezien Polet, een onbekende en Jaan van der Werf.
SCHOOL BU OLDEHOVE
In het Kleine Krantsje nummer 376
staat een prachtige foto van "de
Schippersschool" op het Oldehoof-
sterkerkhof. Nou weet ik net of dat
later een schippersschool is ge
weest.
Ik ben nu 77 jaar en ben in mijn
kinderjaren op de school geweest,
volgens foto. Dat was toen School 5
met de heer Boddé als bovenmees
ter.
Toen stond de Schippersschool in
het Sint Jobsleen, achter de Prin
sentuin, later een bewaarschool.
Ook mijn oudere zusters en broers,
Etta, Marie, Auke en Christiaan zijn
op School 5 geweest. Ze zijn alle
vier al overleden. Nu heb ik nog een
zuster Dina, zij is 73 jaar. Ze is ook
op School 5 geweest, maar weet
zich de school niet meer zo goed te
herinneren. We hebben alle zes bij
meneer Andringa gezeten.
Ik weet nog best, de eerste driejaren
zat ik bij mevrouw Rademaker, een
allerliefste juf. Ze liep dan tussen de
banken door en riep: "We schrijven
met de rechter hand, met de rechter
hand, enz."
In de 4e klas zat ik bij meneer An
dringa, dat was ook een aardige
man. Als we 's middags weer op
school kwamen zei hij vaak: "Wie
vanmiddag familiepudding eten het
mag weer naar huus toe gaan". De
vingers vlogen omhoog met de uit
roep: 'Tk Meester! ik Meester!"
maar dan zei hij: "jullie luisteren
niet goed naar mij", (vanilie pud
ding). In het speelkwartier vlogen
we om de Oldehove heen met de
schort bol van de wind. Soms waren
er mensen op de Oldehove en dan
riepen we: "heu i, gooi een cent
onder", in de hoop dat we een cent
in de schort opvingen, of we zoch
ten oude kiezen of tanden, die daar
wel lagen.
Dat grasveldje staken we over om
bij vrouw Knobbe in de Boterhoek
vooreen nutske salmiak drop te ko
pen dat kregen we dan uiteen kleine
vinger.
Naast de school was een touwsla-
gerij.
De deur bij het hek was een werk-
hok. Daar stond een pomp in die
stinkend water gaf. Daar mochten
we niet van drinken, want dat was
lijkenwater, werd ons wijs ge
maakt, maar voor smerige klompen
of schoenen kon het nog wel.
In de 5e klas werden we over ver
plaats naar de Bagijnestraat, waar
om weet ik niet, ik denk wegens
tekort aan lokalen. Je kon daar niet
zo mooi spelen. Meester Radema
ker van de 5e klas droeg altijd siga
renkistjes (soldatenschoenen), daar
heb ik menige schop van gehad. Dat
was niet leuk vooreen meisje, maar
het zal wel nodig geweest zijn.
De 6e klas ging over naar de
Schoolstraat, voorheen school 4,
daar zat ik bij meneer Adema, ook
een heel lieve man.
In de 7e klas zat ik bij meneer Dij-
kema. Dat jaar vloog om. Als we
goed ons best gedaan hadden, las hij
voor uit het boek Baron Vliegend
hert, hoe de wereld er in het jaar
2000 uit zou zien. Dan zouden er
vliegtuigen zijn, die konden dalen
waar ze wilden. Daar is veel van
uitgekomen, denk maar aan de heli
kopters.
Vele leeftijdgenoten zullen zich de
ze dingen nog wel herinneren. Met
hartelijke groeten aan allen van
toen, "leerlingen van School 5"
van meester Boddé.
Leeuwarden
I. van Eek-Kerkhof
vervolg van pag. 9
Fransen zien hem voor een spion
aan en smijten hem in de gevange
nis.
EXECUTIE
Er dreigt een executie zonder vorm
van proces; toch klaart de lucht weer
op - Jenson gaat terug naar het
front, hij wordt het slachtoffer van
een gasaanval, herstelt en consta
teert na driejaren in de loopgraven,
dat hij geen schrammetje heeft ge
had, wanneer eindelijk de kanonnen
zwijgen.
Met een verlofpas van veertien da
gen komt Jenson even naar Holland,
hij hoort dat intussen z'n vader
overleden is, hij meldt zich af in
Londen en als Juijen van Dam stapt
hij weer op de boot naar Canada.
Maar drie weken later is hij warem
pel weer in Leeuwarden terug en tot
hun verrassing zien de vrienden van
U.D.I. hem prompt opnieuw ver
trekken-weer richting Canada. Nu
gaat hij goed geld verdienen op een
papierfabriek in Ontario; toch trekt
weer het vaderland.
Opnieuw terug in Holland breken er
een aantal rustiger jaren aan: de heer
Van Dam wordt reiziger in rijwiel
onderdelen. Alles gaat goed tot
1940 - dan blijken de Duitsers nog
wel te weten wat hij in WO I heeft
uitgespookt. Met andere Engelsen
wordt hij geïnterneerd in een kamp
bij Schoorl. Daar wenst hij een SS-
er een plaats in de hel, de Engelsen
mogen naar huis, Van Dam gaat op
transport. Eerst naar een kamp in
Polen, dan naar de Frans-Zwitserse
grens, tenslotte, na vijf jaren ge
vangenschap, naar de Lünenbur-
gerheide. Hij ziet er tientallen
piepjonge Duitsers sneuvelen, maar
is zelf nog „redelijk wel" wanneer
de bevrijding komt.
In Holland terug ontsnapt hij op een
wonderbaarlijke manier aan de
dood, wanneer hij fietsend de Gro
ningerstraatweg oversteekt en door
een auto wordt geschept; nauwelijks
hersteld stapt hij als zes en zeven
tigjarige nóg maar eens op de boot -
hij was nog nooit in Nieuw Zeeland
geweest
Wie veel reist kan veel vertellen.
Welnu, dat heeft de heer Van Dam
dan ook gedaan. Voor de oorlog
verschenen er al tal van artikelen in
't Leeuwarder Nieuwsblad, na de
oorlog schreef hij, zoals gezegd,
heel veel in ons Kleine Krantsje.
Een aantal in het vroegere Frysk en
Frij verschenen verhalen is door
Uitgeverij Osinga gebundeld en
verscheen als pocket onder de titel
,,0p 'e bonnefoai de wrald yn" op
de markt.