JELLE
'TRALIËKLOM IN DE PEN
7
I
I
HERINNERINGEN
Heide's en de Pietersma's vormden
zo een heel aparte gemeente.
In de zomer kregen wij thuis voor de
oven de zogenaamde lange turf en
iedere week bracht een Rekers met
een handkar een lading spaanders
voor een dubbeltje de zak. In de
herfst werden er veel suikerbieten
en werd er ook veel pulp verladen.
Van de bieten kon je mooie doods
koppen maken. We holden ze uit,
sneden ogen en mond er in, deden er
rood papier omheen en dan een
kaars er in als het donker werd.
Ook speelden we veel in het zand,
waar we steil ingea in maakten en
elkaar met "sukerei" bekogelden.
Het was een beetje een afgelegen
plaats en de politie was nogal ge
moedelijk. De enige die ons de bal
len afpakte was een "Oldus"maar
Schotanus en Renkqna deden dat
niet.
RESPECT
Wie veel respect afdwong was de
zogenaamde, marechaussee Elzinga
die in de Torenstraat woonde. Hij
kwam geregeld langs in zijn blauwe
uniform met witte epauletten en de
sabel opzij. Op de jeugd maakte hij
veel indruk in die tijd.
Ook onze hoofdonderwijzer,
meester Koiter, had de wind er goed
onder - met harde handen, dat weet
ik me nog wel te herinneren.
De gasfabriek met als directeur Jo-
bing, maakte ook deel uit van een
gemeenschap, waar veel los arbei
ders werk vonden met graven en
leggen van buizen. De werkzaam
heden namen toen veel meer tijd in
beslag omdat alles nog met de hand
moest gebeuren.
Ik zie nog straatmakers als hulpje
een hele dag op de knieën in het
natte zand omwroeten.
Ook café Ti vol i nam voor de Hui-
zumers een grote plaats in als ont
spanningscentrum en de avonden
van It Aide Doarp waren erg gezel
lig. Naast het café was meen ik eerst
een theetuin met o.a. een draaimo
len voor de jeugd.
Het was ook altijd een feest als de
oude brug open moest voor hooi
pramen, waar dan mannen als Ger-
ke Kindermans, Sjoerd Landstra en
Frans Bosma in hun onderbroek op
stonden. Er werd dan hooi gehaald
van de bütlanden achter 't Hemrik
voor boer Visser en Zuiderveld. Het
gebeurde ook wel eens, dat er een
schip kwam vast te zitten, wat dan
een hele pret betekende voor de
jeugd.
BASCULEBRUG
De eerste basculebrug werd met een
ketting omhooggetrokken en de
brugwachter was Pieter Dam. Eens
hebben we als jongens de balast uit
de bak gehaald en in het water gede
poneerd. Er waren drie man voor
nodig om de klap weer omhoog te
brengen. Het was erg mooi te zien
hoe vlug hij weer naar beneden
kwam, toen hij halverwege was.
Als het ijs sterk was had ik een
bobslee, die wij gebruikten om de
mensen onder de brug door te trek
ken. Aan beide kanten hadden we
een vier meter lang touw aan de
einden van de slee en samen met
mijn broer trok ik dan de klanten
voor een cent per "rit" onder de
brug door. Ze moesten dan wel plat
op de slee liggen, maar hoefden niet
te klunen.
HARDRIJDERIJEN
Ook waren er hardrijderijen voor
werkelozen om spek én bonen en
schoolwëdstrijden. M'n broer was
nogal licht gebouw en niet zo sterk
in de schaatskunst, zodat hij niet
hoefde te schaatsen, maar mocht lo
pen. Maar hij kon beter op sokken
vooruitkomen dan menigeen op
schaatsen en werd daarom tot z'n
De opslag bij de gasfabriek was een bedrijvige plaats - geregeld werd hier zand en grint gelost.
ongenoegen door meester Koiter
met een "Kwatta van Breda" naar
huis gestuurd.
Veel tijd brachten we ook door in de
ijstent, waar Douna en familie cho
colademelk en koek verkochten.
Achter het Schooldijkje werd de
Wirdumervaart geveegd door Al-
bert van der Heide en zijn vrouw
Gjet stond dan in de tent met warme
melk en gezondheidssteken.
Mogelijk, dat ik nu veel dingen be
schreven heb, die vandaag de dag
nog gebeuren, maar we zitten al drie
en twintig jaar in het buitenland en
er zijn niet veel van de ouderen
meer, zodat je het contact verliest.
Toch zou ik graag via 't Kleine
Krantsje nog eens wat willen horen
van mensen, die dezelfde tijd in
Huizum hebben doorgebracht.
Melbourne
J. S. Hilverda
Ouwe Tietsje was een regelmatige verschijning in it aide doarp.
De jonges wete het al: er komt weer
een circus! Op 't groate plein is 't al
een drukte van belang en de wagens
riede af en an van 't station naar 't
Zaailand. Ongelooflijk groate keu
tels versiere de straten, waarop de
peerden, olifanten en andere bees
ten hun producten royaal uutsprei-
de.
De kleine jonges, die nog niet op
skool sitte, boffe: ze zweve de hele
dag over 't plein en binne dusoek de
eersten, die't het feest metmake.
Jelle kan er oek nog bij, want hij
mut pas het volgend jaar naar de
groate skool.
's Avonds komt ie thuus met de
meest fantastische verhalen over
wat ie allemaal deen het voor 't cir
cus. En wat ie sien het: de hele stad
hangt vol met kleurige biljetten van
wilde beesten en gekke pijassen.
Op 't plein hangt al de zoete geur
van hooi, strooi en peerdepoep,
want het allereerst bouwe se de
stallen op. Een fijne geur, zoas al
leen mar bij een cjrcus past.
En de jonges mutte helpe fanself,
het wudt wel niet betaald, mar 't is
toch mar een hele eer at je methelpe
magge. Zelfs "Jochem-voor-dub-
beltsje-oppe-kop" werkt met. Dat
is dan oek een groate kerel, die heel
wat verset en die sal wel vrijkaatsjes
krije!
't Is net of ie bij het circus hoort. Hij
skopt de jonges weg as se hem voor
de futen lope.
Jelle het hast gien tied om te eten en
dan mar gauw weer naar 't Saailand.
Intussen staat de groate tent al over-
end en binne se druk bezig de bin
nenkant in te richten. De jonges
wudde futjaagd, want se lope inne
weg, mar dan hét Jochem wat voor
se: "Jonges, jimme mutte allemaal
ouwe kranten ophale, hoe meer hoe
liever, dan krije jimme vrijkaats
jes!"
Oek Jelle gaat naar huus en skooit
de hele buurt af om ouwe kranten.
As ie 's avonds laat thuus komt met
groate stapels, vraagt Moeke: "Wat
mut dat met al die troep?" "Voor 't
circus", seit Jelle, mar Vader sit te
lachen. "Weest waar se die voor
bruke?" "Nee", seit Jelle, "mar
we krije er wel vrijkaatsjes voor!"
"Ah, wel nee ju", lacht Vader,
"die bruke se om de olifanten de
kont af te vegen at se skiete
En so had "Jochem-voor-dub-
beltsje-oppe-kop" de jonges mooi
te pakken had!
Enne Rozema