JELLE HERINNERINGEN AAN OUD-HUIZUM lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll MISVERSTAND ROND ROOSJE EN BETJE Als trouw lezer van ,,'t Kleine krantsje" word ik altijd weer ge boeid door de verslagen van diverse lezers over vroeger, over het oude Leeuwarden en - helaas - over het oude Huizum en dat woord helaas heeft dan te maken met het feit, dat het oude Huizum-er volgens mijn bescheiden mening te bekaaid af komt! Welnu dan, ikzelf ben geboren in 1921 op het Emmaplein, hoek Emmakade en heb vanaf mijn derde jaar gewoond in de Villa Bomia, het latere Bomia State en nog later de Bomia Kliniek in de Verlengde Schrans. Van 1927-1933 ben ik leerling geweest op de school in de Schoolstraat, mijn eerste onderricht ontving ik van wijlen Juffrouw De Jong, daarna van meester Van der Meer, later overgeplaatst naar Ter schelling als ik het goed heb, en tenslotte belandde ik in de hoogste klasse bij het hoofd der school de heer Frank. Wij noemden hem meester Knobbeloor vanwege het feit, dat hij een enorm opgezet oor had. De zanglessen begeleidde hij altijd op zijn viool. Tegenover de 'school bevond zich een garage, waarvan wij het perso neel zo plaagden, dat er dan enkele boosdoeners gepakt werden en voor kortere of langere tijd in de garage werden opgesloten. BOERDERUBRAND Verder herinner ik mij, dat er op de hoek van de Huizumerlaan en de Verlengde Schrans een boerderij stond, die in de twintiger jaren door brand is verwoest. Als aardige bij komstigheid kan ik u vertellen, dat deze boerderij het geboortehuis was van mr. J. S. Bijl, thans woonachtig te 's Gravenhage, die vele jeugdhe rinneringen in uw blad heeft ge publiceerd. Nier ver van de Huizumerlaan ver wijderd was een slagerij. Een feest voor ons jongens was de aanvoer van biggen en varkens, die onder een ijselijk geschreeuw de slagerij binnen werden gevoerd waarbij het herhaaldelijk gebeurde dat er var kens ontsnapten en dan de Schrans inholden. Er zit wel meziek in dat jonkje, zei Omke Tjeerd van Jelle en hij kon het wete, want sien eigen seun Anne studeerde viool. Als ze visite had den werd het besoek doodziek van 't gekrijs mette stok - Tjeerd ging dan mar gauw een slukje halen bij Van Krugten oppe hoek. As Moeke sei: Ons Jelle sit de hele dag achter de meziek an, dan be doelde ze, dat Jelle straten lang vaste klant was van Skeefnekje en sien maten, oek wel noemt het Skelviskoor. En oppe vrijdagmerk Vlak bij de slagerij was de garage van Mebius gevestigd waar vooral motoren werden gerepareerd. Enkele malen per week werden die dan door de heer Mebius zelf op hun deugdelijkheid getest en met don derend lawaai reed hij ze dan de Verlengde Schrans in naar de Boxumerdijk, alwaar op volle snel heid werd gereden. DOODGESTOKEN In het begin van de Huizumerlaan lag de zogeheten "Proeftuin", be rucht geworden doordat een zekere Van B., werkzaam op die Proeftuin een collega doodgestoken heeft. Deze Van B. zou zijn daad in een geestesziekte toestand hebben vol trokken. Als ik me goed herinner, was er tussen café Tivoli en het vroegere Tjallinga weeshuis een huis, waarin door een zekere mejuffrouw Wel ling - dochter van een inspecteur van het lager onderwijs - slojdles werd gegeven, een vorm van hout snijden met een speciaal gevormd mesje. Tegenover Tivoli is een bewaar school geweest en wie van de Hui zumer kinderen is daar niet op ge weest Voor de Proeftuin lag een brede sloot en als er 's winters ijs lag, dan was het bij invallende dooi een ge liefkoosde bezigheid van ons jon gens om schotsje te lopen, hetgeen uiteraard niet van gevaar ontbloot was, maar wie let daar nu op in zijn jonge jaren! Over de winter gespro ken, wat was het heerlijkomoverde Wirdumervaart te schaatsen, door het oude dorp Huizum, onder de ophaalbrug door, langs huize Vaartzicht de Potmarge op. Aan het eind van het dorp, even voorbij de Nederlands Hervormde pastorie, waar toen predikant ds. Hoving woonde, begon de Tijnjedijk en aan het einde daarvan lag het toengehe- ten "Asland", de vuilstortplaats voor geheel Leeuwarden en Hui zum. Ik herinner me goed de vrij dagmorgens. Al zeer vroeg werden de koeien en schapen vanuit de wij de omtrek door de Verlengde Schrans naar de veemarkt gedreven. bleef ie uren bisteren naar een nuver Duuts pratende artist met sien grammofoon, waar die alle liedsjes bij speulde, die't je mar bedenke kanne - soms kwam Jelle erdeur te laat op school. Ja, vrijdags op't Saailand, dat is wat! Inne skoolvakantie is Jelle er de hele dag en vergeet dan wel es dat het etenstied is. Mar Moeke geeft hem dan een stuk kjellepoot met, anders verhongert die stakker. Een uurke is somar om bij de joa- deman, die altied op de hoek staat bij de electrische paal. As die de stomme boeren uutskelt staan die nog te geniezen oek. Een keer komt Jelle tuus met een dikke bult oppe kop. So, hest weer vochten? Ja, mar die groate Ale ging mooi oppe kletter. Je mutte je inne vakantie niet ver- vele, nou, dat doet Jelle dan oek niet. Een klupke jonges staat zich te beraden. Wat salie we doen? Kolkje trekke? Mar die daar niet su sterk in is, seit ah, nee ju, dus gaan se uuteindelijk bakkertskieten. Met rooie koppen en veul skelden en ge tier verloopt het spel, terwiel de lo den kogels deur de modder vanne goten rol le. Dan seit er een: Morgen kruusbeien plukke Achter de Hoven, dubbeltsje een bentsje vol. Afspraken! Dat het Jelle wel meer deen en dan kan ie later nog es een vliegende hollander hure om de anderen de ogen uut te steken. Dat wurdt een feest! Enne Rozema EEN GOEIE DAAD IS EEN SACHT HOOFDKUSSEN GROOT WEZE IS SYMPATHIE VOELE VOOR HET MEENS- UJKE WIE 'T ALTIED DOET WAT IE WIL, DOET SELDEN WAT IE DOEN MUT Dit werk gebeurde door drijvers, bijgestaan door vrijwilligers zoals genoemde mr. Bijl, die hiermee een kleinigheidje verdienden en hoe vaak gebeurde het niet, dat koeien door openstaande tuinhekken op particulier terrein belandden, ik zie nog hoe het Bomiapark bevolkt was door die beesten! Het Bomiapark was een beziens waardigheid vanwege de bijzonder mooie bomen, die daar geplant wa ren, waaraan de oude heer Beek, overleden in 1940 - een vermaarde tuindersnaam in Huizum - nog zijn vakkennis ten dienste heeft gesteld. GOEDE SIGAAR Met de Bomiastate is ook heel wat te doen geweest. Voordat dit pand door mijn ouders werd betrokken, is het bewoond geweest door de fami lie Buma -de oude mevrouw Buma rookte graag een goede sigaar! - en daarna door een jurist uit Zutfen, mr. Sluijtermans. De allereerste bewoner was een zekere Vegeiin van Claersbergen, een bizarre fi guur, die het liet spoken. Drommen mensen kwamen dan voor het huis griezelen, men zag witte gedaanten voor de ramen dansen en als men verkleumd de tocht naar huis aan vaardde, werd de inwendige mens verwarmd in een cafeetje, dat zich ter hoogte van de Raadhuisstraat moet hebben bevonden. Aan de ene kant van de Bomia stond de villa van mevrouw Buma; wie herinnert zich nog dat het rieten dak ten gevolge van blikseminslag in lichter laaie heeft gestaan?, aan de andere kant huize Emma, destijds bewoond door mr. Klaassens, thans - zo hij nog leeft - gepensionneerd Commissaris der Koningin. Naast huize Lemna een trotse villa, in mijn jongensjaren bewoond door een rentenierend boer, Sijbesma geheten. Zijn echtgenote is in de twintiger jaren in de vijver voor de villa Aan de ene kant van de Bomia stond de villa van mevrouw Buma; wie herinnert zich nog dat het rieten dak ten gevolge van blikseminslag in lichter laaie heeft gestaan, aan de andere kant huize Lemna, destijds bewoond door mr. Klaassens, thans - zo hij nog leeft - gepensionneerd Commissaris der Koningin. Naast huize Lemna een trotse villa, in mijn jongensjaren bewoond door een rentenierend boer, Sijbesma geheten, met twee ongetrouwde dochters. Zijn echtgenote is in de twintiger jaren in de vijver voor de villa verdronken. Het nieuwe Huizum, zich uitstrek kend achter de vroegere burge meesterswoning van de heer Janso- nius heb ik in het begin van de jaren dertig zien bouwen. EEN BELEVENIS 't Is een belevenis voor mij weer in Huizum rond te lopen. De herinne ringen stormen dan op me af, ik zoek iets, wat ik er niet meer vind, doch wat ik er altijd weer eens hoop te vinden, hoewel het er nooit meer zal zijn. En dan doet het goed het "Kleine Krantsje" weer in de bus te vinden Een ding móet me nogmaals van het hart. Het is me opgevallen dat het Krantsje het doorgaans heeft over het oude Leeuwarden en het oude Huizum een beetje in de kou laat staan. Misschien kunnen andere le zers van uw blad daar wat aan doen Haarlem W. F. Hjjgenaar De laatste weken hebben verschillende abonnees in 't Kleine Krantsje herin neringen opgehaald aan de eens zo bekende Leeuwarder tweeling Roosje en Betje Cohen. Daarbij is enige verwarring ontstaan, omdat de dames zo nu en dan doorelkaar zijn gehaald - ze leken dan ook sprekend op elkaar en voor velen was het moeilijk te zeggen, wie nu Roosje en wie Betje was. Een van onze abonnees, mevrouw Rinsma-Dompeling, een dochter van Johanna, een van de zusters van Roosje en Betje, is zo vriendelijk geweest ons precies uit de doeken te doen, hoe het nu met beide tantes zat. Welnu, Betje was getrouwd met de sigarenmaker Willem Schollen, die achtereenvolgens hebben gewoond in de Cichoreibuurt, op de hoek van de Nieuweburen en de Vijzelstraat en aan het Hoeksterachterom. Na het over lijden van haar man, die in Kampen verdronk, verhuisde Betje met haar dochter Rieka naar de Smitsbuurt. In 1953 is Betje overleden. Roosje was getrouwd met Hannes van Dijk, die eveneens sigarenmaker was. Ook dit echtpaar heeft eerst in de Cichoreibuurt gewoond. Later woonde Roosje met haar man en twee dochters, Rieka en Anneke, aan de Poppeweg, in de Bagijnestraat en achteraan op het Noordvliet bij de centraleDaar is zij in 1958 overleden. 'Oom Hannes van Dijk"aldus mevrouw Rinsma, was een hele beste man, die nooit een vlieg heeft kwaad gedaan. Hij dronk misschien wel eens een borreltje, maar ja, wie deed en doet dat niet?" Mevrouw Rinsma, die wij verschillende foto's van Roosje en Betje lieten zien, had geen enkele moeite de dames uit elkaar te houden"Dat is Roosje en dat is Betjezei ze telkens zeer beslist. Roosje zelf, zo herinneren wij ons, had daar indertijd meer moeite mee. Eens hebben we haar zo'n foto laten zien en zonder na te denken zei ze toen: "Dat ben ik!" Maar toen we haar een paar maanden later nog eens precies dezelfde foto lieten zien, zei ze onmiddellijk: Dat is Betje, dat ben ik niet!" "Ach ja"verklaarde mevrouw Rinsma nu dit misverstand, "Roosje werd wel wat minder op het laatst" Hannes van Dijk, de man van Roosje: "een hele beste man

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1981 | | pagina 5