ZWARTEWEGSEND AL LANG
IN TREK BIJ DAGJESMENSEN
VERGISSING
iifefliil f i Wi iitMi
Van ongeveer de eeuwwisseling af is Zwartewegsend al erg in trek bij
veel dagjesmensen uit de wijde omgeving van dit ontspanningsoord.
Vooral toen de speeltuin achter de vroegere herberg er nog was, werd
Zwartewegsend heel veel bezocht, maar ook nu, na het verdwijnen
van die speeltuin wordt "het Bos van Ypey" dikwijls voor een uitstapje
benut.
Zo'n tachtig jaar geleden kwam
de Leeuwarder elite per koetsje
langs Miedum en Giekerk het
Canterland om naar Zwarte
wegsend. De terugtocht ging dan
vaak langs de straatweg of men
na de route terug via de Canter-
De ooievaars van Vijversburg:
Wanneer zouden ze terugkeren
in het bos?
landen. Ook de bekende
"Bokkeboer" bracht weleer heel
veel Leeuwarders naar Zwarte
wegsend.
Als de koets er arriveerde stond
de stalknecht al klaar om het
paard op stal te zetten - daar
werd het dan gevoerd. De familie
was inmiddels naar binnen ge
gaan voor een koele dronk.
Op zonnige zomerdagen zocht
men vaak een zitje in het bosje
aan de overzijde, waar de kelner
dan een theestoof bracht met het
water, een trekpot met thee en de
verdere benodigdheden. Voor
een gulden plus een dubbeltje
fooi was men dan de hele middag
onderdak.
Deze zogenaamde Overturn be
vond zich aan de noordzijde van
de straatweg, waar nu de paral
lelweg loopt. Het is nu haast niet
meer in te denken, dat een ober
de weg overstak en veilig met
zijn attributen aan de andere
kant arriveerde.
VERBAZEND DRUK
Ook 's winters, bij berijdbaar ijs,
was het hier altijd verbazend
druk. Dichte drommen schaat
sers uit Leeuwarden en verder
weg kwamen over de Groote
Wielen en de Rijperkerkster-
vaart via het Nieuwediep tot aan
het bruggetje in de Groninger
straatweg. Hier kon men langs de
vaart, vlak ten noorden van de
weg, tot aan de Uitspanning ko
men. Daar was dan iemand aan
wezig, die schaatsen afbond en
de rijders later weer startklaar
maakte.
Terug ging het dan onder de brug
in de Rijksstraatweg door, via het
Nieuwediep en dwars door het
bos van Vijversburg en over de
Kleine Wielen naar Leeuwarden
terug.
Velen brachten na een bezoek
aan de Uitspanning een bezoek
aan het bos Vijversburg. De grot
was dan de grootste trekpleister.
Ook werden de volière, de kas
sen, de kluizenaar en de belvé
dère niet vergeten.
VIJFTIENDUIZEND
In de dertiger jaren werd het bos
door zo'n vijftienduizend men
sen bezocht. Daarbij waren dan
ook verschillende schoolreisjes,
ouden van dagentochten en
jeugdverenigingen. De Leeuwar
der Vacantieontspanning had
Vijversburg toen ook op het pro
gramma staan. In de jaren vijftig
herhaalde zich dit.
Was Vijversburg voor de oorlog
dus al in trek, na de oorlog steeg
het bezoek tot een recordhoogte
van gemiddeld veertigduizend.
Veel tuinbouwmensen brachten
toen een bezoek aan de broeikas
sen met de prachtige plantencol-
lectie, die in de zestiger jaren
helaas grotendeels verloren ging.
Het prachtige buiten Vijversburg in het Bos van Ypey te Zwartewegsend
Velen zullen zich de oude grot
met het kamertje met de banken
nog wel herinneren. Van bezoe
kers, die soms in tientallen jaren
Vijversburg niet bezochten krijgt
het tuinpersoneel vaak aks eerste
vraag: Is de grot er nog? In '46
was de oude grot zo vervallen,
dat alles opnieuw in beton moest
worden opgetrokken als van
ouds zit de kluizenaar, de schrik
van veel kleine kinderen, nog te
lezen in zijn boek.
De volière, de enige in de omge
ving, is ook een door velen ge
liefd object. Wat was het daar
vroeger een drukte, vooral in de
schoolvakantietijd. Grote groe
pen kwamen lopend uit Leeu
warden of op de fiets. De tram
voerde ook veel klanten aan, op
zondagen soms honderden.
Na de bevrijding brak er weer
een drukke tijd aan en 1949 werd
een recordjaar met 28538 dag
en 800 jaarkaarten. Sommige
scholen, zoals die uit Lekkum en
de Chr. Schippersschool van de
heer Aamout kwamen geregeld
op Vijversburg.
Ook kwam ieder jaar Juf Bender
uit Leeuwarden met haar kleu
terschool het bos bezoeken. Eens
was het de hele dag slecht weer
en toen moesten de kinderen zich
maar in de schaftschuur verma
ken. Toen het clubje weer weg
was zei Juf Bender: „Nog nooit
hebben de kinderen zo mooi
gespeeld als deze dag!"
Ik meen dat het in '44 was, dat de
Vrouwenvereniging uit Goutum
enige liederen vanaf de Belvé
dère zong. Dat klonk prachtig
over het bos.
Op paasmaandag, hemelvaarts
dag en pinkstermaandag was het
vroeger heel druk. De drukste
"healdei" was paasmaandag
1952; toen werden er 5893 dag
kaarten verkocht.
Wat was het op zulke hoogtijda
gen gezellig op Zwartewegsend!
Ouders met kinderen gingen
eerst naar het bos en dan even
naar de speeltuin aan de over
De tram voerde ook veel dagjesmensen aan - hier een unieke foto van het spoorstation Tietjerk.
kant. Het jongvolk ging naar het
bos om een partner te zoeken en
om daarna bij de Uitspanning
even te dansen.
Ook werden de tentjes aan de
weg naar Tietjerk niet vergeten.
De eerste verschenen er vaak op
de vooravond al om vooral van
een goed plaatsje verzekerd te
zijn. Lollige Johannes met zijn
"vijgedalen" was er een van de
vaste klanten.
De toegangskaarten voor
Vijversburg bleven de hele dag
geldig en zo kon het gebeuren,
dat velen wel vier- of vijfmaal in
en uitliepen. Nu zal men vragen
werd er op zulke dagen niet veel
vernield? Het antwoord is nee;
het gebeurde toen trouwens toch
maar weinig.
Nadat de speeltuin achter de
uitspanning in 1960 aan het snel
verkeer ten offer was gevallen
liep het bezoekersaantal hard
achteruit. Maar de laatste jaren
geven weer een kleine vooruit
gang te zien. Dat Vijversburg nog
lang bezoekers mag ontvangen is
de wens van allen, die hier werk
zaam zijn.
D. J. D.
ER BINNE OP ELK TERREIN
WETERS EN HALFWETERS EN
ONDER DE HALFWETERS VIE-
NE JE MEESTAL DE BETWE
TERS
Voor de rechtbank te Amster
dam heeft zich het vreemde ge
val voorgedaan, dat iemand
daar moest verschijnen om zich
te laten scheiden. De vrouw, in
de dagvaardiging genoemd, was
hem zelfs niet bij name bekend
en sedert zes jaren was hij zelf
weduwnaar. Waarschijnlijk was
hier sprake van een naamge
noot. De man was zeer ver
stoord, omdat men hem, na lan
gen tijd ivachten eenvoudig mee
deelde, dat er een kleine vergis
sing was geweest.
(191Q)