Friesland Bank Uw eigen bank In de tijd, dat wij er woonden was eerst de heer De Vries er ais marktmeester en later de heer Wiersma. Nu is van het laatste gedeelte niets meer over en alles is afgebroken, Langemarktstraat, Snekerkade en een gedeelte van de Willemskade. Ik heb dit artikel geschreven om duidelijk te maken, dat er geen kroegjes waren en dat er geen drijvers in deze hotels kwamen, alleen boeren, die hun gedane zaken daar kwamen afrekenen. Drachten H. W. Heeringa-Regnéry Het artikel in onze krant over "die goeie ouwe veemarkt" gaf de woorden weer van een oud vrouwtje, dat in 1924 werd geïnterviewd, toen de 1 P i Men kent er de Friese verhoudingen en is bereid plaatselijke en provinciale belangen te dienen molenaar, Sjoerd de Jong en het andere door Foppe Tanja, likeur stoker en jammaker bij Sloeps Jamfabriek op het Emmaplein, eerder bij de tweede Kanaals- brug. Gaarne zou ik van u weten of er van deze molen nog een foto is, eventueel met een beschrijving en zo ja, wilt u die dan eens opnemen in 't Kleine Krantsje? St. Anna Parochie P. Kamp PLIESJE PESTEN In een vorig Kleine Krantsje schreef u over een "vreemde attractie van vroeger", het pes ten van de politie, vanuit de hoge telefoonmasten, die er destijds in Leeuwarden waren. Er stond ook zo'n paal voor de commestibleszaak van Ellens op de Grachtswal tussen het Vliet en de Bisschopstraat. Bij de te waterlating van een boot van een Tuinster winkelier, welk schip door een te zware motor een onderzeeër werd, zat in die paal het ook al eerder in Uw krant genoemde jongetie. Agent "Knikker-op-dak" ge bood hem uit die mast te komen met het gevolg, dat deze jonge man het bekende Brusselse man neke ging. nadoen. TerwijL<laar- na de agent zijn natte kepie begon uit te slaan sprong de jongeman aan de andere kant van de paal tussen het publiek en verdween in de massa. Het was niet zo gemakkelijk in zo'n paal te komen. De onderste kast was bijna manshoog en zon der een zetje kwam je er niet in. Leeuwarden J. M. Brugman Lezers klommen in de pen De houtzaagmolen van De Wind aan het Zuidvliet, gefotografeerd in een tijd, toen men er nog niet aan dacht dit water te dempen. We menen, dat de houtzaagmolen in 1919 is afgebroken, maar zeker weten we het niet. RODE TULP In 't Kleine Krantsje nummer 415, staat een artikeltje over het toen geldende uniformverbod. Dit verbod was ingesteld om het toen ook al provocerend optre den van de N.S.B. te beteugelen. Het noodlot was echter dat ook de A.J.C. zich toen niet meer in de traditionele kledij in het open baar mocht vertonen. Toen dit uniformverbod een tijdje van kracht was, bleek al spoedig dat er meer gelet werd op onschuldige dingen, zoals de kleding van de A.J.C.het dragen van een rode tulp en dergelijke, dan op het uniform van de N.S.B. In de rechtbankverslagen van die tijd, het was voor de Tweede We reldoorlog, las men wel veroor delingen voor het dragen van een rode tulp e.d., maar het heugt mij niet dat ik ooit gelezen heb van een veroordeling van N.S.B.-ers, die het uniform droegen van de W.A. Deze W.A. was toen een beruchte ploeg, die zich bezig hield met de meest laffe provoca ties. De vraag rees toen bij mij en vele anderen, ziet de politie dat niet, of knijpt ze een oogje dicht. Al dan niet door een tip van "hogerhand"? Leeuwarden Joh. de Jong VEEMARKTHOTELS Graag wil ik reageren op het artikel in 't Kleine Krantsje num mer 414 over "die goede oude veemarkt". Toen in 1924 de veemarkt vijftig jaar bestond, woonden mijn ou ders daar nog in het hotel Het Zwijnshoofd. Wij zijn mei 1925 verhuisd en in dat jaar kwam de familie Van Eist het pand bewo nen. In die tijd woonden aan cjeze kant van de veemarkt, gerekend van de Snekerkade tot het Wa genplein, waar nu de FBTO ze telt, de volgende zaken. Het café van de familie Siderius, dat de gehele week open was. Daarnaast kwam de zaak van Klein, een Joodse familie, waar veel Joodse veehandelaren in de nacht van donderdag op vrijdag logeerden. Later woonde de fa milie Van der Weide daar. Dan kwam de wegerij van de familie Regnéry en op nummer markt een halve eeuw be stond. Zij haalde o.a. herinne ringen op aan de jaren zeven tig en tachtig van de vorige eeuw en sprak daarbij over hotels en over kroegjes voor de drijvers en de schippers. Het is dus niet zo, dat onze redactie bepaalde zaken aan de Langemarktstraat als "kroegjes" betitelde. Red. 't KI. Kr. HOUTZAGERIJ DE WIND Aan het Zuidvliet te Leeuwar den, ruwweg tussen de voormali ge Poppebrug en de plaats waar de machinefabriek Friesland heeft gestaan, tegenover het voormalige Noordvlietslot, heeft vroeger (in ieder geval nog in 1906) een houtzagerij met een molen gestaan, eigenaar een ze ker De Wind. Naar mijn weten was deze De Wind tevens de eigenaar van de houtzagerij aan het eind van het Oldegalileën. Naast de eerstgenoemde molen stonden destijds twee huisjes. Het ene werd bewoond door de 34 was het hotel Het Zwijns hoofd gevestigd, evenals dat van de familie Klein een groot markthotel met ongeveer vijftig kamers. Van mei tot en met november was het vaak volledig bezet. De meeste boeren hadden toen nog geen auto en zij moes ten dus per trein naar Leeuwar den komen. Vaak hebben wij o.a. Buziau en Julia de Gruyter tot onze klanten mogen rekenen. Naast ons woonde eerst de fami lie Siderius (Abe en Jansje, be kende mensen uit de paardewe- reld) en later de familie Piet en Keimpe Klopma. Op de hoek woonde Piet de Boer met z'n broer Klaas en hun moeder. Alle maal hotels en geen kroegjes, zoals u in uw artikel schrijft. Die hotels Waren de gehele week dicht en alleen van donderdag op vrijdag open. Op het eerste deel van de Lange marktstraat waren ook diverse hotels gevestigd, o.a. hotel De Duitse Adelaar, hotel Stroosma, hotel Fransen. Ook deze hotels waren, uitgezonderd die paar da gen, de gehele week gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1982 | | pagina 4