Friesland Bank
Uw eigen bank
Lezers klommen in de pen
YPESCHAAF
Mijn vorige brief, waarin ik iets
vroeg over de bekende 'televisie
dominee' Ype Schaaf is door U
keurig beantwoord - ik had het
dus wel goed geraden. Maar nu is
er bij ons iets bijzonders gebeurd,
waarmee een Ype Schaaf ook
wat te maken heeft.
Bij het snuffelen in oude papie
ren vonden wij een brief, welke
wij drieënvijftig jaar geleden van
mijn moeder kregen bij de ge
boorte van onze zoon. De brief
was geschreven door een kennis,
want moeder zelf kon niet lezen
en niet schrijven.
Bij die brief was een kranten
knipsel gevoegd,een Ingezonden
Stuk, een In Memoriam Ype
Schaaf, geschreven door de
vriend van Ype Schaaf, Job. Sijts-
ma. In dit stukje komt een liedje
voor, dat moeder mooi genoeg
vond om het ons toe te zenden.
Met moeite heeft zij geprobeerd
zelf haar naam er onder te schrij
ven: 'Moeke'.
Dit geval was voor mij zo bijzon
der, dat ik niet kan laten het
onder ogen van de (huidige) Ype
Schaaf te brengen. Ik ben er zeer
op gesteld en ik hoop, dat U kans
ziet hem het stukje te laten lezen.
„Er is een tijd geweest," schreef
Job. Sijtsma in zijn stukje, „dat,
waar Ype Schaaf optrad, men
zeker kon zijn van volle zalen,
omdat hij een heel goed komiek
en zanger was. Altijd even vro
lijk en opgeruimd wist hij het
publiek aangenaam bezig te hou
den met zijn humor. Doch ook
wist hij soms eene gevoelige
snaar aan te roeren met zijne
liederen. Vooral wanneer hij
zong: „Menschen zooals gij",
dan trok hij het geheele publiek
tot zich. Omdat dit zoo mooi is,
dacht ondergeteekende als trou
we vriend van hem, dit bij het
graf te declameren, doch doordat
er niemand sprak is dit achterwe
ge gebleven. Toch gevoel ik mij
gedrongen nog even deze snaar
aan te roeren en mijn gemoed
langs dezen weg te uiten."
En dan geeft Job Sijtsma het
eerste vers van dit mooie lied, dat
in die tijd blijkbaar zo heel veel
mensen bijzonder heeft aange
sproken.
Zoo vaak ontmoet men
menschen in dit leven
Die in den strijd ten onder zijn
gegaan
Wien de natuur de kracht niet
heeft gegeven
De volle levensstormen te
doorstaan,
De sterke, die dit leven weet te
dwingen
Begrijpt niet, dat zijn broeder
zwak kan zijn,
En voelt geen meelij met de
zwakkelingen.
Veroordeelt hen al is hun schuld
ook klein
O! oordeelt niet, 't is niet uw taak
te richten
Ver boven U, daar zetelt hooger
macht
Die oordeelt over 's menschen
recht en plichten
En van wie elk, die schuldig is 't
verwacht
Zijt ge dan zelf van alle zonden
vrij
Steunt sterken hen, wier
zwakheid is gebleken,
Bedenk steeds, dat het een
mensch is zooals gij
Hoorn L. Weber
DE FONTEIN
In een vorig nummer van 't
Kleine krantsje lees ik, dat de
heer Ing. K. Visser te Leeuwar
den van mening is, dat er op het
bolwerk van de Westerplantage
een pomp heeft gestaan.
Ik vermoed dat de heer Visser de
pomp bedoelt die op de Wester
singel - dus aan de andere kant
van de stadsgracht - heeft ge
staan. Deze pomp (de Leeuwar
ders spraken van "de fontein")
bevond zich bij de vroegere
broodfabriek even ten noorden
van het punt waar nu de Fontein
straat op de Westersingel aan
sluit. Inderdaad werd, zoals de
heer Visser schrijft, het water
verkregen uit de z.g. verswater-
vijver uit het Westerpark, het
"Vossenpark". De "fontein" was
een grote attractie voor de jeugd,
de AOW-ers van vandaag.
In de naam Fonteinstraat wordt
de herinnering hieraan levendig
gehouden.
Leeuwarden
HUIZUMER
HERINNERINGEN
Hempens en zag toen dat het
bordje er miserabel bij stond. Dat
stond haar lang niet aan. Wij
spraken hier over en ik ben toen
naar Hempens gegaan en heb het
oude bordje meegenomen. Er
moest een nieuw bordje gemaakt
worden en die taak heb ik op me
genomen. Het heeft mij wel wat
moeite en inspanning gekost,
maar het is mij toch aardig ge
lukt. Het is nog duidelijk leesbaar
en nu het bordje zo in de belang
stelling staat ben ik er toch wel
een beetje trots op.
Leeuwarden
LIWWADDERS
K.J. Suk
De oproep om met mekaar het
Liwwadders in ere te houwen en
over oud-Liwwadden en andere
leuke dingen te skrieven en te
praten hèt niet feul opleverd.
Te min meensen om nou al met
één en ander los te gaan.
Muskien mut het op een andere
menier en anders wachte we mar
op betere tieden. 't Kleine
Krantsje doet in elk gefal sien
best wel. Met nog meer abonnés
nog feul meer. Alle lezers al
abonné?
Niet op skobberdebonk leze
hor!!
S. de Jongh
Als oud Huizumer wil ik even
inhaken op wat mevrouw M.
Grijpstra-Hamstra in een van de
vorige nummers van 't Kleine
Krantsje schreef over de Huizu
mer Herinneringen.
Al is het erg gezellig om van A.Z.
de belevenissen van vroeger
weer voor ogen te krijgen, toch
wil ik wat rechtzetten en dat
betreft de namen.
Om te beginnen met mijn broer,
dat was niet Jelle, maar Jacob of
Jaap, zoals hij genoemd werd. Er
woonde wel een Jelle naast ons,
maar dat was een Jelle Bontekoe.
Dan kwam juf Feitsma, die mijn
zuster en anderen zo goed naaien
leerde. Vervolgens smid Postma
en zoon, die wij zelf altijd baas
Smid noemden.
A.Z. en ik verschillen in leeftijd
wel vijftien jaar, daar zal het van
komen aan de tachtig jaar is hij
nog niet toe.
Enfin, wanneer er nog meer her
inneringen aan Huizum zijn,
schrijf het dan a.u.b., want ik
geniet er elke keer van.
Alkmaar
Mevr. B. de Boer-Bulthuis
GAISCHE DRIJVER
Al wat ik gedacht had, maar dat
ik nog zoveel eer van mijn werk
zou ontvangen, dat toch niet. Ik
ben namelijk de maker van het
bordje op het graf van Gaische
Drijver op de Hempenser be
graafplaats waarover nu al enke
le malen in 't Kleine Krantsje
geschreven is.
Mijn schoonzuster, mevrouw
Louwes-Drijver, bezit de papie
ren betreffende de graven van de
familie Drijver op dat kerkhof.
Hiervoor moet elk jaar betaald
worden voor onderhoud kerkhof
enz. In 1974 kwam ze weer in
Fenno Splinter mut oek deur de
winter!
Foor de paar réaksjes binne we
dankbaar.
Mar foorlopig wat Liwwadden
self amputeert even tuike, tuike.
Liwwadden
BADWEGHUIS
Ten Brug
Buising
Vellenga
Bij het zien van de foto op de
voorpagina in 't Kleine Krantsje
nummer 422, ging er wel even
wat door me heen.
Ik heb bijna veertig jaar in dat
huis gewoond, dat op de Badweg
stond, het vroegere Juffersreed-
je. In mijn jeugd heette het nog
zo, later is het zwembad er geko
men en is de naam veranderd in
Badweg.
Mijn vader, Pieter Zijlstra, heeft
het huis nummer 8 met tuin in
1921 gekocht, de andere helft,
nummer 6 werd bewoond door
de familie Botke. Aan de achter
kant van het huis waren drie
deuren. De middelste deur had
een aparte ingang naar de slaap
kamer boven.
Mijn vader vertelde wel eens dat
dit vroeger zo door de landheer
gebouwd was. Die kwam een
paar keer per jaar zijn landerijen
bezien en sliep dan boven. Hier
was een mooie grote kamer met
kajuit en aan beide kanten een
bedstee en twee grote kasten.
De slaapkamer was gedeeltelijk
boven beide huizen gebouwd.
Het overige van de zolder werd
gebruikt om turf voor de winter
op te slaan, dat met een praam
van Pietersma uit het dorp Hui
zum langs de Wirdumervaart en
Badweg werd vervoerd.
Tijdens een verbouwing van het
huis op Badweg nummer 8 bleek
er in één van de balken het jaartal
1840 te staan; het was dus al
meer dan 140 jaar oud en de
sloper heeft de grenen balken
nog meegenomen, die konden
zeker nog ergens dienst voor
doen.
Onder het hele huis zaten nog
estrikken, maar die waren zo
afgesleten, daar konden ze niets
meer mee.
In de tuin stond vroeger een wit
huis, nummer 4.
Dit heeft bij een Stins behoord.
Er naast stond een paardestal, die
later tot druivenkas verbouwd
werd, daarna als kippenhok
dienst deed en later nog als gara
ge. De oude muur staat er nu nog,
van de Rondweg kun je hem nog
zien.
Zijn er ook nog gegevens over
het bestaan van de vroegere Stins
bekend? Was het Abbinga-State?
Daar ben ik nog wel nieuwsgierig
naar.
Mijn vader heeft één keer in een
erg droge zomer de sloten achter
ons huis om de tuin geslat en hij
vond nog een stuk dikke muur,
waar misschien vroeger een
poort heeft gestaan. Ook is er
midden in de tuin langs het pad
nog een waterput, een natuurlij
ke wel, die zelfs in de droge
zomers nog water bevatte. Hier
bij in de buurt ligt nog een hele
dikke steen, een meter onder de
grond ongeveer, die we er nooit
uit konden krijgen. Als het Dia-
conessenhuis er gebouwd wordt,
Men kent er de Friese
verhoudingen en is bereid
plaatselijke en provinciale
belangen te dienen.
misschien komt hij dan nog te
voorschijn.
Damwoude mevr. A. Dol-Zijlstra
DE VAN EYSINGA'S
Even wil ik inhaken op het schrij
ven van de heer De Jongh in 't
Kleine Krantsje nummer 421
over de familie Van Eysinga in de
Grote Kerkstraat. Ik heb daar in
de jaren 1920 tot 1925 als keu
kenmeisje gewerkt.
De heer De Jongh schreef steeds
over de Freule, maar ik kan hem
meedelen, dat mevrouw Van Ey
singa wel gehuwd was met de
heer Jhr. Mr. C. van Eysinga.
Mevrouw was niet van adel. Zij
heette Fokje Rinia van Naufa en
zij kwam oorspronkelijk uit Hin-
deloopen, waar haar broer Ge
rard burgemeester was.
Mevrouw was ook heel erg op
Hindeloopen en de Hindelooper
volkskunst gesteld. In het huis in
de Grote Kerkstraat was een
vertrek helemaal als Hindeloop
er kamer ingericht.
Dat de familie aan de overkant in
het latere belastingkantoor heeft
gewoond, is mij niet bekend. Wel
was er op de hoek van de Bolle-
manssteeg een gebouw eigen
dom van de familie. Dat werd de
stal genoemd, maar het werd in
mijn dagen niet als zodanig ge
bruikt.
Wat de heer Smit betreft, die heb
ik wel gekend, maar die was er
voor mijn tijd als huisknecht
werkzaam. Hij is later opgevolgd
door de heer Hoekstra, die 's
zomers met zijn vrouw als huis
bewaarders in het huis woonden,
daar de grote schoonmaak ver
richtten en voor de inmaak van
'Vervolg op pag. 9
Het aardige oude huis aan de Badzveg: ook dit werd gesloopt.