MENNO VAN COEHOORNSCHOOL PRECIES EEN EEUW OUD Het was het vorige jaar precies een eeuw geleden, dat er in de Menno 'van Coehoornstraat een gemeenteschool werd gebouwd. Augustus 1930 stapte ik daar voor het eerst als leerlinge binnen. Een dubbele school, rechts school 6 A, links school.6 B. Het schoolhoofd van 6 B was toen meester Braaksma, het hoofd man "mijn" school 6 A was meester De Vries. Daar ik verondersteldat er onder de lezers van 't Kleine Krantsje heel wat oud leerlingen van deze beide scholen zijn, wil ik graag een paar regels wijden aan deze Menno van Coehoornsschool, die de basis heeft gelegd voor de verdere ontwikkeling van honderden, ja zeker van duizenden Leeuwarder kinderen. ]uf Wever Augustus bezochten mijn man en ik onze geboorteplaats Leeuwar den weer eens. Ik heb toen een kijkje genomen bij de oude school en meteen maar een kiek je gemaakt. Want mijn verbazing was groot toen er zo op 't eerste gezicht weinig veranderd bleek. Wat mij direkt opviel was het grote ijzeren hek rond het schoolplein; nog precies zoals in mijn schooljaren. Wat heb ik vaak met mijn handen aan het hek gestaan voor 'lepel- skeer en hakkio'. Wat heb ik op het schoolplien geknikkerd, ge hoepeld, getopt, 'karriansje' ge speeld en eindeloos touwge- sprongen met de meisjes uit mijn klas. Het touw in een grote bocht tussen twee klasgenoten en maar draaien en springen. Heerlijk was dat. Er stonden zelfs nu nog twee bomen op dezelfde plaats als in mijn jeugdjaren. Destijds waren het dikke bomen met een prach tige, diep gekerfde bast. In de grond er omheen waren we wel eens aan het 'landsje-kappen' met de jongens. De smalle groene deur, die toe gang gaf tot de aanvoerweg naar de beide eerste klassen en naar ik meen ook nog naar de twee tweede klassen, was nog precies eender. Aan weerszijden twee WC-raampjes. Ik ben het schoolplien even opge lopen. Ik ben er voor het laatst afgelopen toen ik twaalf was. Blij toe, dat het achter de rug was. Natuurlijk niet beseffend, dat het de eerste springplank voor het leven was, die ik afdook. MEESTER DE VRIES Nu ik er wéér rondliep, ontrolde er zich aan mijn geestesoog een film, die ik reeds vergeten scheen te zijn, met meester De Vries in de hoofdrol. Meester De Vries woonde op de Bleeklaan. Ik zag mijzelf als eerste klasser- tje, spelend met andere kinderen, iets aan de rand van het school plein. Meester kwam links van de school uit de bredere hoofd ingang, opzij van het gebouw. Met grote passen, in de handen klappend, een bruin, verkeerde kop. Hij was een enthousiast zeiler en kwam oorspronkelijk uit Oostermeer, als ik me niet vergis. De school ging aan. Handen klap pend en vriendelijk op ons neer ziend. "Meester, kiek-es, ik hè een nieu we top". "Meester, kiek-es. ik mag van mien moeke de Sundagse sku- nen an". "Meester, ik bin vandaag jarig". Meester, zonder zijn passen te vertragen, knikte minzaam naar ieder kind en voor allemaal had hij dezelfde woorden, een soort toverspreuk: "sapperdemalle- mosterpot". Het was m'n innig ste wens, ook es iets bijzonders te laten zien. opdat hij dit gevleu gelde woord tot mij zou spreken, 't Is er nooit van gekomen. Eén keer had ik een gele 'set-top' met een punaise in het midden, met kleurpotloden maakte ik er mooie randjes omheen. Dit wilde ik meester laten zien. Maar och arme, meester kwam die morgen niet. Het was de beurt aan mees ter Braaksma om al klappend de kinderen de school binnen te lokken. De volgende week klap te 'onze' meester weer, maar ik was de top al kwijt. JUF WEVER In de eerste en tweede klas zaten we bij juf Gramsma, de derde en vierde bij juf Wever en de vijfde en zesde bij meester De Vries. Aan juf Gramsma heb ik de herinnering van lieve liedjes zin gen, zo van: "Tussen witte pere- bloempjes hangt een nestje fijn en teer. Een een vriendelijk vo gelvrouwtje lei daarin haar eitjes neer. Wat was nu haar vriendje blij, vrolijk zat hij aan haar zij". Of van: "Er zit een spreeuwke op het dak, staal blauw en groen is z'n verenpak, z'n nebbeke sneb- het, z'n bortsje rilt, z'n koppeke draait en z'n vleugetje trilt en en hij zingt voor z'n vrouwtje". Platen aan de wand van Rie Cramer. SPECIALE PLAATS Juf Wever uit de derde en vierde klas heeft een zeer speciale plaats in m'n hart. Zij was groots (niet groot), majestueus, ontzagwek kend, in de juiste betekenis van het woord, deftig en toch zo vertrouwd. De crisistijd deed zich alom gel den. De meeste kinderen kwa men uit arme tot zeer arme ge zinnen. En de spanningen van thuis hadden hun weerslag in het klasse-gebeuren. Zij stond daar te midden van armoede, onrecht, ziekte en jeugd-criminaliteit, als een hechte steunpilaar. Zij schreef in mijn poëzie-album over een fee, die op aarde dui zend wonderen doet. In mijn ogen was zij die fee. Tegenwoordig vind ik het een allesbehalve mooi vers, maar dat doet er nu niet toe. Met haar verhuisden we voor ongeveer een jaar naar School- De klas van juf Wever met schoolreisje naar Appelscha: Op de voorgrond van links naar rechts: Grietje van Gelderen, Antje Wiesje Jeelof, Sari Nicolai, Tjitske Boonstra, Klaske Truus Bijlsma Wietze Tuininga, Grietje Sannes, Sietske Vogelzang, juf Bakker, juf Wever, Tjitske v.d. Honing, Anna en Gepke v.d. Veer. In de boom: Geert Spoelstra (Muuske), Rie Nieuwenhuizen, Wierd 7, Rika?, Grietje Bergsma, Jan Visser, Arjen v.d. Berg, Foppe Sonnega (Keutel), Freerkje Venema, Amorld Steunenberg en Bauke de Vries. dertien, Achter de Hoven (van Sytzemastraat). Hoofd meester Van der Harst. School zes werd verbouwd! Het werd een avontuurlijk jaar. De weg naar school werd nu mis schien wel vier keer zo lang als naar onze 'eigen' school. We liepen langs het Nieuwe Kanaal (wolhandkrabben), langs de Blik- fabriek met het prachtige afval- materiaal. Later kwam daar de Pepermunt-fabriek. Over de Tweede Kanaalsbrug, waar we 'kopke-duukelden' over de neer gelaten bomen als we voor de brug moesten wachten HELS KABAAL Dóór de melk-fabriek: hels ka baal mannen in witte kleren met gele klompen of grote laar zen aanvreemd gedraaide Buizenstelsels boven je, onder je, naast je, veel water. heel veel water. (ik heb er eigenlijk nooit melk gezien) ren nen. geschreeuw en dan was je weer buiten, de spoorweg oversteken, langs de spoorsloot, weer oversteken naar de andere kant van de weg, daar was een 'strandsje' met water, water vol bloedzuigers en soms visjes, ste kelbaarsjes en salamanders. Al tijd natte voeten, kreeg toen rub ber laarzen. Nóg natte voeten, water in de laarzen, wie durfde het verst te gaan in het avontuur lijkste watertje, ooit meege maakt. Deurke-belle, en dit alles vier keer per dag, twee keer heen en terug. Dat jaar vierden we de verjaar dag van juf Wever op School- dertien. Óp het schoolbord was met kleurkrijt een prachtige feestelijke tekening gemaakt, die we natekenden, ook in kleur, op een vel mooi wit papier. Deze tekening heb ik altijd bewaard. Toen de verbouwing van school zes voltooid was, werd dit ge vierd met een gezellige ouder avond, waar wij o.a. de klepper- mars ten gehore brachten. Hier naast me liggen de kleppers, door mijn vader gemaakt, met de uit einden iets zwart geblakerd in de kachel. Tenslotte kwamen we in de vijf de en zesde klas bij meester De Vries. Hiervan heugt mij o.a. het voorlezen tijdens het laatste uur van de Zaterdagmorgen: Keteltje uit de Lorzie! Er kwam een Joods meisje in de klas, gevlucht met haar familie uit Duitsland. Tot nu toe had ik steeds met Wiesje Jeelof samen de schoolbanken gedeeld, vanaf de eerste klas. Nu moest Hilde- gard Falk naast me zitten. Wat een sensatie! Ik werd bij haar familie op het Molenpad uitgeno digd. Dat was me wat! Een heel andere wereld. Wat deftig. Weer anders deftig, dan bij juf Wever thuis, waar we in het huis met het torentje op de hoek van de Westersingel en Elisabeth- straat, zittend op het randje van de canapé wel eens een glaasje ranja hadden gedronken. Gie chelend hadden we elkaar per ongeluk aangestoten en ho schrik, we morstten ook nog. Juf had verteld over de moeder- haard, die de centrale verwar ming van het huis verwarmde. Het vuur in de haard van de kamer, kon je zien, in de gang werd de haard met kolen gevuld. Verbazingwekkend! Het hele huis werd warm! Nu ja, 't was dan ook het huis van een 'fee'! Maar ik dwaal af. We zitten immers al in de zesde klas. SCHOOLMELK Schoolmelk, schoolklompen. Gescheiden gymnastiek voor jongens en meisjes. Voor de meisjes kwam er een jonge vrouw, modern met korte rokken en kort haar: Juf Ban ning. Voor de school en tevens voor de Ambachtsschool, lag het plantsoen, met in het midden een veld met kleine scherpe maca- damsteentjes. Daar moest je niet op vallen. Hierheen sleepten we met goed zomer-weer, twee lage gym- banken en lange palen voor het spel 'om de vier paaltsjes' of voor 'kastie'. Soms waren er grote meisjes, die niet mee deden: "juf se hèt de (Vervolg op pag. 6)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 5