BRANDENDE BOMMENWERPER STORT NEER BIJ DE STAD LEEUWARDEN AAN RAND VAN RAMP WIE ZAG HET? Het brandend neerstorten van de Canadese Lancaster bommenwerper op de zestiende december 1943 in de weilanden tussen de Overijsselse straatweg en de Zwette had dus de dood van zes bemanningsleden tot gevolg - we hebben het veertien dagen geleden gezien in het eerste deel van dit verhaal. Maarer waren toch acht bemanningsleden aan boord van het reusachtige viermotorige toestel, dat met bijna vijfhonderd andere bommenwerpers in Engeland van start ging voor een aanval op Berlijn? Waar waren de resterende twee bemanningsledenSprongen ze tijdig uit de machine, toen de motoren vlam vatten en men geen kans zag het vuur te blussen? Of bleven ze spoorloos, zoals er door deze gruwelijke oorlog duizenden vermist bleven tot de dag van vandaag? Gezagvoerder William Charles Fisher heeft de bewogen woor den: "Abandon aircraft - jump, jump!" ("Verlaat het toestel, spring, spring!!!') nauwelijks ge zegd, of er vindt aan boord een enorme explosie plaats: het vuur heeft een van de volbeladen ben zinetanks bereikt. In een zee van vlammen vliegt de machine uit elkaar en (waar schijnlijk) alle bemanningsleden slingeren er uit. Zes van de jon gens worden wellicht meteen ge dood of krijgen door de geringe hoogte van het toestel geen kans hun parachutes te openen. DOOD Zo eindigt, ver van Engeland, maar ook ver van Berlijn, het jonge leven van de koelbloedige eerste piloot William Fisher, van de navigator James Briegel, van de bommemrichter Thomas Pragnell, van de boordschutters Raymond Saunders en Herbert Turner en van de amper negen tien jaar oude boordwerktuig kundige Raymond Hughes. Ze moeten, wanneer ze toen al niet overleden waren, na secon den van een onbeschrijfelijke angst, in één klap zijn gedood. Alleen de tweede piloot Owen Lewis en de radiotelegrafist Monty Brudell, de Australiër, een wonder in leven. Zij worden letterlijk omhoog geslingerd en trekken precies op het juiste mo ment aan het koord van hun parachute. Tijdens hun korte reis naar bene den horen zij de kolossale klap, waarmee de zware vierduizend ponds brisantbom ontploft, zien ze de resten van hun vliegtuig in de vlammenzee op het land, krij gen ze ook elkaar nog in het oog. Marty Brudell, de Australiër, komt net aan de westkant van de Zwette aan de grond, Owen Le wis, de Canadees, maakt een geweldige smak tegen de weste lijke oever van dit vaarwater: hij breekt zijn dijbeen en blijft machteloos liggen, het bovenli chaam op de wal, het onderli chaam in het ijskoude water. Beide vliegers zijn bang direct door de Duitsers te worden ont dekt; ze blijven waar ze zijn en ze geven geen kik. Pas na een vol uur, wanneer hij beseft, dat hij zo zal bezwijken, blaast Lewis op zijn alarmfluitje en na nog eens een kwartier is het Brudell, die hem vindt. ALARMFLUIT Maar hij kan zijn makker niet helpen - er is meer hulp nodig om de zwaargewonde en met bloed besmeurde vlieger op de wal te krijgen. Die hulp durft de Australiër niet te halen bij de dichtstbij gelegen boerderij van Ate Rijpma, die even verder aan de Zwette staat. Hij is bang hier Duitsers aan te treffen en hij maakt liever een veel verdere wandeling in de richting van Beers. KOEMELKERIJ De eerste boerderij aan zijn pad is de koemelkerij van de mole naar Willem de Jong. Daar zijn Willem zelf en z'n zwager Jan Koopmans, die hier als onderdui ker verblijft, net aan het aardap pelen schillen, wanneer ze bij de voordeur geschuivel horen. Duitsers in verband met die net neergestorte vliegmachine? Jan Koopmans, de onderduiker, gaat er als een haas vandoor in de donkere nacht, Willem de Jong zet na lang aarzelen de voordeur op een kier. Dan weet hij niet wat hij ziet. Een grote kerelTn een vreemd uniform, die ook nog allerlei onverstaanbare klanken uitstoot. Willem roept Aaltsje, zijn vrouw. "Kom nou es, hwat moatte wy hjirre mei oan?" "Er in!" beslist mevrouw De Jong onmiddellijk en het eerste wat de vreemdeling doet is met gespreide armen op de warme kachel af - hij is verkleumd tot op het bot. Dan haalt de man na nogal wat onbegrip over en weer een kaart te voorschijn met teksten in ver schillende talen en weet hij het echtpaar De Jong duidelijk te maken, dat er nog een kameraad van hem buiten ligt. Nu besluit Willem de Jong hulp te halen; een half uur later gaan ze met de geallieerde vüeger als gids met z'n drieën op zoek naar de tweede vliegenier: Willem de Jong, diens vader Geert de Jong en Douwe Tichelaar. Ze treffen de gezochte aan op de plaats, die de Australiër snel en foutloos weet terug te vinden. Bij gebrek aan een ladder beslui ten ze de zwaargekwetste in diens parachute te wikkelen en zo dragen ze de jongen, die vergaat van de pijn, naar het molenaarshuis. Daar leggen ze hem zowat tegen de kachel aan; nu blijkt hij er met een open dijbeenbreuk en gapen de wonden aan pols en gelaat niet best aan toe - waarschijnlijk sloeg hij bij de explosie dwars door het vliegtuigdak. Dus zal uit Weidum dokter Man tel moeten komen - zijn zoon, de medisch student Koos, neemt hij met zich mee en bovendien - tot grote geruststelling van de zwaai pijn lijdende Canadees - ook verdovende middelen. AAN DE HAAL. De Mantels zijn de eersten, die met de vliegers kunnen conver seren. Zij horen wat er gebeurd is, zij horen ook wat de niet gewonde Australiër van plan is te gaan doen. Hij weet het precies: aan de haal gaan, zo snel mogelijk. Wanneer hem wordt gevraagd, hoe hij dat denkt te doen, blijkt de jongen te beschikken over een wat simpele opvatting van de situatie, waarin hij nu verkeert. Hij wil een boot stelen en dan even overvaren naar Engeland! Het kost de dokter nogal wat tijd de plannen uit zijn hoofd te praten, maar tenslotte krijgt hij hem toch in het molenaarshuis onder de wol. De Australiër mag na het bange avontuur de nacht doorbrengen in de echtelijke sponde van de nog niet zo lang getrouwde De Jong en zijn vrouw. Die blijven zelf in de buurt van de Canadees op zijn geïmprovi seerde slaapplaats in de warmte van de kachel. Aan nachtrust komen ze toch niet toe - er is zoveel gebeurd in de laatste paar uren, dat ze aan slapen gaan niet hoeven te denken. Dokter Mantel zal de volgende morgen de Duitsers waarschu wen Wat zullen daarvan de gevolgen zijn? Over veertien dagen zullen we het zien in het derde deel van dit verhaal. FENNO L. SCHOUSTRA Een zeldzame foto van de nog gloeiende Lancaster, die onder de rook van Leeuwarden neerstortte. Op de neus staat het herkenningsteken van het ongelukkige toestel, de letter N for Nan. De jonge Leeuwarder Marcel Huizinga, die met betrekking tot deze vlieg tuigcrash in 1943 zoveel bijzonderheden wist te vergaren zou heel graag nader geïnformeerd willen worden over de route, die de reeds brandende bom menwerper heeft gevolgd, voor het toestel tenslotte neerstortte. Wie heeft het gezien? Brieven graag naar 't Kleine Krantsje.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 7