HET INTERESSANTE WOONHUIS
VAN COMMISSARIS WESSER
WAAR ZIJN ZE GEBLEVEN DIE FRAAIE
LANTAARNPALEN VAN VROEGER?
Paul Roling
vervolg van pag. 3
families Delea in dit hoekpand
gewoond.
De heer R. Poelstra te Leeuwar
den weet ons te melden, dat
Delea's pand, nu de Raedskelder,
'onder monumentenzorg staat'
en dat er nog een kelder loopt
onder het trottoir van de Eewal.
Die kelders, tussen twee haakjes,
werden onlangs van buiten nog
zichtbaar, toen men bezig was
hier diepriolering aan te brengen.
"Voor mij was de oplossing niet
zo moeilijk", aldus mevrouw A.
Eijgelaar te Alkmaar, "want ik
heb tot mijn huwelijk in 1956
tien jaar op het kantoor voor
Kadaster en Hypotheken ge
werkt", en datzelfde geldt voor
mevrouw M. M. Trenning-
Steenhouwer te Amsterdam, die
ons schrijft, dat zij tot haar tiende
jaar in het gebouw heeft ge
woond.
"Dat wil zeggen", aldus me
vrouw Trenning, "wij woonden
met ons gezin aan de achterkant
in de Grote Hoogstraat. Mijn
vader was namelijk commies op
het kadaster en tevens huisbe-
waarder-concierge tot 1922: zo
doende woonden wij er tot hij
vijf en zestig werd".
De heer R. van Wijngaarden te
Leeuwarden haalde een bijzon
dere herinnering op aan het al
lang afgebroken pand naast het
kadaster, waar de Dienst van
Gemeentewerken is geweest, la
ter Openbare Werken en nu
Stadsontwikkeling. Hij werd
daar in 1929, afgestudeerd van
de toenmalige M.T.S., als teke
naar aangesteld.
"Op de andere hoek", schreef de
heer Van Wijngaarden, "was het
politiebureau met daarachter,
met de ingang in de Sint Jacobs-
straat, een woning van commis
saris Wesser. Wat mij toen opviel
De Sint Jacobsstraat.
was, dat enkele collega's altijd
vrij vroeg op de tekenkamer
aanwezig waren en zeer nieuws
gierig naar de overkant keken.
Naar ik later kwam te weten was
daar de slaapkamer van de doch
ter van de commissaris. Zij stond
altijd zeer laat op en het aankle
den en wassen moest in haast
gebeuren, daar ook zij om half
negen op haar werk moest zijn.
Achter gordijnen verscholen wa
ren mijn collega's hiervan getui
gen en zij genoten er zichtbaar
van.
De heer mr. H. S. Bekius te
Helvoirt kwam omstreeks 1930
vaak in dit "interessante zeer
oude woonhuis" van de politie
commissaris, toen hij veel speel
de met zijn vriendje Jan Kool.
"De vader van Jan Kool" aldus
de heer Bekius, "was benoemd
tot Commissaris van Politie als
opvolger van de bekende heer
Wesser.
In de voorkamer van dat huis
bevond zich nog een geschilderd
schoorsteenstuk. Er waren bin
nenplaatsjes en boven was het
een wirwar van trapjes en aparte
zolders. De sanitaire voorzienin
gen waren in het grote huis, ook
voor die tijd, erg primitief. Zo
was er maar één w.c., ik meen
zelfs een tonnetjes ple, die zich
bevond in een grote kast in de
woonkamer aan de achterzijde
van het huis. Zo herinner ik mij
nog dat ik mij erg opgelaten
voelde toen ik tot grote hilariteit
van de dames die bij mevrouw
Kool in die kamer een bridgemid-
dag hadden, in mijn nood de deur
van de steengoedkast opende in
plaats van die van de naastgele
gen ple
Heel veel inzenders blijken met
een bijzondere belangstelling de
jongen te hebben bekeken, die
op onze foto zo nadrukkelijk op
de voorgrond stond.
"Interessant zou zijn te weten
wie de afgebeelde jongen is",
merkte de heer Van Wijngaarden
op en mevrouw De Pont dacht
aan haar eigen broer "Het lijkt
wel of mijn oudste broer, rustend
pastoor C. ten Velthuys, nu acht
en zeventig jaar en wonend te
Lage Vuursche, daar staat".
Welnu, misschien vernemen we
dat nog eens.
Tot slot willen we graag nog even
overschrijven wat de heer Chr.
Hamstra te Zevenaar ons
schreef.
"Niet in Leeuwarden geboren,
doch wel getogen van 1932 tot
1956, met een korte onderbre
king van '45 tot '48, is Leeuwar
den nadrukkelijk mijn Vader
stad, waaraan ik verknocht ben,
ondanks mijn omzwervingen
door Nederland met verschillen
de woonplaatsen en nu al dertien
jaar in Zevenaar. Toen ik in
Leeuwarden kwam in '32 werd ik
zes jaar. De indrukken, die je
opdoet in je jeugd blijven gebei
teld in de kinderziel en ze komen
weer boven als je naar de zestig
loopt, de kinderen de deur uit
zijn en de nostalgie om de hoek
komt kijken."
En dit, dachten we zo, zullen wel
heel velen ervaren en zijn woor
den zijn stellig velen uit het hart
gegrepen.
Nu wordt het hoog tijd af te
sluiten en komen we bij de prijs
winnaar van deze week. Wie het
werd? De heer J. E. Kuipers,
Spoorstraat 104, 8933 ED te
Leeuwarden. Hij krijgt een ex
emplaar van het boekje: "Leeu
warden ach ja, zo was het.
met zestien prachtige foto's van
de stad, zoals die vroeger was.
Heel wat abonnees van onze
krant zijn onlangs getroffen door
de afbeelding van een bijzonder
fraaie lantaarnpaal, die eens het
oude Gouverneursplein heeft ge
sierd - de paal was te zien op een
foto, die wij afdrukten voor onze
traditionele prijsvraag 'Leeuwar
ders, waar is dit?'
„Wat was dat een prachtig ver-
lichtingspunt," zo schreef ons de
heer Rinze van der Heide te
Leeuwarden en de heer D.
Beeksma te Leeuwarden zei het
zo: „De ouderwetse lantaarn
doet het mooi. Die zie je niet
meer, helaas?"
De heer Th. Weda, ook al uit
Leeuwarden, weidde er nog wat
meer over uit.
„Wat mij het meest op de foto
imponeerde was de monumenta
le lantaarnpaal," zo berichtte hij
ons. Ook op het Hofplein was er
een. Vooral in de jaren tien en
twintig waren er nogal wat. Ze
stonden op de Nieuwestad, on
der andere op de Langepijp, op
de vier hoeken van 't Wilhelmi-
naplein, op de Brol, er stonden
twee op de Tweebaksmarkt en ze
stonden ook voor het spoorsta
tion en op het Zuiderplein en het
Blokhuisplein."
„Eeuwig zonde, dat er niets be
waard is - jammer, jammer!"
Aldus besloot de heer Weda zijn
hartekreet, waarbij wij ons na
tuurlijk volgaarne aansluiten.
Het is inderdaad bevreemdend,
dat er blijkbaar nimmer verzet is
geweest tegen het verdwijnen
van deze en dergelijke monu
mentale ornamenten uit het
beeld van de stad. Maar ja, we
weten het nu wel: het gaat alle
maal heel geleidelijk, modernise
ringen zijn niet tegen te houden
en voor we het weten is dit
verdwenen en staat dat er voor in
de plaats.
Ook op het Wilhelminaplein stonden in vroeger jaren fraaie lantaarnpalen
Op 8 januari nam
voor eeuwig afscheid van Leeuwarden.
Beste Oom:
Het wordt koud in mijn levenmaar de
herinnering aan Uw enthousiasme en eerlijke
emoties zal op die momenten verwarmen,
wanneer mijn gedachten in Uw en mijn
geboortestad zijn.
Robert, A. J. Roling - Twenthe