HET CARILLON IN HET KOEPELTJE VAN 'T STADHUIS jll Hyf f m lïl BRAND STADSNIEUWS VAN VROEGER i <rp% M V Dit is echt een plaatje uit de goeie.ouwe tijd, toen het water van het Vliet nog niet was gedempt, toen er nog weinig autoverkeer in Leeuwarden was en toen velen nog de voorkeur gaven aan een paardekoetsje als vervoermiddel op de korte afstanden. De foto is in 1930 gemaakt en toen was de automobiel hier nog zo zeldzaam, dat een paard er terdege van kon schrikken. Dat is hier dan ook gebeurd: een paard van de stalhouder Wijbenga schrok zo van een gemotoriseerde vierwieler, dat het dier met koets en al te water raakte. De koetsier kon tijdig van de bok springen, maar hoe het met het paard afliep vertelt de geschiedenis niet. Misschien is dat ter plaatse bij de wal opgeholpen, gelet op de duidelijke natte plekken op de kademuur. Of zouden dat sporen zijn van passagiers van de koets, die ijlings het natte voor het droge element verwissel den? Eén van de alleroudste mechani sche muziekinstrumenten in Leeuwarden is zeer zeker het carillon in het koepeltje van het stadhuis aan het Raadhuisplein. Het is hierin aangebracht in 1914 en was afkomstig uit de in 1884 gesloopte Nieuwe of St. Jacobs toren, die gebouwd was in 1540 aan de Grote Hoogstraat, nu het zogenaamde Klokplein. De beiaard in deze toren bestond uit dertien klokken, waaronder drie grote, 'de Leeuw', diameter 175 cm, gegoten in 1541 door Corne lius Waghevens uit Antwerpen; 'de Heilige Petrus', diameter 94,5 cm, in 1544 gegoten door Johan ter Steghe; en een klok van 74,5 cm diameter, gegoten in 1632 door Hans Falck van Neu renberg. SPEELTROMMEL Om de beiaard op hele en halve uren automatisch te kunnen laten spelen, werd een speeltrommel geplaatst met daarin op een mu- ziekpatroon ingestoken stiften, waardoor het toetsenklavier werd bespeeld. Ongeveer vijf eeuwen geleden werden de speeltrommels uitge vonden. Bij sommige beiaards heeft de trommel zo'n grote dia meter, dat men erin kan lopen en zodoende de pennen van binnen uit kan vastzetten! In 1686 werd door het gemeente bestuur aan Claude Fremy te Amsterdam, een neef van de beroemde klokkengieter Hemo- ny, opdracht gegeven tot het leveren van een nieuw carillon. Het werd in 1687 geplaatst in de Nieuwe of St. Jacobstoren en bestond uit: 32 nieuwe klokken en 3 oude klokken. De klokken werden geplaatst door Willem Sprakel, die in 1692 tevens een nieuwe en grotere speeltrommel leverde. VEEL GENOEGEN Uit verschillende reacties van een groot aantal inwoners bleek dat het carillon hun veel genoe gen bracht. In de negentiende eeuw gingen hele gezinnen met kinderen bewust naar het beiaardspel luisteren. In januari 1884 besloot de ge meenteraad de toren te slopen, omdat na een decemberstorm daarvoor de toren zo zeer uit het lood was komen te staan, dat gevaar voor instorten bestond. Een gedeelte van de beiaard werd opgeslagen op de zolder van het politiebureau, terwijl in de tuin van een huis aan de Hoogstraat de vijf grote klokken een plaats kregen. Er volgde nu een beiaardloos tijdperk van twintig jaar. In 1915 werden de 32 klokken van de beiaard opgehangen in het koepeltje van het stadhuis. Onder supervisie van de Haagse beiaardier J. D. de Zwaan werd het spel met een nieuw klavier, een nieuwe trommel en toebeho ren ingericht door J. H. Addick' Zoon te Amsterdam. De grote klok 'de Leeuw' werd als sierklok in de Oldehove opge hangen. ONDERGEDOKEN In 1944 werd de beiaard doorde Duitse bezetters gevorderd, maar ze kwam niet verder dan Harlingen. Daar verdwenen de klokken om bij van Bergen in Heiligerlee onder te duiken. De grote klok 'de Heilige Petrus' is naar Duitsland vervoerd, maar ze werd in 1946 teruggevonden en weer aan het geheel toege voegd. Er volgde nu wéér een beiaard loos tijdperk van twintig jaar! Gedurende deze periode, van 1950 tot 1970, is het carillon in de kelders van het stadhuis opge slagen, omdat herplaatsen in de koepel door het aanwezig zijn van het stadsarchief op de zolder het gebouw te zwaar zou belas ten. Augustus 1970 besloot de ge meenteraad een voorbereidings- crediet te verlenen van 25.000,- voor herplaatsen van het carillon in het koepeltje. Voor dit bedrag moest een studie worden gemaakt voor het ver stevigen van de koepel, het res taureren van de beiaard en het verplaatsen van het stadsarchief van de zolder. EERSTE CONCERT December 1972 gaf uiteindelijk de stadsbeiaardier Dirk Donker uit Sneek het eerste concert op het carillon, dat bestond uit 34 bestaande klokken en vijf kleine nieuwe klokjes. Eén van klokken kon als klepklok worden ge bruikt. Het carillon werd geëlekrifi- ceerd, voorzien van een nieuw klavier met een ponsbandappa- ratuur, waardoor het op de hele en halve uren speelt. Op de band kunnen vier muziekjes worden vastgelegd, zodat het carillon zichzelf om de twee uur herhaalt. Speciale banden zijn in voorraad voor Sinterklaas en Kerstmis. In de beiaard is helaas niet meer Wie hedenmorgen omstreeks ne gen uur in de straten aan den oostkant van onze stad wandelde - en dat waren er, zooals ge woonlijk op dezen tijd, zeer ve len - zag vanuit de richting van den Arendstuin dikke pikzwarte rookwolken opstijgen. Het leek wel alsof er brand was en geen kleine ook. Natuurlijk spoedden allen zich naar de plaats des onheils. „De gasfabriek staat in brand', werd er geroepen. „Neen", meenden anderen, „het is de drukkerij van de Leeuwar der Courant". Gelukkig bleek noch het een, noch het ander het geval. Er stond een groote vuurpot met teer in den Arendstuin, dicht bij de plaats, waar de nieuwe mu ziektent wordt gebouwd. De teer was overgekookt en waar men de oude zware muziektrommel van 1914 aanwezig, maar deze is geschonken aan de Stichting As ten Beiaard Centrum en aange bracht in het stadhuis te Asten. De hele restauratie van het caril lon is verricht door de firma Eysbouts te Asten, terwijl het aannemersbedrijf Jellema de vereiste bouwkundige werk zaamheden verrichtte onder toe zicht van de dienst Gemeente werken. De totale kosten hebben 250.000,- bedragen. Een be drag van 230.000,- is geschon ken door het in 1927 opgerichte Torenfonds voor het stichten van een nieuwe toren op het Klok plein. MOOIE STEMMING Hoewel men gehoopt had deze toren bij het 500-jarig bestaan van de gemeente Leeuwarden in 1935 te kunnen aanbieden, is daarvan niets terechtgekomen. Al met al kan men stellen dat het geld nu toch een mooie bestem ming heeft gekregen voor een werkelijk historisch monument! Aalsmeer Ing. H. Th. Heegstra hier te doen heeft met een sub stantie, die bijzonder goed wil branden, sloeg de vlam in den pot en werd het in den tijd van een oogenblik een vuurzee van be lang. Daar de pot echter midden op de ruimte stond, kon het vuur geen verder onheil verwekken. De talrijke toeschouwers konden zich een poosje verdiepen in het felle vuur en de dichte rookwol ken, die door den wind in de richting van den Groninger straatweg werden gedreven, zoodat dien kant uit al spoedig geen huis meer was te onder scheiden. Na enkele minuten begonnen de vlammen minder hoog uit te slaan en met behulp van eenige schoppen aarde was men weldra „het vuur meester". (1927) Niet wie veel kracht bezit Of veel behendigheid Maar wie geen zwakheid kent Staat sterk in 's levens strijd it «Ut" v' T %TJM ffOWl, tpr «s v *;;r mij 'Ws' Hl v i "3 Nh i ms i M' A U* Éi f4 ff -f'l ■Ma- w* HM n h% Zr- Pm Üg v| X' V 1 Ai! Vv I I -V I I Nfc i .j i* A J L» •fe' -f I»: Een tekening van de Grote Hoogstraat met de Nieuwe- of Sint jacobstoren. Van hier ging het carillon naar het koepeltje op het stadhuis, dat we op de bovenste foto zien.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 5