WAT VERKIJKEN WIJ ONS VAAK
OP DE 'MOEILIJKHEIDSFA CTOR'
'T KLEINE
KRANTSJE
ONZE FOTOPRIJSVRAAG
Wat verkijken wij ons vaak op de "moeilijkheidsfactor" van onze opgaven in deze
rubriek "Leewadders, waar is dit?" Denken we, dat onze vraag waar een bepaalde
foto is gemaakt heel erg gemakkelijk te beantwoorden is, dan valt het aantal
inzendingen dik tegen, veronderstellen we, dat we de lezers tracteren op een haast niet
te beantwoorden vraag, dan rijst de stroom al meer en meer. Ook de laatste maal is dit
weer het geval geweest, toen wij een foto publiceerden met gevelfragmenten van twee
huisjes en een eenvoudig poortje er tussenin. We hadden werkelijk gedacht ditmaal
maar zeer weinig (goede) oplossingen te zullen ontvangen, maar zie, wat er gebeurt:
ettelijke tientallen abonnees blijken exact te weten, waar onze foto werd gemaakt. En
dat, terwijl er op dit moment van dit poortje niets meer is terug te vinden. Niet het
traditionele Leewadderswaar is dit?" maar "Leewadders, waar was dit?" had dus
eigenlijk onze vraag moeten zijn.
Nu moeten we om te beginnen
zeggen, dat niet alle lezers on
middellijk wisten, waar de foto
was gemaakt en we kregen dan
ook heel wat brieven, waarin
twijfels werden uitgesproken. Bij
velen gingen de gedachten uit
naar het Oldegalileën en het Oud
Eigen Brood en niet naar Achter
de Hoven, waar het poortje
werkelijk is geweest.
"Bij het zien van de foto" schreef
ons de heer R. Poelstra te Leeu
warden, "dacht ik, dat dit Achter
de Hoven moest zijn. Na mijn
vriend Andries Algra gebeld te
hebben, had deze echter een heel
andere plaats in gedachten, na
melijk het Oud Eigen Brood. We
zijn er toen gaan kijken, maar wi
kwamen wel tot de conclusie, da.
hier niet het poortje van de foto
was. Samen zijn we toen op
onderzoek uitgegaan en ik kan U
verzekeren, dat we op de fiets
heel wat kilometers door alle
oude gedeelten van Leeuwarden
hebben afgelegd, zonder het
poortje te hebben kunnen ont
dekken".
GROOTMOEKE
"Deze huisjes stonden (staan)
naar mijn overtuiging aan het
Oud Eigen Brood" zo bericht ons
mevrouw G. Doetjes-Miedema
te Beilen. "Als ik het goed heb,
dan heeft "mien Grootmoeke" in
het linkerhuisje gewoond. Als je
binnenkwam stond je in een por
taal met de trap naar de zolder.
Op de zolder was de "plé". Ie
dere week kwam de tonneman
een schone ton brengen. Hij
droeg dan de lege ton op z'n ene
schouder naar boven en kwam
even later met de volle ton de
trap weer af. Ik heb nooit ge
hoord, dat het fout ging".
EIGEN BROOD
"Vermoedelijk als velen dacht ik
eerst aan Eigen Brood" meldt de
heer Th. Weda te Leeuwarden,
"maar het poortje daar hebben
we enige tijd geleden al als zoek-
plaatje gehad. Ik heb veel ge
zocht en had de moed al opgege
ven tot ik zondag bezig was enige
oude jaargangen door te zien om
ze te laten inbinden en wat zie ik
in een van die oude nummers?
Precies dezelfde foto en er stond
bij, waar het was!"
De heer en mevrouw F. en J. van
der Zwaag-Wagenaar te Leeu
warden dachten eerst aan het
Panbakkerspoortje, "waar dikke
Anna woonde met haar schare
dochters, die op oudejaarsavond
Moeke's keuken leeghaalden en
met potten en deksels het nieuwe
jaar inluidden", maar kwamen
toch ook uit op het Oud Eigen
Brood: "Deze steegjes vluchtten
wij door als we bij Heilige Marie
op het raam hadden getikt en -
zoals ze vroeger vertelden - zij
dan onder de tafel dook. Deze
vrouw was altijd geheel in het wit
gekleed en zelfs haar gezicht had
ze witgemaakt".
Ook mevrouw S. Bakker-
Rauwerda te Heerenveen dacht
aan het Oud Eigen Brood: "Ik
heb in mijn jeugdjaren aan het
eind van het Oldegaliliën ge
woond. Maar er kan elders in
Leeuwarden ook best zo'n poor
tje zijn hoor. Maar ja, wie niet
waagt, di.e niet wint".
Goed, dus niet aan het Oldegali
leën, dat begrepen we intussen
al, maar aan Achter de Hoven en
wel tegenover de Verkorteweg
en dat hebben, zoals we in de
inleiding van dit verhaal al zei
den, heel veel abonnees goed
geweten.
"Het is de Pletbuurt aan de Ach
ter de Hoven", aldus mevrouw
Aukje Overwijk te Leeuwarden.
"Daar ben ik opgegroeid en lig
gen dus mijn kinderjaren. Het
huis aan de linkerkant werd be
woond door de weduwe Dumo-
ree met haar zoon, die schoen
maker was. Het andere huis werd
bewoond door de weduwe K.
Jaspers met een dochtertje. Haar
man had ze verloren door het
vergaan van de Stanfries IV".
HET DWAZE HUUSKE
"Als je door het Poortje liep" zo
vervolgt mevrouw Overwijk
haar brief, dan zag je aan beide
kanten vijf huizen staan. Het
middenhuis, dat we ook op de
foto zien, noemden wij altijd het
Dwaze Huuske. Daarin woonde
de familie Van Dijk met drie
dochters, Jantsje, Johanna en
Ida. Later woonde er een familie
Meindersma met een zoon Lieu-
we en nog later een familie Top-
ma, van wie de man bij de Reini
gingsdienst werkte".
Ook de andere bewoners van de
Pletbuurt weet mevrouw Over
wijk op te sommen: "de familie's
Van Riezen, Elzinga, Zorn, Over
wijk, Beumer, Glastra, Neuman,
Van Dalen, Kuperus, Huiser en
Van der Wal. Het leukste van het
wonen in de Pletbuurt was, dat
de dienstboden van de familie
Attema, de goudsmid, wonende
in het voormalige pand van Dok
ter Van Staveren, bij alle bewo
ners langskwamen met een grote
bak met prenteboeken, taaipop
pen en pepernoten en dan kreeg
elk kind wat en was er dolblij
mee. Dit is voor ons een prettige
herinnering aan onze kinderja
ren".
"Nu wij het niet hebben kunnen
ontdekken" aldus vervolgde de
heer R. Poelstra zijn net al geci
teerde brief, "blijf ik toch maar
bij mijn eigen punt en dat is dan
het poortje tegenover de Verkor-
"Het ken niet misse: Agter de
Hoven fanuut de Vekotteweg
nomen. Oftewel bij Opoe Rats-
ma foor de deur. Die had dêre
op't hoekje un snoepwinkeltsje.
'k Hè dère wat nutskes hene-
sjouwd. Toverballen, wit op
swat, piepkaniel zoethoutstok
jes
Voor de ouwelui een klodde
groene seep of stroop uut 't vat,
süker, brune boanen en sout uute
sak. Later het er een naaimasien-
boer in sitten en nog later is 't een
freetpaleis wudden.
Op't streekje fan't poartsfe had
den je de ene kant uut: Van der
Berg, de draaierij, later Douna,
Tjepkema de skilder, Smeding de
groenteboer - een van Smeding
sutelde inne oorlog met Pasta-
mella, een lekkernij!
De andere kant uut een paar
hüzen, in één woande Bokma, de
foddejoad.
Inne Vekotteweg saten wij self
mette garaazje teugenover sla
ger Terpstra, later De Boer,
"kappersbenodigheden" en nog
later de skoenwinkelier, diet ai
ded de pliesje belde atter een
auto bij hem oppe stoep ston. Wij
sagen um dan (lilk) naar de
tillefoan lopen, twee menuten
later reden we de wagen der fut
en nog een menuut later leiden
we innen stuip fan't lachen attie
de pliesje uutlei, wer't die wagen
staan had.
Fedder hadden je inne straat
meester Van der Noord, Postma,
de timmerman, Bouma expedi-
sie, Kruize de skoenmaker, Bor-
dewijk de ammenuensis en het
Gouden Stoepke van vrouw
Dijkstra. Dèr mochten je niet
foor de deur speule, dus die
moest hast alle dagen agter de
kienders an en... savus ruuts-
jetikke: een houtskroef met een
rood rubberke derom fannun
karnemelkfles (Kalverboer lilk)
an een lang stuk touw met op't
end wat knoopkes der in. Met
wat flieber de skroef met (suug-
rubberke) teugen 't ruut plakke.
Anne andere kant oppe stoep ut
draadsje strak trekke en met de
nagel fanne duum der bij langs
strieke. Dan rattelde ut op't ruut
al su der weet ik niet wat gebeu-
re. Daarna: lope foor't leven
Mien broer hetter al us spookt
met een laken over sich hene
inne dakgoot. 'k Hoor hast
nóg 't skreeuwen. Mar ik stop der
felopig eerst mar met. Feul suk-
ses mettut Krantsje enne groeten
fan
Duco Wiersma
teweg. Rechts van het poortje
stonden een paar huizen en dan
kwam het grote herenhuis van
dokter Van Staveren met zijn
vigelante. Daarnaast, waar nu de
boksschool Van Houten geves
tigd is, was vroeger het café van
Potgieser, die later verhuisde
naar de Oosterkade".
"Mijn moeder en zuster hebben
hier jaren gewoond" schreef ons
mevrouw A. Tolsma-Zorn te
Amsterdam. "Tot alles er werd
afgebroken en er een machinefa
briek werd gebouwd. Mijn kinde
ren speelden, als we met vacantie
waren, altijd in het poortje en
haalden zich dan de woede van
een oude politieman op de hals -
de schilderijen slingerden aan de
(Vervolg op pag. 7)
voor Leeuwarden en de wij
de wereld er omheen
Een uitgave van Fenno
Schoustra's Publiciteits-
kantoor.
Verschijnt eenmaal in de
veertien dagen.
Abonnementenadministra
tie: Postbus 858, 8901 BR
Leeuwarden.
Abonnementsgelden Post
giro: 98 10 62.
Redactie en advertentie-af
deling: Vredeman de Vries-
straat 18921 BP Leeuwar
den.
Telefoon (058) 120302
Geopend:van dinsdag tot
en met donderdag, uit
sluitend 's morgens van 9
tot 12 uur.
's Middags en van vrijdag
tot en met maandag ge
sloten.
Abonnementsprijs:
voor Nederland 27,50 per
jaar; voor het buitenland:
50,- per jaar.
Losse nummers afgehaald
1,75 per stuk. Per giro be
steld (Postgiro 98 10 62):
2,75 voor 1 ex., 4,75
voor 2 ex., 6,25 voor 3 ex.
Het lidmaatschap van't
Kleine Krantsje staat alleen
open voor lezers, die zich
door hun aanmelding ak
koord verklaren met de hier
navolgende 'leveringsvoor
waarden':
Het abonnementsgeld moet
vooruit worden betaald.
Op de 1e februari dient het
abonnementsgeld voor het
dan lopende jaar te zijn
betaald.
Geschenk-abonnementen
en abonnementen van le
zers in het buitenland
moeten op de 15e decem
ber van het voorafgaande
jaar zijn betaald.
Lezers, die zich niet telefo
nisch of schriftelijk, maar
per giro-overschrijving als
abonnee aanmelden, wor
den verzocht op het giro
strookje te vermelden:
Nieuwe abonnee.
Wie het abonnementsgeld
voor een ander betaalt,
dient duidelijk de naam en
het adres te vermelden van
de abonnee, voor wie wordt
betaald.
Adreswijzigingen moeten
minstens 10 dagen voor het
verhuizen worden doorge
geven.
Abonnementen, die niet
schriftelijk voor 1 december
zijn opgezegd, worden au
tomatisch verlengd.