LANGS OUDE KERKHOVEN ITS? HENDRIK HELLES HOEKSTRA, 1 f ter gedachtenis CHRISTINA PETRONELLA IN LEVEN MANDENMAKER GEBOREN TE DOKKUM EN ALDAAR OVERLEOEN 20 DECEMBER 1893 IN DEN OUDERDOM VAN 71 JAREN- ZIJHUN^»™ 2U1H STEBVEH SEWI» QfcV*,V.V.tr- ^VNHtSJN B ét aan ons lief DOCHTERTJE EN 7US IE +'24SEPT.|S65 f 21 JAN. 07/ E. BOOMS,MA T. B00MSMA-8UWALDA THEO STIL MAAR, WACHT MAAR, ALLES WORDT NIEUW Aalsum ten noorden van Dok- kum: een van de meest intieme begraafplaatsen in Friesland. Het ligt er als een soort Masada, hoog boven het omringende land, slechts bereikbaar via een smal weggetje met uitbundig struikge was. Een rustplaats in de meest letter lijke betekenis van het woord; zóver van de bewoonde wereld, dat geen verkeersgeluiden de be zoekers zullen bereiken. Midden in dit eiland van stilte het uit het begin van de dertiende eeuw stammende kerkje, omge ven door een aantal graven, dat onevenredig hoog lijkt, wanneer we alleen naar het inwonertal van het dorpje zien - ook veel Dokkumers echter verkiezen hier te worden begraven. KLEINE KINDEREN Twee steentjes op deze dodenak ker treffen ons bijzonder. In bei de gevalleh rusten er drie kleine kinderen onder. Christina Petro- nella, dochtertje van F. Booms- ma en T. Buwalda, overleed in 1971 op de leeftijd van nog geen zes jaar. Haar later geboren zusje Aafke Trijntje werd maar zes dagen oud en nog een Christina Petronella, een tweelingzusje, overleed toen ze nog geen twee maanden was. Het bedroefde ou- EN VAN derpaar verloor deze drie kinde ren in de tijd van een jaar. Meindert Jacob Fokkema stierf in 1951 op de leeftijd van nog geen twee jaar, zijn broertje Ja cob Pieter overleed achttien da gen later, toen hij vier maanden was en Lambertus Atze Fokke ma, overleden in 1973, bereikte de leeftijd van net elf jaar. Wat een ouderverdriet, neergelegd in enkele namen en data! Een opvallende steen is die van Hendrik Melles Hoekstra, omdat we in dit geval te weten komen, wat het beroep van hem is ge weest: mandenmaker. Slechts zelden zullen we van een ar beidsman het beroep op een graf steen aantreffen. Alleen van pre dikanten, artsen en schoolmees ters wordt het beroep nog wel eens vermeld en dan natuurlijk altijd met de volstrekt overbodi ge toevoeging "in leven" er bij: "in leven schoolmeester", "in leven predikant". Zo ook hier: "in leven mandenmaker". Ook op deze begraafplaats van Aalsum rust het stoffelijk over schot van Klaas van Dijk, "pio nier van het verzet", geboren in 1893 in Dokkum en gesneuveld op 8 december 1944 onder Nes. Klaas van Dijk, die in de illegali teit "Omke Klaas" werd ge noemd was schoenenhandelaar in Dokkum. Hij organiseerde de verspreiding van illegale bladen, hield zich bezig met spionage werk en zat ook in de knokploeg in zijn stad. HUISZOEKING Toen hij zich in de boerderij van Ernst Meinsma in Nes bevond kwamen daar Duitsers om huis zoeking te doen. Zij vonden een radiotoestel en de boer werd gearresteerd. Hij mocht zich nog verkleden en verborg zich toen met zijn zoon en Klaas van Dijk in een schuilplaats, die de bezet ters niet konden vinden. Ongeduld werd Klaas van Dijk helaas noodlottig: toen hij na geruime tijd wachten te voor schijn kwam, bleken de Duitsers er nog te zijn - zij zagen Omke Klaas en schoten hem dood. Naar aanleiding van onze publi catie over het kerkhof van Baayum kregen wij een reactie van onze abonnee, mevrouw I. S. Postma te Leeuwarden, een ver familielid van Wiebe Rinzes El- zinga, de "Oud strijder voor Has selt en Leuven": Wiebe was een oom van haar grootvader. Mevrouw Postma heeft nog een kaart in haar bezit, waarin het overlijden van de hoogbejaarde vechtjas wordt gemeld: "Heden overleed zacht en kalm in de ouderdom van 95 j aar en 9 maan den Wiebe Rinzes Elzinga, Oud strijder voor Hasselt en Leuven", gedateerd 6 juni 1903 en onder tekend door G. H. Bleeker en A. Leeman, executeurs. Elzinga stierf in Welsrijp, waar hij op oudere leeftijd ook heeft ge woond. TE VOET De moeder van mevrouw Post ma, mevrouw A. Postma- Elzinga te Leeuwarden, even eens abonnee van onze krant, herinnert zich uit de tijd, toen zij een meisje was van een jaar of tien twaalf, dat Wiebe Elzinga vaak te voet van Welsrijp naar Franeker kwam. Ze zagen hem dan al van ver aankomen en als meisje liep mevrouw Postma de oud strijder wel tegemoet. Hij bleef dan ook eten en kuierde na de thee weer mooi naar Welsrijp terug. Van onze abonnee, de heer Bee- rend Wietsma te Heemskerk, ontvingen wij een interessante brief naar aanleiding van wat wij schreven over de in Baayum begraven familie Wenselaar. Hij beschikt over veel gegevens be treffende de Wenselaars, omdat een dochter van een van zijn Hedenochtend omstreeks 10 uur kwam een tractor met aanhang wagen van de N.v. Wegenbouw te Utrecht, bestemd voor J. Hoedjes, in de richting Vallaats- brug aangereden. Toen de wa gens over de brug waren en den Harlingertrekweg zouden oprij den, schijnt de verbinding *tus- schen tractor en aanhangwagen gewrongen te hebben, tengevol ge waarvan de aanhangwagen in de vaart reed, waarbij de tractor in den val werd meegesleurd. De bestuurder had de tegen woordigheid van geest nog net op tijd van den tractor te sprin gen, zoodat hij er nu boven op terecht kwam; was dit hem niet gelukt, ongetwijfeld zou hij door deze trekkracht zijn verpletterd. Een man, die op den aanhangwa gen zat was er afgeworpen en bleef op den wal staan. De politie was spoedig aanwezig, doch kon, daar de brug moest worden afgedraaid, niet tijdig bij de plaats van het ongeluk zijn. Wat eerst ernstig leek, bleek nogal mee te vallen, daar men althans den chauffer spoedig op den wal had. De kraanwagen van de firma Rosier was spoedig ter plaatse om de wagens naar boven te halen. (1930) In een gezelschapje jonge dames, van wie er een kennelijk net was getrouwd, vertelde het jonggehuw de vrouwtje, dat ze voor het eerst in haar leven had gekookt. "En weet je, wat mijn man toen zei? Dat het het beste zou zijn er eerst de hond van te laten eten ,,Ach" reageerde toen een van de anderen, „ik heb altijd gemeend, dat je man zoveel van honden hield. voorouders in 1834 in Menaldum trouwde met een Sjoerd Jarig Wenselaar. De heer Wietsma schrijft dan dat er in familiekringen een verhaal rondgaat, dat er begin 1800 een Van der Kooy of Kooystra dienstweigeraar moet zijn ge weest voor het leger van Napo leon en dat deze meneer daarna emigreerde naar een ver land, wellicht naar Australië. Daar zou hij heel rijk zijn geworden en een grote som geld hebben nagela ten. In de twintiger jaren schijnt over deze zaak, aldus de heer Wiets ma, veel in Friese bladen te zijn geschreven en naar aanleiding daarvan zijn families Van der Kooy, Wijtsma en Wenselaar r" gaan speuren of zij door verer ving aanspraak op een deel van dat vermogen zouden kunnen maken. "Naar mijn mening is er niets van gekomen" zo bericht de heer Wietsma, die nu heel graag wil weten of er lezers van 't Kleine Krantsje zijn, die iets weten van deze zaak. Ook vraagt hij zich af of de betreffende kranteartikelen nog zijn op te sporen. GEGEVENS Tenslotte schrijft de heer Wiets ma, dat hij graag tegen vergoe ding van alleen de portokosten gegevens over de Wenselaars wil verstrekken, wanneer deze familieleden zich bij 't Kleine Krantsje melden. "Hi, i w* Mè

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 8