DICKVANDERHEIJDE JR/REKLAME UILTJE STIENSTRA: EEN VEELZIJDIGE STADGENOOT adviesbureau voor reklame en publiciteit jozef isr£6lsstr33t10 leeuwarden 05100-24984 Een veelzijdige stadgenoot is onze abonnee, de heer Uiltje Stienstra van de Groninger straatweg. Hij heeft in jonger jaren op de 'Algemeene Frie- sche' gewerkt, hij is een zeer bekwame technicus, hij deed veel aan toneelspelen, hij was een volksdanser en hij was een vermaarde Elfstedenrij- der: met z'n vieren als broers verwierven de Stienstra's niet minder dan acht en twintig Elfstedenkruisjes. Zelf be haalde Uiltje Stienstra in de Elfstedenwedstrijd eens een vijfde prijs en werd hij een maal negende. Over hem gaat dit verhaal, dat is ge schreven door een van onze abonnees. Toen ik Uiltje Stienstra in 1934 voor het eerst ontmoette, was hij drieëndertig jaar en hij leek mij toen al merkwaardig jong voor zijn leeftijd. Dat is hij tot op de huidige dag gebleven, want ook nu nog wordt men getroffen door zijn levendigheid, zijn kwieke bewegingen, zijn beeldende wij ze van vertellen en zijn heldere oogopslag. Ik leerde hem kennen in zijn werk bij de toenmalige 'Alge meene Friesche', waar hij samen met zijn collega en vriend, de heer N. de Boer, geplaatst was op de afdeling Adressograaf. Dat was in die jaren bijna zulk een wonder als de computer nu: fran keermachines, die behalve het adresseren van enveloppen, ook kwitanties met het juiste bedrag konden afdrukken! Het was een groot machinepark: ponsmachines voor het vervaar digen der adres-plaatjes en af- drukmachines voor de kwitan ties. Het systeem was steeds aan wijziging onderhevig, immers, dagelijks was er mutatie door vertrek, dood der verzekerden of intrede van nieuwe relaties. Ik was blij dat ik er niet behoefde te werken, want ik kende het sys teem al van mijn vorige werkge ver, de firma Hettema: aan pon sen had ik het land en ik was blij, dat ik bij de afdeling correspon dentie kon typen! TECHNISCHE MAN Technisch stond de heer Stienstra zijn mannetje en nu, zoveel jaar later, mag hij er nog graag een sterk staaltje van vertellen. In 1939 splitste, onder invloed van oorlogsdreiging en angst voor de waterlinie, de 'Algemeene Frie- vervolg van pag. 4) Lang heb ik door dat vliegtuig nog een paar matjes voor mijn sigarettenroller gehad. Een buur man, die daar wel mocht komen, had een stuk parachutelinnen ge pakt of gekregen. Eveneens in 't laatst van de oor log zagen wij herhaalde malen Engelse jagers over de treinen scheren en hun lood uitspuwen. sche' haar administratie in een westelijk en oostelijk deel. Zij opende een administratiekan toor in Den Haag met een eigen adressec --systeem Vele collega's werden met hun gezinnen raar het Westen over geplaatst. Ook daar werden adresseermachines geïnstalleerd, maar toen deze aan het draaien gingen, weigerde de hoofdmachi ne plotseling en was niet meer in orde te krijgen, ook niet nadat velen er hun zegje over hadden geuit. In paniek bellen naar Leeu warden om raad. en na rijp beraad werd toegezegd dat de heer Stienstra naar Den Haag zou komen om het geval te be zien. Na een lange reis via de Lemster boot arriveerde hij ter plaatse waar hij met veel scepsis der collega's werd ontvangen. Het ding lag volledig uit elkaar maar na enige uren ploeteren wist hij de machine weer in actie te krij gen. Grote opluchting bij de Di rectie en dank bij de collega's! Die Stienstra toch, hoe kreeg ie het weer voor elkaar! Toch was hij niet bij techniek opgegroeid. Hij bracht zijn jeugd door op een boerderij in Wijlaar- derburen, nu verdwenen door de oprukkende stadsuitbreiding. Toen de petrolielamp als licht bron en de roeiboot als vervoer middel, later de fiets. Met vader en vier zoons werd in het bedrijf van vroeg tot laat gewerkt en als hij 's morgens om acht uur op kantoor kwam, had hij er al een paar uur handenarbeid opzitten. Ook in zijn huwelijk bleef hij vroeg opstaan en in de hooitijd bijvoorbeeld zijn broers helpen. Met hen deelde hij zijn liefde voor het ijs, meermalen reden zij alle vier de elfstedentocht. Als we nachtdienst hadden bij fCoopmans Meelfabrieken klom men we, wanneer er Engelsen overkwamen, boven naar de silo van Koopmans. Eens zouden we weer naar boven, maar we waren nog maar twee trappen hoog, toen we ons kapot schrokken en een paar man rolden zo weer bij de trap neer. Met twee man gingen we door en Mijn contact met hem lag dus niet in het werk en niet op het ijs, maar bij het toneel. Samen met de heer De Boer verzorgde hij veel voordrachten, sketches, re vues, waarbij hij ook in het de- corwerk zijn mannetje stond. In 1934 was dat al zo: de beide heren hadden toen een revue in voorbereiding, waarbij via een film-apparaat, gemaakt uit waar deloos afval, beelden werden vertoond van de tocht door Ame rika, door de oud-directeur, de heer J. Oosterhoff, destijds ge maakt. Een pracht revue, waarover de voorzitter, de heer Van der Mast zo verrukt was, dat hij in extase riep: ,,Nu komt de aap uit de mouw" toen als slotnummer de omtrek van de beeltenis van de geliefde directeur in lampjes zichtbaar werd. Hilariteit vanzelf en een mop, welke nog vele jaren werd geciteerd, als die tijd ter sprake kwam! EERSTE RADIO De heer Stienstra was een der eersten met een radiotoestel, zelf geconstrueerd en met behulp van fiets-dynamo's zo lang geëxperi menteerd tot ie het deedEen wonder van techniek, aan schouwd door de wiskundig ad viseur, de heer Poort, die daartoe met zijn vrouw in een roeibootje vanaf de woning aan de Span jaardslaan via de Westersingel de tocht naar Wijlaarderburen on dernam! Bij het toneel ging de voorliefde van 'Uultsje', zoals hij door zijn vrienden wordt genoemd, uit naar het Fries. Hij had grote bewondering voor de schrijver IJ. C. Schuitmaker, speelde in vele stukken van deze groot meester, en kwam via 'Fryske Trou' bij het volksdansen te recht. Zo maakte Uultsje deel uit van de groep, welke in 1936 naar Berlijn toog om mee te doen aan het folkloristische gedeelte van de Olympische Spelen. Hoewel Hitier het toen presteerde er een nationaal socialistische manifes tatie van te maken, moet worden gezegd dat het op zichzelf een machtig gebeuren was. VOLKSDANSEN Zijn liefde voor het volksdansen bleef en geen wonder dat Uultsje na de oorlog behoorde tot dege nen, die de Skotsploech opricht ten. Hij bleef vele jaren actief lid en wist het met het werk zo te regelen dat door het opsparen van overwerkuren voldoende toen we boven op de silo kwa men zag ik het bij het Kalverdijk- je allemaal branden. Ik woonde toen bij het Bataviaplein, er dicht bij dus en ging gauw weer naar beneden om te vragen waar de brandbommen waren neergeko men. "Op het vliegveld" zei men toen - dus maar weer rustig aan het werk. Maar even later stonden er twee zwagers voor mijn neus om te tijd vrij kwam voor de reizen met de volksdansploeg naar het bui tenland. Helaas kon zijn vrouw deze reizen niet meemaken, om dat zij door een slepende kwaal gedoemd was thuis te blijven en vele jaren in rolstoel en bed door te brengen. Tot het laatste toe werd zij door hem voortreffelijk verzorgd. Uit het album met volksdanskie- ken tenslotte een foto van Friese klederdracht, ook in de dertiger jaren een geliefd onderwerp - geen wonder dat fotograaf Van Kampen de kans aangreep dit viertal verschillende keren te fo tograferen. De foto's raakten verspreid over de wereld en het gebeurde de heer Stienstra her haaldelijk in het buitenland dat men met zo'n plaatje kwam aan dragen. De foto werd genomen in het Princessehof en stelt een ouder wetse kerkgang voor: stoof, beu- vragen of ik direct maar wou meekomen: op het hele Batavia plein en in de Delistraat warén de grote ruiten er uitgeslagen. Met z'n allen timmerden we de zaak dicht, maar toen we aan het werk zouden met de ramen van de buurvrouw, wier man in Hee renveen werkte, was er een an dere buurvrouw, die zei: "Ik zou geltas en kerkboek met gouden slot ontbreken niet. Het zijn mevr. De Groot-de Weert schoonzuster van de fotograaf, mevr. v. Zuylen-Veelders, de heer U. Stienstra en de heer N. de Boer, die zich voor deze kaart graag lieten afbeelden. Volgens de stempel aan de achterzijde verkrijgbaar bij horlogerie H. J. de Weert, Wirdumerdijk 30. Een veelzijdig man dus, deze Uiltje Stienstra. In de vorige win ter maakte hij na een lange schaatstocht een lelijke val over een strootje op het iis. Hij heeft nu een pen in de heup en moet zich met behulp van een stok voortbewegen. Maar optimist als hij is, rekent hij erop die pen wel kwijt te raken, zodat hij zijn schaatsen nog niet voorgoed in het vet behoeft te laten, iets wat wij hem van harte gunnen! H. T. ten Have dat maar niet doen, want dat vindt ze niet goed. "Wat bleek? Deze beide dames hadden ruzie onder elkaar. Over mentaliteit gesproken. Zo komen er door 't Kleine Krantsje altijd vele herinnerin gen weer boven. Nog te vermelden valt, dat we door die kapotte ruiten bonnen konden krijgen. Een vrouw die een paar plaatsen van mijn vrouw afstond, had er een kapot servies bij. Dat was koren op de molen van mijn vrouw en die peurde er serviesgoed, gordijnen en de ruiten uit. Leeuwarden Jac. Bakker Lezers klommen in de pen

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 11