DICKVANDERHEIIDE JR/REKLAME NAAR HET BOSCHHUIS: HELE ATTRACTIE jozef isreëlsstraat 10 ieeuwarden 05100-24984 adviesbureau voor reklame en publiciteit iozef isr?ëlsstraat 10 ieeuwarden 05100-24984 In 1921, toen ik twaalf jaar was, was ik op een zangklasje van de Vereniging Tot het Nut van 't Algemeen. De lessen werden in de Geertseschool gehouden op woensdagmiddag en we kregen zangles van twee al wat oudere meesters, meester Zijlstra en meester Beunk. Bij deze laatste was mijn vader nog op school geweest. Eens werd er een schoolreisje gemaakt, waarvoor we natuur lijk een hele tijd hadden ge spaard. De reis ging helemaal met de trein naar Veenwouden! Toen een flinke wandeling langs zandpaden, o.a. de Schwartzen- bergslaan, naar het Boschhuis aan de Groningerstraatweg. Na een glas limonade het bos in. Dat bestond hoofdzakelijk uit eikenhakhout, waar enige laan tjes doorheen liepen. Halverwe ge het Boschhuis en de Zomer- weg stond de Belvédère. De hal ve club naar boven uiteraard en roepen naar degenen, die bene den bleven. Je kon daar boven nog net het Bergumermeer zien. Later wer den de bomen, die er omheen stonden, zo hoog dat de toren moest worden afgebroken. Met de goede stukken werd daarna de Belvédère in het Bosch van Ypey opgeknapt en verhoogd. Toen we met de club uitgespeeld waren in het Boschhuis wandel den we langs de toen nog zeer stille Groningerstraatweg naar Hardegarijp, een mooie kuier dus van zo'n vijf kilometer. er nu nog is, was toen nog een flinke speeltuin, al een beetje verwaarloosd, maar wat hadden we daar een plezier! Ik ben er een vijfentwintig jaar geleden nog eens met mijn kinde ren geweest, maar toen stond de speeltuin op de sloper te wachten en die is toen ook al gauw ver schenen. Nadat we uitgespeeld en uitge zongen waren stapten we in Har degarijp weer op de trein. Het was een pracht dag geweest en elke keer, dat ik hier langs kom, komt die dag weer in mijn ge dachten. De foto van het Boschhuis is in westelijke richting gemaakt, het stond dus aan de zuidkant van de weg. Ongeveer op deze plaats staat nu de stichting Nieuw Tou- tenburg. Aan de weg staat ook nog een mooi schuurtje met een rieten dak - zou dat nog een schuur van het verdwenen Boschhuis zijn? Bij het hotel in Hardegarijp, dat Leeuwarden G. Brinck Kennisgegeven, dat er in de Wijde Gasthuissteeg nummer 3, bewoond door Jeltje Klamstra, weduwe Veenenberg, oud een en zestig jaren, een sterke brandlucht merkbaar was. De ondergeteekende bevond bij onderzoek, dat deze Weduwe in beschonken toestand in haar woning bij de tafel zat met een stoof met vuur onder zich, waardoor haar rokken vlam hadden gevat en de woning tot stikkens toe vol rook was. Met behulp van de pol. dr. Terpstra is het vuur gebluscht en nadat alles wat gevaarlijk was, uit de woning was verwijderd en die vrouw te bed was gegaan, een politiedienaar aldaar ter bewaring der rust geplaatst, waarna ook de familie is gekomen. Verloren door een dochtertje van den Heer Van den Dries, wonende in de Grote Kerkstraat, een schooltasch. De politiedienaar Emmerik rapporteert, dat de Kapitein Bouvier zoo even in zwaar beschonken toestand de Druifstreek is gepasseerd, gevolgd door eene menigte menschen. Genoemde dienaar beweerde, dat hij Bouvier, die èen eind voor hem uitliep, niet konde inhalen, terwijl den heerA. Duparc, die van de Provinciale Griffie kwam en bovenstaande had gezien, hem een ernstige bemerking had gemaakt, omdat hij Bouvier niet had aangepakt en naar huis geleid. Onmiddellijk daarop heb ik, ondergetekende op last van den Heer Commissaris van Politie een onderzoek ingesteld en mij begeven naar de kamer van den Kapitein Bouvier alwaar ik mij overtuigd heb, dat hij in zwaar beschonken toestand verkeerde. Ik heb tegelijkertijd met de Heeren A. Duparc, N. H. Prins en I. de Swart van de Provinciale Griffie gesproken, die allen erg verontwaardigd waren over de ondoortastende en laffe houding van den politiedienaar Emmerink, die, ofschoon hij best in staat was de beschonke- ne in te halen, om hem te geleiden en zich van de kennelijke staat van dronkenschap meer te overtuigen, zich verge noegde hem op een afstand te volgen en geen stap harder liep, over welke handeling zich ook het talrijke publiek ongunstig uitliet. De Kolonel is met het voorgevallene van den Kapitein Bouvier in kennis gesteld, terwijl Proces Verbaal wordt opgemaakt. De pol. dr. Emmerink rapporteert, dat bij den slager Van der Wees in het Nieuwestraatje een kar met vleesch, dat van buiten kwam, is binnengebracht. De keurmeester hiermede in kennisgesteld, heeft het vleesch goed bevon den. Van Wely, Stationskoffiehuis, klaagt, dat Wiebe Knossen gisteravond een trap tegen zijn deur heeft gegeven, waardoor een paneel dier deur is gebroken. Wiebe Knossen was door Van Wely uit de herberg gegooid. Eekhof rapporteert, dat het Sneeker schip een geslagte koe heeft aangevoerd, bestemd voor de Groot in de Kleine Hoogstraat en afkomstig van de Wilde te Sneek. De keurmeesters hiermede in kennisgesteld. Kennisgegeven door Harmen Koopal van Marssum dat gepasseerden Zaterdagavond zijn zoon Pieter hier ter stede is geweest bij den kroeghouder Hempenius op de Nieuwe- kade en aldaar van broek, vest, overhemd en onderbroek is ontlast, hetwelk Hempenius voorgeeft geruild te hebben voor andere goederen. Hempenius zal de goederen terugge ven. Vrije overtocht naar Buitenpost verleend aan Comelis Brand, oud negen en zestig jaren, werkman, die op weg is naar Groningen om werk te zoeken. Nachtverblijf aan de wacht verleend aan Johannes God fried van der Mei, oud zes en veertig jaren en Binne Sipkes Woudstra, oud twee en veertig jaren, beiden arbeiders te Akkerwoude, die werk zoeken, doch zonder geld of huisvesting zijn. De politieinspecteur Van Utenhove rapporteert, dat heden avond bij de Bijbellezing van Van Waal van Rotterdam bij de weduwe Looienga in de Zuiderstrrat alhier de toeloop van menschen zoo groot was, dat hij daar eenige dienaren de toegang heeft doen afzetten, om zoodoende ongelukken te voorkomen, zoodat verscheidene menschen zijn afgewe zen, daar de zaal eivol was. WVJJWWHIVI III nu» nurnn muf».

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 11