BESCHEIDEN MAN, VEEL TALENTEN LANGS OUDE FRIESE KERKHOVEN NICO DE BOER: xA J GEB TE AKMARWT |l»MAARTl»«2 ..vwo. AU»A AR ts. JAA I»»* JANNES den BESTEN jjjftjl TÉi J HIKJE H HIELKEMaJ Ml) BK T i»e CiKOOT; HIER WERD MÜN DIERBARE MAN EN IEVENSKAMERAAD TER RliSTE GELEGD 19-91907 DE JAREN VAN ONS GELUK ZUN NIET MEER UIT TE WISSEN EN IK GELOOF. GOD HEEFT ZICH NIET VERGIST. Talentvol en toch bescheiden: zo zou je de man kunnen typeren, die als collega en kunstbroeder van de heer U. Stienstra, in num mer 429 van 't Kleine Krantsje geschetst, zulk een voorname plaats in zijn leven innam: de heer Nico de Boer. Toen De Boer in 1924 zich vanuit zijn geboor teplaats Dronrijp na het overlij den van zijn vader met zijn moe der en zuster in Leeuwarden vestigde, vond hij in "Uultsje" OVERI ALI».\ AR2& JW WM»8| )H OEN otIOEROO»1 f 6? JAREN EN 5 MAANDEN, GEB FE WI STEUMKER I WAPRIL l#Cr> ÓVEItï TKl A KMA RUT W A IN BEN OOBERBO» van 74 jaren en 3 maanden tN OEN OUDEHDO^ $4{ JfBSJi f 24 21958 i m Akmarijp, het kleine dorpje aan de weg Akkrum - Joure, nog geen driehonderd inwoners, geen kerk en dus ook geen kerk hof, maar wel een mini- begraafplaatsje. In het midden een klokkestoel met een klok, die uit 1545 dateert; dat luidwerk is alzo al vierhonderd jaar oud. Vlak voor de klokkestoel een grafsteen, die onmiddellijk in het oog spring, omdat ze zo goed onderhouden is. Het is een steen van de familie De Groot, ze is al honderd jaar oud, maar het lijkt alsof ze er net is neergezet. De steen dekt het graf van Taeke M. de Groot, in 1800 geboren in Akmarijp en daar ook overleden op de leeftijd van zeven en zestig jaar. De steen herinnert ons - waar schijnlijk - aan drie leden van één gezin en wel dat van Taeke M. de Groot, die, zo mogen we aannemen, met Uilkje H. Hielke- ma was getrouwd. Taeke leefde van 1800 tot 1868 en Uilkje van 1805 tot 1880. Murk was hoogstwaarschijnlijk hun zoon, die geboren werd in 1842 en die al in 1884 overleed, nog geen twee en veertig jaar oud. De steen is, juist door dat goede onderhoud, uitzonderlijk het komt in Friesland niet veel voor, dat grafmonumenten uit de vori ge eeuw nog zo keurig zijn ver zorgd als dit. Een tweede grafsteen, die er he lemaal uitloopt, is die van Jannes den Besten, geboren in 1907 en, vier en zeventig jaar oud, overle den in 1982. Zijn weduwe liet een ontroeren de tekst in de steen beitelen, die ons veel van dit huwelijk onthult: "Hier werd mijn dierbare man en levenskameraad ter ruste gelegd - De jaren van ons geluk zijn niet meer uit te wissen. En ik ge loof God heeft zich niet ver gist". Dat achtergeblevenen op een zo treffende wijze hun gevoelens gestalte geven in de tekst op een grafsteen bij het eren van de nagedachtenis van een dierbare komt maar heel weinig voor: voor de meesten van ons geldt, dat we niet verder komen dan het even obligate als overbodige "Hier rust" of "Rustplaats van". Een aardige reactie op onze ver halen in deze rubriek "Langs oude Friese kerkhoven" kregen wij van onze abonnee, de heer Jelle de Vries te Leeuwarden, die ons schreef over "Greate Klaas en Janke." "Wij nemen U mee" aldus de heer De Vries, "naar het kerkhof van Loënga, onder de rook van Sneek en dicht bij de autoweg, maar ondanks dat gaat er een grote rust van dit kerkhofje uit. Er staan nog maar twee stenen overeind en er zit een roestig hek omheen een van deze stenen staat op het graf van Greate Klaes en zijn vrouw Janke. Visser en jager van beroep, mensen, die waarempel tevreden waren met hun wijze van leven. Ze hebben heel wat kinderen grootgebracht en in onze tijd vragen we ons af hoe het mogelijk was, dat men sen met zoveel kinderen in zulke kleine huizen konden wonen - acht kinderen waren er. Bij een volkstelling moet het zijn ge beurd, dat de man van de ge meente bij Greate Klaes kwam om de gezinsleden te noteren. Heb ik ze nu allemaal? vroeg de man. Nee, zei Klaes en hij trok een laad van het kabinet open en zei: "Hjir leit us lytse poppe". zoals de heer Stienstra in de wandelgangen van het Burma- niahuis werd genoemd, niet al leen een geschikte collega maar ook een verwante ziel. Beiden waren werkzaam op d$ afdeling Adressograaf en beider liefde voor het toneel deed hen al spoedig nauw samenwerken, niet alleen op feestavonden voor het personeel van de "Algemeene Friesche" maar ook op de plan ken in de provincie. Hun imitatie van het voordragerspaar "Oept en Kekke" zullen velen zich nog herinneren. Vond Ultsje zijn draai in het Fries toneel, Nico voelde zich meer aangetrokken tot het religieus drama. Onder leiding van de regisseuse mevr. Wegener Slees- wijk werd hij al spoedig de ziel van de Vrijz. Prot. Toneel Groep en na haar vertrek naar Den Haag nam hij de algehele leiding over. De groep presteerde het vele jaren op Paasmaandag het toneel van "De Harmonie" te bespelen met een spel van godsdienstige strekking. Alleen in de oorlogsja ren werden deze opvoeringen onderbroken omdat aansluiting bij de Kultuurkamer werd afge wezen. CLANDESTIEN Clandestien ging de groep in kleiner verband door. Voorbeeld ervan is de opvoering van "De Dienstknecht in het Huis" in besloten kring in de zaal van het verenigingsgebouw aan de Oos terkade, nu eigendom van Tessa Wijdevelds ballet school. Dat Nico de Boer ook als decor bouwer uitblonk, toont de foto uit genoemd spel met het door hem vervaardigde glas-in-lood raam op de achtergrond. Tegen speelster is hier Joukje Kroes, een van de vaste speelsters in de groep. In het Fries Letterkundig Mu seum zijn nog talrijke schetsboe ken opgeborgen van de decors in de verschillende spelen, getui gend van zijn talent. Zij vragen eigenlijk om een tentoonstelling te zijner ere, te meer omdat er zeker een vijftig schilderijen van De Boer in omloop zijn, die hij cadeau gaf aan vrienden en be kenden. In 1956 werd hij door een lichte beroerte getroffen, waarvan hij onder de zorg van mevrouw Wij- nands, in wier genezende kracht hij sterk geloofde, langzaam her stelde. Gehandicapt kon hij zijn werk in bescheidener omvang bij de "Algemeene Friesche" voort zetten. Hij verzuimde niet zijn tekenstift te gebruiken en bij vele gebeurtenissen in zijn vrienden kring ontving men een getekend schetsje van zijn hand. Zelf be waar ik nog het grappige kaartje dat hij voor ons tekende toen onze dochter wegens mazelen ons onze vakantie deed uitstel len! Met het achteruitgaan van zijn gezondheid en na het verlies van zijn trouwe zuster Neeltje werd het stil in de gastvrije woning Steynstraat 45. Hij bleef schilde ren en werkte later met knipsels toen zijn hand minder vast en zijn gezicht minder werd. In een zaamheid sloot hij in 1969 zijn leven af in de ziekenzaal van het gebouw van de Hervormde Dia conie aan de Grote Kerkstraat. Kenmerkend voor zijn wezen was zijn uitvaart in Dronrijp, waarvoor hij de details bij leven grondig had voorbereid, opdat zijn laatste gang in stijl zou plaats vinden. Leeuwarden H. T. ten Have eens in de twee weken kan ik de dag voldaan en blijmoedig beëindigen. Het is de dag, waar op ik 't Kleine Krantsje lees. (J-JteJ.) Door mijn vak als journaliste moet ik veel kranten lezen. We ken en weken breng ik lezend door. Zo word ik dag in dag uit, door de ellende van de hele wereld overspoeld. Dat is een drama zonder eind. Bitter we nend ga ik vaak naar bed. Maar MET OF ZONDER BAARD "Dit is ook wat moois" zei de kelner, "u eet hier drie dozijn oesters achter elkaar op en dan wou u beweren, dat u geen geld om te betalen hebt?" "Jazeker" zei de gast, "ik had er op gehoopt, dat er zeker in een van die oesters wel een parel zat.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 6