CttP
Friesland Bank
m
Uw eigen bank
pJL Jl^Z^^uW9e'd'
CJCOOSO
a*?
NOORDVLIET
In't Kleine Krantsje nummer 436
las ik het artikeltje van P. Visser,
Leeuwarden over het Noord-
vliet. Een kleine onjuistheid doet
mij "naar de pen grijpen". Daar
in staat: "Op de hoek van de
Jacob Binckesstraat was weleer
een bakkerswinkel van De
Vries., een filiaal van Van den
Berg". Dat filiaal was echter niet
van De Vries, maar van juffrouw
Iet Feddema, zoals zij zich liet
noemen.
Volgens de Burgerlijke Stand
heette zij: Mevr. Iet Kaastra -
Feddema. Zij is slechts enkele
weken getrouwd geweest. Haar
man is heel kort na de trouwdag
door een ongeluk om het leven
gekomen. En omdat het huwelijk
zo'n abrupt en tragisch einde
heeft genomen, liet zij zich ver
der weer gewoon bij haar meis
jesnaam noemen. Vandaar dat de
autochtone Vlietsters niet beter
wisten of dat was "Juffrouw Fed
dema". Zij heeft bij mijn weten
tientallen jaren dit broodfiliaal
van Van den Berg beheerd.
Toch is het niet bevreemdend,
dat de heer Visser de naam De
Vries noemde: Iet haar zuster,
die boven de winkel woonde,
was gehuwd met ene Jo de Vries
(de laatste is jaren geleden
overleden). De echtgenote van
deze Jo de Vries woont nu in
Verzorgingshuis "Greunshiem"
en is een en negentig. Wed. Iet
Kaastra-Feddema is in de zesti
gerjaren reeds overleden.
Ook heb ik de vader en moeder
van deze dames goed gekend.
"Ouwe Feddema" heeft zijn
vrouw vele jaren overleefd. In
dertijd was hij slager van beroep
öf in elk geval had hij met vlees te
maken in z'n werk. Hij heeft een
hoge leeftijd bereikt.
Dit borrelde weer boven bij het
lezen van het stukje van P. Visser.
Leeuwarden
DE "SOOS"
G.Kuperus
In 't Kleine Krantsj e nummer 436
wordt geschreven over een oude
foto, die is gemaakt bij ons huis
op de hoek van de Nieuweburen
en de Voorstreek en die eerder in
de rubriek "Langs de Straat"
heeft gestaan.
Die foto kan niet, zoals de heer S.
Dijkstra uit Surhuisterveen
schrijft, van 1905 zijn, want in of
kort na de eerste wereldoorlog is
pas het kleine raampje in de
muur gemaakt, dat boven het
hoofd van de laatste man op de
foto zichtbaar is.
Als kinderen speelden wij vaak
binnen het hekje, maar mijn ou
ders waren er niet op gesteld, dat
wij er waren als de "soos" op het
hekje zat, want dan werd er geen
beschaafd Nederlands gespro
ken.
De manke man heette Jan en was
in het Stadsverzorgingshuis in de
Haniasteeg. Daar leerde hij een
vrouw kennen en zijn ze ge
trouwd. Zij heette Anneke Bot-
tinga en was familie van slager
Bottinga uit de Sacramentsstraat.
Op vrije middagen ging zij daar
leverworst halen; als kinderen
noemden wij haar "Anneke Le
verworst."
Woerden Mevr. J. .Louwhoff
BOSHUYSEN GASTHUIS
De foto van het Boshuysengast-
huis in de rubriek 'Uit Grootmoe
ders Ansichtenalbum' in 't Kleine
Krantsje nummer 436 riep bij mij
veel herinneringen op. Mijn
grootmoeder woonde namelijk
aan de linkerkant van het Hofje,
de zogenaamde 'Arme' kant. De
oudjes, die rechts woonden, kre
gen een kwartje in de week meer
en dat was de 'Rijke' kant. Dit
was door de Stichting zo be
paald: waarom weet ik niet, maar
als je aan de rechterkant een
kamertje kreeg, dan zat je goed
en kreeg je er dat kwartje bij.
Hoe de mensen daar zo tevreden
en gelukkig woonden kunnen wij
ons niet voorstellen. Nu is er van
twee kamertjes een grotere ge
maakt en zijn ze voorzien van
alle gemakken van deze tijd.
Vroeger had je er een portaaltje
met een ladder naar de zoge
naamde turfzolder en daar moes
ten we dan de turfbak vullen. Er
stond ook nog een ouderwetse
kookkachel midden in 't kamer-
ke. Die diende voor de verwar
ming en zomers stond er een
petroleumstel op, waarop werd
gekookt.
Ook was er een bedstee met
deurtjes en ernaast een diepe
kast met planken rondom. Wan
neer we op woensdagmiddag vrij
van school hadden dweilden we
de kast uit en kregen de venster
banken een beurt - er stonden
mooie geraniums op en buiten
bloeiden fuchsia's. Mijn vader
had er een mooi hekje voor
gemaakt, zodat de planten er niet
af konden vallen - dat is ook op
de foto te zien.
Zaterdags gingen we boodschap
pen doen bij Gemser in de Grote
Kerkstraat en naar de slager om
wat worstjes. Ik bracht dan van
huis de schone was mee en nam
de vuile weer mee terug. Er was
toen nog geen waterleiding en
wassen was er niet bij. In de kast
stond altijd een emmer water met
een sleef er in.
Het was dus allemaal nogal pri
mitief, maar toch, als ik er aan
terugdenk, was het daar altijd zo
gezellig met de tafel voor het
raam en het brandende theelicht
je er op.
De bleek in 't midden van 't hofje
was zomers bezaaid met made
liefjes; uit de pomp, die zo mooi
op de foto was te zien, haalde ik
menigmaal water voor Groot
moeke. W.C. was er ook niet in
de huisjes; om de hoek van 't
hofje waren, naar ik meen, een
stuk of vier plé's.
Het is nu allemaal verbeterd en ik
zou nog wel eens graag zo'n
huisje van binnen willen zien.
Waar ik over schreef is nu zo'n
dikke zeventigjaar geleden-een
familie Huppes was er toen por
tier.
Leeuwarden Ge de Jong-Simons
JANKE FRISO
Onder de titel 'Rond de Oldeho-
ve' schreef een mej. J. de Jong,
geen familie van mij maar wel
een zeer goeie kennis, in deze
rubriek in nummer 436. Op
School 5 hebben wij enige jaren
in dezelfde klas gezeten.
Zij vraagt nu o.a. óf Janke Friso
nog leeft en daarop kan ik ant
woorden: gelukkig wel. Zij is nu
tachtig jaar en woont in Greuns
hiem. Haar man, C-. Aarden, is in
1979 overleden; hij was een zeer
bekende figuur in de kringen van
muziekcorpsen. Jarenlang heeft
hij als saxofonist zijn partij mee-
geblazen in de muziekvereniging
Ons Genoegen; ook heeft hij deel
uitgemaakt van het 'Vijf en zestig
Plusorkest' van het Dienstencen
trum Willem Sprengerstraat.
De gezondheid van mevrouw
Aarden-Friso is nog prima en zij
is ook nog goed bij stem; zij zingt
sopraan en is een gewaardeerd
lid van het bejaardenkoor
Greunshiem, waarvan onderge
tekende de voorzitter is.
Zo tevreden, Jel?
Leeuwarden Joh. de Jong
WARDENIER
Wie zou eens het verhaal kunnen
schrijven over de uitvinder War
denier uit Wolvega, die voor de
oorlog een motor uitvond, welke
kon lopen zonder benzine? Er
stonden in die tijd de vreemdste
verhalen over in de pers en er
moet met het oog op komende
grote fabrieken een geweldige
speculatie in grond rond Wolve
ga zijn geweest.
De motor zou werkelijk gedraaid
hebben en de burgemeester moet
er getuige van zijn geweest. Maar
toen de uitvinding op een avond
zou worden getoond aan de pers
vonden de journalisten de ten
toonstellingsruimte gesloten.
Wardenier werd naar een inrich
ting gebracht en toen hij na ver
loop van tijd werd ontslagen had
deze arbeidersjongen plotseling
veel geld.
Deze en nog veel meer praatjes
werden er in die tijd verteld,
maar wie zou nu het ware ver
haal over deze zaal? kunnen en
willen schrijven?
Hippolytushoef Joh. Oedzes
ACHTER DE HOVEN
In nummer 435 stonden een paar
reacties op de vraag van me
vrouw Looyenga over een win
kel aan de Achter de Hoven
tegenover de Kanaalstraat. De
meeste daarin genoemde namen
zijn mij onbekend. Die moeten
van na 1931 zijn,toen ik vanuit
Men kent er de Friese
verhoudingen en is bereid
plaatselijke en provinciale
belangen te dienen
Wardenier
Leeuwarden naar Bolsward ver
huisde.
Mijn herinnering gaat een vijf en
zestig tot zeventig jaar terug.
Toen was er op de hoek een
kroegje, dat om z'n vorm De
Stoof werd genoemd - eigenaar
was een Verhoeve.
Daarnaast de winkel, die op de
foto stond. Dat was de winkel
van Tilstra, de smid, die fietsen
en kachels verkocht. De smederij
stond ernaast. Later woonde hij
op de Oostergrachtswal, hoek
Oosterbuurt. In de smederij en de
winkel kwam toen Schuhmacher,
grossier in kappersbenodigdhe
den.
Daarnaast bakker Veenstra, later
Stelwagen en nog iemand, van
wie ik de naam niet meer weet.
Vervolgens de binnenplaats naar
de bakkerij en dan drogist Derk-
sen, een zeer vakkundig man.
Wij noemden hem kukirol. Jaren
later heb ik nog eens iemand
(Vervolg op pag. 11)
WEET ALLES VAN BRILLEN ÉN HEEFT DE MOOISTE
Leeuwarden, Nieuwestad 55 en Schrans 21 Harlingen, Voorstraat 63.