VAN GENERATIE OP GENERATIE
IN DE OLIEBOLLEN
SPECTACULAIRE INBRAAK IN BINNENSTAD
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
LEEUWARDER KERMISREIZIGERS
NEGENTIENDE JAARGANG
20-8-1983 NUMMER 439
'T KLEINE KRANTSJE
Wie deze uit de vijftiger jaren daterende plaat goed bekijkt voelt het
water over de lippen komen: ha, heerlijk, oliebollen van Van der
Hoek! De foto geeft treffend de sfeer van de oude kermis weer, de
geurende gebakkraam met al haar bekoring, fel oplichtend in het
geheimzinnige duister van het kermisterrein. In de kraam allemaal
leden van de wafelbakkersfamilie Van der Hoek, het werk even
vergetend terwille van de fotograaf: Aukje, Geertje, Appie, Nelle en
Reinke. Vandaag staan ze, met hun oude tent, op deze ereplaats in 't
Kleine Krantsje, omdat het nu precies honderd jaar geleden is, dat
deze echte Leeuwarder kermisreiziger sfamilie Van der Hoek met
haar wafelbakkerstraditie begon. Meer nieuws hierover in dit
nummer op pagina 8.
Spectaculair was het wel, de in
braak in de nacht van zondag op
maandag in 1930 in de groente
zaak van P. Dames op de hoek
van de Wirdumerdijk en de Pe
perstraat. De inbreker had zich
namelijk op een bijzondere ma
nier toegang tot het pand ver
schaft: door het openen van een
luik in de stoep in de Peperstraat,
waardoor hij in een kleine ruimte
kwam, die met een houten deur
was afgesloten van de kelders
onder de winkel.
Glijdend langs een plank, waar
over de heer Dames anders zijn
aardappelen en andere waren
naar beneden bracht, kwam de
indringer bij die houten deur, die
weliswaar goed was afgesloten,
maar toch te verwijderen bleek.
De kassa met een honderd gul
den aan kleingeld kon de dief niet
open krijgen, maar een geldkist
met een zeshonderd gulden, vier
honderd zilveren guldens, een
rol rijksdaalders en wat papier
geld, nam de grote onbekende
mee.
We hebben er geen idee van of de
inbraken in Leeuwarden in deze
tijd ook zo snel worden opgelost,
maar nog voor negenen de vol
gende morgen was het grootste
deel van de buit al door de politie
achterhaald.
VERDENKING
De verdenking van de heer Da
mes viel blijkbaar op een jonge
loopknecht, die hij nog maar
veertien dagen in dienst had en
die meteen duchtig aan de tand
werd gevoeld. Maar de jongen
ontkende met de meeste hard
nekkigheid en in eerste instantie
moest men hem weer laten gaan.
Het was de vermaarde politiein-
specteur A. E. Hombrink even
wel opgevallen, dat de kelder
ruimte onder de groentewinkel
nogal royaal van spinragen was
voorzien en nu werd een recher
cheur naar het huis van de jonge
man gestuurd om z'n zondaagse
kleren op te halen.
En zie, wat er duidelijk onder de
loupe zichbaar werd: uiterst fijne
draadjes van de spin en ook
miniscule restanten van des he
ren Dames handelswaar. Langer
ontkennen had nu weinig zin
het grootste gedeelte van het
gestolene kon - nog voor de klok
van negen uur! - bij het ouderlijk
huis van de dader worden opge
haald en ook kreeg de bestolene
nog dezelfde morgen z'n ijzeren
geldkistje terug; de inbreker had
het bij de Bleeklaan in het water
van het Vliet geworpen.
Ook razendsnel gearresteerd
werd de helper, die voor de da
der op de uitkijk had gestaan. Al
zo: een eclatant en wel heel snel
succes voor de Leeuwarder poli
tie van die tijd!