Friesland Bank HUIZUMER HERINNERINGEN Uw eigen bank Vervolg van pag. 3 de gasmeter-opnemer Deelstra Het middelste huis werd be woond door Johan de Vries met vrouw Sietske (Zuiderveld) en kinderen, mijn neef en nichten. Later betrok de familie Seinstra de woning. Wie in het derde huis zaten weet ik niet meer. Wel herinner ik me wie er naast woonde: de timmerman Wagter en die zat weer naast het huis waarin een zekere Rommert woonde, wiens vader ernstig ziek werd en overleed. De enige, die bereid was de zieke wekelijks een 'scheerbezoek' te brengen was Koos, de alom bekende en sympathieke bediende van Wie- be Kindermans in de Schrans. Komend vanaf de brug passeer den we aan de linkerkant de iets naar achteren gelegen boerderij van de gebroeders Oosterveld. Vervolgens de woning en de er achter gelegen grond van de tuin der Terpstra. Hier kon je vóór de Leeuwarder kermis wat geld ver dienen met het plukken van kruis- en aalbessen. Aan het eind van dit rijtje tenslot te een woning, waar Jitze de Vries op een goede dag met zijn gezin zijn intrek nam. Dat was een hele verbetering vergeleken met hun vorige verblijf. Drachten J. Men kent er de Friese verhoudingen en is bereid plaatselijke en provinciale belangen te dienen. Iedere morgen zag ik een van de heren Brenninkmeyer met zijn zuster naar de zaak lopen op de hoek van de Weerd; ik meen dat zij zelf in de Grote Kerkstraat woonden. Ook was er nog dë naaimachinehandel van de heer Kamer, die Phaff naaimachines verkocht. De firma Popma, lood gieter, was er toen ook al. In 1926 nam mr. Kolff afscheid als President van het Gerechts hof en de familie ging toen in Diemen wonen. Ons keuken meisje Anna was getrouwd en ik ging alleen mee naar Diemen. Na een half jaar stierf mevrouw Kolff. Ik ben daar nog tot 1932 gebleven; toen overleed ook mr. Kolff, die ik dus tot zijn dood toe heb mogen verzorgen. Met grote dankbaarheid denk ik aan die jaren terug. Ik heb zelden een edeler mens ontmoet, dan meneer Kolff en dat zal ik nooit vergeten. Hoe ik van 't Kleine Krantsje geniet kan ik u ook nooit genoeg zeggen. Hartelijk dank voor alles wat u doet en ik wens u verder nog veel succes! Dronrijp H. Kerkhof Ja, die scheve oude toren die je van verre al ziet, blijf ik in gedachten horen, vergeten doe ik haar niet! Oud-Leeuwarden met je grachten je straten, pleinen en bomen, je bent mooi als we dachten in onze beelden en dromen, 'k Woon niet meer aan je voet, droom van mijn kinderjaren, de herinnering doet goed! jouw beeld zal ik altijd bewaren. toen begon de wagen achteruit te rijden. Mijn collega sprong er af en wilde het paard bij de kop leiden. Zelf stond ik op de andere kant van de Weaze en vandaar schreeuwde ik hem toe. Daarop kwamen de sleuvengravers ook toelopen, omdat ze wel zagen, dat dit niet zou goedkomen. Ik schreeuwde nog: "gooi een zak kolen achter de achterwielen", maar nee hoor, ze trokken alle maal aan het hoofd van het paard, waardoor de wagen onbe stuurbaar werd. Alleen een klein jongetje, dat de hele Weaze achter de wagen was aangehuppeld, probeerde het voertuig te keren. Dat kon hij natuurlijk ook niet alleen en zo gleed de zaak de gracht in, waar bij de wagen gelukkig losscheur de van het voorspil: zodoende bleef het paard met het stokraam en bleven ook de voorwielen op de wal staan. Met man en macht hebben we de negentienjarige leeftijd overleed. Ik ben in Leeuwarden geboren in 1910 en wel in een huisje voor aan op het Oldegalileën in het eerste steegje aan de linkerkant, vlak naast het café Blauwhuis. Het huisje staat er nog steeds ik ben er niet lang geleden nog eens geweest. Vandaar zijn we verhuisd naar de Houtstraat en wel naar het Groot Vierkant. Daar heb ik zowat mijn DE WEERD Op een foto van de Bagijnesteeg, onlangs in 't Kleine Krantsje, zag ik een begroeide oude muur van waarschijnlijk de achtertuin van het pand in de Weerd nummer 9, waarin vroeger mr. W. Kolff heeft gewoond, de toenmalige president van het Gerechtshof. Van 1921 tot 1926 ben ik als tweede meisje werkzaam ge weest bij de heer en mevrouw Kolff, voor wie ik een grote eerbied had, want het waren heel goede en fijne mensen. De Weerd was toen nog een gezellige straat. U heeft er al veel over geschreven: de firma Treu, poelier Van der Werf, de firma Gerbenzon. Naast ons woonde tandarts Timmenga. Aan de overkant waren in die jaren het kantoor en de magazij nen van de firma F. J. P. Westra, die ook eigenaar was van de textielzaak De Magneet in het Naauw. Naast Westra was het blousehuis van de firma Vergnes. Daar was een schattig dochtertje; ik meen, dat zij Nellie heette. Nu is daar meen ik de bloemenzaak van Drijver. Aan de overkant van Drijver was ook nog de groentezaak van Hof man. Dochter Gretha hielp ook in de zaak. Ons keukenmeisje Anna Gunstra ging daar iedere dag groente halen. Ja, die scheve oude toren die je van verre al ziet Blijf ik in gedachten horen, vergeten doe ik haar niet! Stenen trappen klimmen naar boven, bij elk open gat: een vergezicht De weiden, 't vee, de boerenhoven als een mooi boerengedicht. Boven, je staat in de wolken, zee van groen lucht en water. Onder, de stad die we bevolken, zilverblauw, de hemel is nader! Amsterdam E.R. In 't Kleine Krantsje nummer 436 staat een stukje "Stadsnieuws van vroeger": Wagen in de Wea ze van de steenkolenhandel Van der Kooi en Suk. Daar ben ik zelf bij betrokken geweest. We moesten brandstof bezorgen bij de firma Twijnstra van de Leeuwarder Glashandel op de Weaze, waar we niet voor de deur konden komen met de wagen; daarom zetten we de wagen voor het gebouw van de Waterleiding neer op de Nieuwe- weg. Mijn maat Siebe van der Kooi moest halverwege de Weaze wat gang maken om de heuvel op te komen naar de Nieuweweg. Dat deed hij ook, maar toen hij haast boven was, zag hij, dat er een sleuf gegraven was door de Nieu weweg voor de Weaze langs. Hij aarzelde en hield het paard in, waardoor de wagen tot stilstand kwam. Dat duurde maar even en wagen weer op het droge getrok ken en daarna probeerden we nog wat van de lading te redden, maar dat mislukte steeds. Als we met een haak een zak te pakken hadden en die omhoog trokken, was hij al leeg. Je moest zo'n zak in de strop pikken en niet in de kont. We zijn er toen maar mee opge houden en hebben de schippers, die aan de Nieuweweg lagen, vergunning gegeven om de ver loren brandstof op te hekkelen of te dreggen. Leeuwarden K. J. Suk AUTO-ONGELUK Een tijd geleden heeft er in 't Kleine Krantsje een stukje ge staan over een auto-ongeluk in 1926 op de Leeuwarder kermis. Daar ben ik zelf als zestienjarige getuige van geweest en het slachtoffer was mijn eigen zuster. Zij werd door een taxi aangere den en wel zodanig, dat zij een halswervel brak en acht weken later in het Stadsziekenhuis op hele jeugd doorgebracht, ik moest dan via Camstraburen, over de Noorderbrug, door de Arendstuin, over de Kippeloop en langs het Oldegalileën naar mijn school in de Eestraat. 's Winters, als het ijs sterk genoeg was, ging het allemaal makkelij ker, want dan gingen we vanaf Camstraburen zo de gracht over en dan waren we er. Dat zijn dingen, die je nooit vergeet. Alkmaar E.Vellema ODE AAN DE OLDEHOVE. Aan de voet van de Oldehove heb ik zo dikwijls gespeeld. Het is haast niet te geloven: daar hebben we ons nooit verveeld, 'k Voel nog de verweerde stenen bij het naar boven gaan, Al is het lang geleden 'k hoor nog de klokken slaan. WAGEN IN DE WEAZE

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 4