FAMILIE VAN DER HOEK AL
HONDERD JAARWAFELBAKKERS
LEEUWARDERS OP DE KERMIS
Een curieus jubileum in de kermiswereld: precies honderd jaar reist de Leeuwarder
familie Van der Hoek nu al met 'oliekoeken' de kermissen af. Het was in 1883, dat
Regnerus van der Hoek en zijn vrouw Anna Maria Koopal begonnen als zelfstandige
wafelbakkers. Met de verkoop van hun eerste oliebollen begon een traditie, die nog
lang kan duren: tot vandaag is het wafelbakken in de mannelijke lijn voortgezet en de
vierde generatie Van der Hoek staat al klaar om in de voetsporen te treden van vader,
groot- en overgrootvader, die als echte wafelbakkers op kermissen en jaarmarkten een
reputatie hebben opgebouwd. Er zullen dan ook weinig kermisgangers zijn, die nog
nooit van de oliebollen van Van der Hoek hebben gehoord, al trekken zij dan nu onder
de naam 'Noord Nederlandse Gebakkraam' door het land.
Het is van die Regnerus en Anna
geen plotselinge opwelling ge
weest om te gaan wafelbakken,
nu precies een eeuw terug en zij
kwamen ook al niet door vreem
den op dat idee.
De ouders van Anna (Jan Koopal
en Elisabeth Tiggelaar) waren al
schipper-kramers en zelfs haar
grootouders (Rinse Tiggelaar en
Marijke Ledekerken) verdienden
- in 1839! - reeds met het bak
ken van wafels hun brood.
Die oudste generatie heeft na
tuurlijk niemand van ons meer
gekend, {naar krasse veteranen
zullen zich zeker Regnerus en
Anna nog wel herinneren. Zij
overleden in 1928 en 1929 en
toen was hun zoon Albertus al
een aantal jaren met zijn olie
koekkraam actief.
'Appie' is geboren in 1899 en hij
was nog maar zestien, toen hij
met het nog jongere meiske Pe-
tronella Agricola stevig verke
ring kreeg. Behalve op de ker
missen werkte hij toen ook al een
jaar of vier bij de haringinleggerij
van Nieuwland, die hij nog lang
trouw zou dienen: hij bleef er
langer dan vijftig jaar.
VERZET.
Na eerst nogal wat ouderlijk ver
zet werd de omgang van Appie
en Nelle anders bekeken: op de
kermis in Knijpe in 1920 kwam
vader Agricola namens zijn
dochter even de volgende bood
schap brengen: 'Als je haar wilt
hebben moet je nu komen, an
ders blijf je er maar
Nog hetzelfde jaar trouwden ze
en trokken ze op het dertig tons
schip 'Hoop op Beter' van Ap-
pie's ouders in - wat er nu begon
was een leven van hard werken,
ja van ploeteren.
De gebakkraam met vier kamer-
Appie en Nelle van der Hoek
en veranderden de in de ogen
van de Duitse bezetting zo irri
tante naam van hun schip 'Hoop
op Beter' in het onschuldige 'De
twee Gezusters'.
Na de bevrijding kwam het be
langrijke jaar 1946, waarin het
vendien werd er nu een opdruk-
ker aangeschaft, zodat het varen
veel makkelijker werd.
In 1954 kregen Reinke en Aukje
een dochter, Geertje, zes jaar
later volgde er een zoon, 'Appie',
officieel Albertus, waardoor het
voortzetten van de oude traditie
verzekerd werd.
Weer volgden er goede jaren; 's
zomers reizen, 's winters aan de
slag met haringen van Nieuw
land.
Intussen zijn ook Aukje en Rein
ke in de ruim dertig jaar van hun
kermisreizen graag geziene kra
mers geworden in menig dorp en
net als hun voorouders dat de
den, reizen zij in hoofdzaak klei
nere kermissen af.
reizen opnieuw begon, waarin de
jonge Reinke kennis kreeg aan
Aukje Boonstra, zes jaar later
zijn vrouw, én waarin er een
nieuw schip kwam van veertig
ton, 'De Twee Gebroeders'. Bo-
SUIKERKOM
Volgens een goede gewoonte is
de eerste kermis in Friesland
altijd in Oranjewoud en daar, op
de 'Paaskermis' is voor de eerste
maal aandacht besteed aan dit zo
curieuze jubileum van de familie
Van der Hoek; in het aloude
hotel Tjaarda kregen de feestvie
rende wafelbakkers van alle an
dere kramers een heel speciaal en
toepasselijk cadeau: een prachti
ge bokaal in de vorm van een
suikerkom.
En die 'echte' suikerkom. die de
Van der Hoeks op iedere kermis
in hun kraam gebruiken? Wel,
dat is nog precies dezelfde, waar
mee overgrootvader Regnerus
honderd jaar geleden de memo
rabele traditie begon!
tjes voor de eters en drinkers was
een ouderwetse gezelligheid. Be
halve de huishouding deed Nelle
de bediening. Appie en vader
Regnerus bakten de wafels en de
oliebollen. Verder werd er bier,
advocaat en fosco verkocht.
Na het overlijden van Regnerus
en Anna gingen Appie en Nelle
samen verder, ook in de moeilij
ke crisisjaren. Het reizen begon
in april en duurde meestal tot
oktober. Alles ging per schip en
Bij aankomst gingen er per hand
kar zeven vrachten naar het ker
misterrein, voor de kraam kon
worden opgebouwd. Wat een
verschil met onze tijd, die de
mobiele gebakkraam kent! De
familie Van der Hoek reist trou
wens nog altijd met de ouder
wetse kraam, die men op de
meeste kermissen liever ziet dan
alle nieuwigheid.
In de oorlogsjaren was het uit
met de kermispret. De wafelbak
kers werden nu vrachtvaarders
men trachtte altijd tot vlak bij de
plaats van bestemming te varen.
Bij gunstige wind werd er ge
zeild, anders moest er worden
geboomd of worden getrok
ken met Nelle 'inne line'.