DE GENTLEMAN-BOER VAN T KALVERDIJKJE
IJNTE WIEPKES TIJSMA
EEN MAN VAN FORMAAT
Wie nu de stad uitrijdt, richting Groningen, zal het zich amper kunnen voorstellen, dat
een zestig jaar geleden de Groningerstraatweg nog midden tussen groene weilanden
doorliep.
Vlak hij de Hoeksterpoortsbrug lag toen nog een bekende uitspanning, die het vooral
op marktdagen druk had. Enkele honderden meters verder boog rechts een prachtig
weggetje, het onvergetelijke Kalverdijkje, de landen in. Misschien zijn er onder de
lezers nog wel, die ooit in een romantische bui samen met die ene, dat weggetje
zochten. In de lente bloeiden er de vlier en de meidoom uitbundig. In de herinnering,
die mij bleef, ruik ik nog de indringende, haast bedwelmende geur.
Het kleine Kalverdijkje ging ongemerkt over in de lange Kalverdijk. Een weg, die langs
een paar molens temidden van uitgestrekte weilanden liep en tenslotte uitkwam bij hei
oude Tolhek aan de Groningerstraatweg.
In het donker liep ik niet graag
langs dat Kalverdijkje.
Want daar lag de schietbaan van
het garnizoen uit Leeuwarden,
streng bewaakt door een schild
wacht. Zijn "werda" bezorgde
de argeloze voorbijgangers kip-
pevel.
Vlak in de buurt stond de grote
boerderij van Unte Wiepkes Tijs-
ma. Daar voerde het bewind,
bijgestaan door zijn jongens, de
gentleman-boer, die voor mij ge
bleven is het inbegrip van de
Friese boer uit het begin van deze
eeuw. Nee, de problemen van de
melkveehouderij van vandaag
plaagden hem niet. Geen techni
sche ontwikkelingen, kunstmest
of kunstmatige inseminatie had
hij nodig om dicht bij de natuur
natuurvriendelijk noemen ze dat
tegenwoordig zijn bedrijf te
leiden, dat model mocht staan
voor die tijd. In de hooitijd - de
üngetiid - werd alles nog met de
zeis gemaaid, Duitse hanneke-
maaiers kwamen dan de gelede
ren versterken. Ze aten zich eerst
ziek aan spekvet, maar later
weer gezond aan de kamemelkse
pap.
OPEN OOG
Naast het toch veelomvattend
werk op de eigen boerderij had
Tijsma ook nog een open oog
voor de belangen van de boer in
't algemeen. Nog niet zo lang
geleden stond in dit blad een foto
van het bestuur van de Boeren
leenbank. Temidden van die ech
te Friese koppen ontdekte ik ook
de markante kop van Tijsma van
de Kalverdijk. Veelzijdig man,
die hij was, zag hij het grote
raam, waarin het boerenbedrijf
van zijn dagen zich moest zien te
handhaven.
Toen in het begin van onze eeuw
de coöperatie gedachte opdook
maakte hij die dienstbaar aan het
belang van de boeren en de
mensen uit de stad. De coöpera
tieve stoomzuivelfabriek, die
eens aan 't eind van de Emmaka-
de stond, voorzag de stad van
melkproducten eerste klas.
Het was mee zijn werk. Het
moest een grote dag voor hem
zijn geweest toen hij als voorzit
ter van het bestuur deze fabriek
mocht openen. Hij kreeg voor dit
werk een lintje en ik denk, dat
daarin zijn verdienste voor de
coöperatie in Friesland juist is
getaxeerd,
In de provincie kenden ze Tijs
ma. Vrijdags na de markt was het
bekende hotel 'Phoenix' in de St.
Jacobsstraat de oase, waar de
kopstukken van Frieslands boe-
ren-adel elkaar ontmoetten om
de toekomst van hun vee en land
te bespreken. Dat waren de man
nen, die Frieslands naam hoog
hielden. Tijsma had onder hen
zijn eigen plaats.
MAN VAN FORMAAT
Maar niet alleen op het eigen erf
van het boerenbedrijf was hij een
man van formaat. Komend uit de
kringen, die zich enthousiast
schaarden rond en achter dr.
Abraham Kuyper, had hij een
open oog ook voor de politiek.
Op de deputatenvergadering van
de Anti-revolutionaire partij zat
hij met zijn Friese vrienden voor
aan.
De kerk had in zijn leven een
grote plaats en van daaruit zag hij
de betekenis van het christelijk
onderwijs. Jarenlang was hij
voorzitter van de besturen, die
de christelijke scholen in de Mar-
garetha de Heerstraat begeleid
den.
Hij was bevriend met de latere
professor dr. H. H. Kuyper van
de Vrije Universiteit, theoloog
van groot formaat. Samen trok
ken ze - in die jaren al naar
Zwitserland en stonden zij op de
gletsjers van het hooggebergte.
Maar altijd keerde hij terug naar
zijn boerderij en stallen. Daar
was hij helemaal in zijn element.
Hij kende zijn beesten bij name.
Van hem gold wel het woord:
„De rechtvaardige kent het leven
van zijn beesten". Hij heeft zijn
jongens bijgebracht de liefde
voor het land en voor het vee.
In Gaastmeer en in de Wieringer-
meerpolder werken nog afstam
melingen van Tijsma in zijn
geest.
Zij kennen daar ook de zin van
hard-werken zoals eens hij het
voorbeeld gaf.
Wie als boer geboren is, heeft dat
er best voor over. Want de wor
tels van zijn leven liggen diep
verankerd in de grond waar eens
zijn wieg stond. Hij zal met nie
mand willen ruilen. Zo was het
toen tenminste. De boer, afhan
kelijk van het weer, kende al de
tekenen van wolken winden. Ze
ker als bij de boerderij ook nog
Ynte Wiepkes Tijsma: man van
formaat.
een eigen molen, op de wind
draaiend, het water in de landen
op peil moest houden.
In de herfst werd die molen vast
verankerd en aan de ketting ge
legd. Want het gevaar was niet
denkbeeldig dat de storm de wie
ken van hun remmen sloeg en de
molen al draaiend zichzelf de
vlammendood aandeed.
Zo zag ik eens op een stormachti
ge avond de molen van Jan de
Wit, een boer op een hofstede
aan de Groningerstraatweg, in
vlammen draaiend ten onder
gaan. Die molen is helaas niet
weer opgebouwd. Wel kwam er
zo'n stalen gevaarte voor in de
plaats. Efficiënt misschien, maar
geen sieraad van het land.
Of de molen van Tijsma er nog
staat weet ik eigenlijk niet. Het is
inderdaad lang geleden dat we
_daar langs fietsten. Maar in onze
jaren vormde die molen een
prachtige stoffering in het decor
van een onvergetelijk landschap.
Tijsma heeft niet meer meege
maakt dat zijn land moest dienen
om de burgers van Leeuwarden
een veilig onderkomen te bieden.
Gelukkig maar, denk ik dan.
Met beide benen staande in zijn
tijd, met het wijde uitzicht op zijn
land en schuren zou hij het dub
bel betreurd hebben: te "moeten
leven in andermans tijd."
Amersfoort
J. v. d. Linden
is de Brolspijp een marktplaats
geweest, zoals er zoveel markt
plaatsen waren in de oude bin
nenstad: in feite werd er overal
langs de grachten markt gehou
den, langs de Voorstreek, de
Kelders, de Nieuwestad. De na
men Berlikumermarkt en Groen
temarkt herinneren nog aan die
tijd. Op de Brol is zelfs nog een
vogelmarkt geweest.
De boerderij van Ynte Tijsma aan het Kalverdijkje, midden in de zomer en boven in 't hartje van de winter gefotografeerd.