"HET GAAT OM LEVEN OF DOOD" GEHEIMZINNIGE ZAAK MET DREIGBRIEVEN OUD BRINIO OP DE KIEK Bestuur en commissieleden van de Gymnastiekvereniging Brinio zijn keurig op de kiek gekomen, toen de vereniging in 1982 precies honderd jaar bestond. Hetzelfde gebeurde in 1932 bij het vijftigja rig bestaan en die statiefoto drukken we nu in 't Kleine Krantsje af: veel Leeuwarders zullen er veel bekende gezichten op ontdekken. Op de achterste rij: Fokje Oosterhuis, Doms Buis, Wiebe Land- kroon, Jaap Hiemstra en een Van Dijk. De tweede rij: D.E.G. Vis ser, Jeelof, Troelstra, D. Kok, L. Oosterhuis, August Faber, Aagje Nieuwland en Piet Jansen. Zittend: Imhof, Geesje Schoonhoven, A. J. Ypes, Willem de Vries, Elly Rodenhuis en nog een Rodenhuis met een vraagteken. We moeten vrezen, dat er van deze gefotografeer- den velen niet meer in leven zijn. Wat een sensatie met Jan en Griet, die beide jongelui van zestien jaar, in 1924! Ze hadden vaste verkering en alles in de wereld zag er zonnig uit. Tot er, vlak voor de Kerstdagen, aan het ouderlijk adres van Jan door de post een brief werd bezorgd, die de jongeman met stijgende schrik en verbazing las. De brief bleek afkomstig van een andere jongen, die zijn zinnen óók op Grietje had gezet. PISTOOL MEENEMEN De onbekende briefschrijver stelde voor Jan op de eerstvol gende woensdagavond te ont moeten op de Stienserweg, waar na hij dreigend besloot: "Als u hebt kent u pistool of dolk mee nemen, daar dit om leven en dood gaat om Grietje. Want er zijn meer die op u loopen. Ge groet, U mag wel een vriend meenemen. Die heb ik ook. Maar Grietje wordt van mij. Als u haar dezen brief lezen laat, zal zij wel schrikken, dat ik alles'weet." Nu, niet alleen Grietje schrok zich dood van deze brief, maar ook de vader van Jan, die ijlings de politie van deze schrikwek kende correspondentie op de hoogte bracht. De recherche achtte het raad zaam op de betreffende woens dagavond een oogje in het zeil te houden en stelde zich, twee man sterk, tactisch op op een punt, waar zij moeilijk door passanten kon worden gezien. Wel konden de politiemannen onmiddellijk ingrijpen, wanneer Jan door de onbekende mocht worden be laagd. Maar al wie er kwam, de brief schrijver kwam niet en er gebeur de dan ook niets. De volgende dag lag er echter alweer een brief bij Jan in de bus, waarin hem verweten werd, dat hij op de Stienserweg had durven verschijnen met twee recher cheurs. De briefschrijver was er wel geweest, maar hij had zich verscholen gehouden achter een boom; hij bekende eerlijk, dat hij niet opgewassen zou zijn ge weest "tegen drie man." KIND DES DOODS Nu stelde hij, dat Jan zich binnen veertien dagen moest beraden of hij Grietje zou laten lopen, an ders was hij "een kind des doods". Het schrijven was nu ondertekend met "Uw bloeddor stige vijand, Harry". De jongeman liet zich door dit dreigement evenwel niet af schrikken en hij bleef het meisje trouw. Op de eerstvolgende zon dag maakten zij dan ook weer een wandeling, maar nu kregen zij een nieuwe schrik in de be nen: op de Stienserweg kwamen plotseling drie mannen te voor schijn, waarop de jongelui ang stig terugholden naar de stad. Naarstig speurend zag de recher che kans dit drietal te achterha len, maar nu bleek, dat deze heren heel toevallig achter de bomen hadden gestaan en in het geheel mets te maken hadden met de affaire van de dreigbrie ven. ALWEER EEN BRIEF Maar vóór de politie dit onder zoek voltooid had ontving Jan de zoveelste brief: hij werd nu geïn viteerd naar de Frisobioscoop aan de Nieuwestad te komen - daar zou dan, op een bepaalde avond, de briefschrijver staan. Nu stelde Grietje zich daar op, samen met haar vader, die inder daad al spoedig een verdachte figuur in het oog kreeg, die kor daat door de vader werd aange klampt. De man ontkende even wel in alle toonaarden. De volgende dag kwam er, waar- empel, een briefkaart bij Grietje in de bus, waarin gemeld werd, dat haar vader het bij de Friso bioscoop wél goed had gezien, hij, Harry was dezelfde man, die door Grietjes vader was aange- klampj! Met dit gegeven in de hand was het voor de politie niet moeilijk Harry op te sporen - hij werd al gauw weer door Grietjes vader in de stad gesignaleerd, waarna er op het politiebureau aan het Hof plein een confrontatie volgde tussen deze figuur en Grietje. Daarbij bleef de man in alle heftigheid glashard ontkennen met die dreigbrieven ook maar iets te maken te hebben en toen, terwijl de arme Grietje in huilen uitbarstte, kwam plotseling de aap uit de mouw: zij bekende, dat zij alle brieven zelf had ge schreven. Wat de ten onrechte gearresteer de Leeuwarder toen te vertellen had, weten we niet, evenmin is het bekend, of de verkering van Jan en z'n Grietje daarna besten digd bleef.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 6