DE RAMPJAREN VAN DE
VLIEGBASIS LEEUWARDEN
HELE MOOIE
VERHALEN, MAAR
Meermalen hebben we in 't Kleine Krantsje gesproken over
twee zwerversfiguren, die in vroeger jaren een grote bekend
heid genoten in Leeuwarden, Jan Duum en Jentsje Tit. Van
beide heren is een anekdote bekend, die nog graag wordt
doorverteld en waaraan ook onze krant al enkele malen
aandacht schonk. Graag komen wij nu nog eens terug op deze
sterke stukjes, die in werkelijkheid helemaal geen sterke
staaltjes bleken te zijn
Jan Duum was de bijnaam van
Jan Rijpstra, een in 1858 in Beers
geboren zwerver, die als veedrij
ver zo nu en dan wat verdiende,
maar verder een leven leidde van
de hak op de tak.
Hij was niet alleen in Leeuwar
den, maar ook in een groot deel
van de provincie bekend; te voet
kwam hij overal.
Nu moet het eens zijn gebeurd,
aldus een luguber verhaal, dat er
op een donkere regenachtige
avond in de herfst op de Sneker-
straatweg een lijkkoets reed.
De diep in de kraag van zijn jas
weggedoken koetsier dacht (met
het lijk) alleen te zijn, maar op
een gegeven moment klonk er
een schrille stem achter zijn rug:
"Regent het nog?" Amper beko-
begrafenis van Jentsje Tit, alias
De Buffel.
Jentsje Tit, die officieel Ane van
der Meulen heette, was in vroe
ger jaren in Leeuwarden een nog
bekendere figuur dan Jan Duum.
Hij was tientallen jaren veedrij
ver op de markt, maar hij ging
ook met motballen en garen en
band langs de deur.
Tuk op geld zat hij vaak z'n
centen te tellen—soms gewoon in
een stil hoekje op straat.
De geschiedenis, die alle oudere
Leeuwarders kennen, zegt dat
Jentsje Tit louter halve stuivers
verzamelde voor zijn eigen be
grafenis.
Niet lang voor zijn dood zouden
hem al deze halve stuivers ont
stolen zijn en wel door een figuur
men van de schrik zag de man op
de bok, dat hij de vermaarde Jan
Duum als verstekeling op z'n wa
gen had
Alzo, een sterk stukje dus en wat
je noemt een mooi verhaal.
Helaas echter de vaak met
name genoemde koetsier, die la
ter in Warga woonde en die wij
bezochten om er wat meer van te
vernemen, wist zich van de hele
zaak niets, maar dan ook niets te
herinneren.
En wie schetste onze verbazing,
toen wij daarna in een oude krant
van 1941 precies dezelfde ge
schiedenis aantroffen, maar dan
gesitueerd in Spanje met betrek
king tot een soort Spaanse Juan
Duum.
Het kan niet anders: de hele
anekdote met de lijkwagen en
Jan Duum zullen we moeten
toeschrijven aan de ongebreidel
de volksfantasie!
Een ander legendarisch verhaal is
dat van de halve stuivers voor de
Jentsje Tit
die ook iedereen kende, de al
vaker dab twintig maal veroor
deelde Willem D., algemeen be
kend als Slanke Willem.
Feit is, dat Slanke Willem Jentsje
Tit inderdaad geld ontstal, maar
van het hele verhaal van de halve
stuivers blijft niets heel, wanneer
we zien wat er werkelijk is ge
beurd.
Toevallig kwamen we nu in het
bezit van het verslag van de
zitting van de rechtbank, waar
door deze diefstal werd berecht.
Het feit heeft zich voorgedaan in
1931, vier jaar voor het overlij
den op de leeftijd van tweeen
tachtig jaar van Jentsje Tit en wel
in het logement aan het Sint
Jobsleen waar de bestolene ver
bleef.
Hij had daar een trommeltje met
geld onder zijn bed staan, dat
Slanke Willem en diens makker-
Vervolg op pag. 9
(Vervolg van pag.l)
basis Leeuwarden? De twee en
twintigjarige Ben de Ruyter,
wiens naam we al enkele malen
eerder hebben genoemd. Hij was
op de eerste januari van dit jaar
bevorderd van sergeant tot vaan
drig.
Op de acht en twintigste juni
moest de basis het verlies van een
tweede vlieger betreuren. Tij
dens een roll op geringe hoogte
raakte de Meteor van de tweede
luitenant Noyons op Schiermon
nikoog ter hoogte van paal 6 het
strand: de piloot werd op slag
gedood.
Een dag later moest een Meteor,
door motorstoring gedwongen,
een noodlanding maken in een
weiland bij de Zwette ten noor
den van Scharnegoutum de van
de basis Leeuwarden afkomstige
vlieger kwam behouden aan de
grond.
Een wel heel spectaculaire nood
landing volgde er op de vijftiende
november toen een Engelse
Vampire de Rijksweg 43 tussen
Sneek en Bolsward als landings
plaats uitkoos. Alles zou zijn
goed gegaan, wanneer er toeval
lig geen verkeer was geweest.
Het vliegtuig moest echter voor
tegemoetkomende auto's uitwij
ken en kwam daardoor in een
sloot terecht. Maar de piloot
bleef ongedeerd
Minder goed verging het de pi
loot van een andere Engelse Me
teor, die op de vijfde januari
1950 een noodlanding had willen
maken op Leeuwarden, maar
neerstortte in de Waddenzee ten
zuiden van Ameland - hij kwam
om het leven.
Op de zesde februari, op de kop
af een jaar na het dodelijk onge
val van de Vaandrig De Ruyter,
knalde er, bijna op dezelfde
plaats, weer een straaljager tegen
de grond. Het was een Tweede
luitenant J. V. Leeuwen uit Delft,
die nu het slachtoffer werd.
Het toestel vloog rustig in de
richting van de landingsbaan,
toen het tot grote ontzetting van
arbeiders, die het Cornjumer
Oudland bemestten, eensklaps
omlaag dook. Met een hevige
klap kwam de machine tegen de
grond, sloeg over de kop en
schoot daarna diep in de zachte
modder van een sloot.
Een maand later maakte een
toestel van de basis Leeuwarden
een geslaagde noodlanding bij de
weg van Tietjerk naar Hardega-
rijp - de vlieger, de Tweede
Luitenant Vonk, bleef behouden.
Op de twaalfde juni deden vier
Meteors van het nu eveneens op
Leeuwarden gestationeerde
squadron 325 mee aan een de
monstratie tijdens een tentoon
stelling te Uithuizen. De formatie
zette net een looping in, toen het
toestel van de Kapitein Guus
Deibei plotseling van grote hoog
te neerdook en tegen de grond te
pletter sloeg. Ook kapitein Dei-
bel was op slag dood.
DIEPE INDRUK
Een diepe indruk op de Vliegba
sis Leeuwarden maakte op de
achtste augustus van ditzelfde
jaar het noodlottige ongeluk van
een Austertje op Vlieland.
Het toestelletje met aan de
stuurknuppel de zeer bekwame
en populaire vijf en twintigjarige
straaljagervlieger "Bill" (W. A.
M.) Janssen uit Eindhoven,
maakte een dienstreis naar het
eiland en bracht tegelijkertijd
een dochter van de basiscom
mandant, de Luitenant Kolonel
Fiedeldy, mee.
Bill Janssen zou landen op het
kleine vliegveldje voor lichte
toestellen bij het Posthuis, maar
kwam juist in een zware regen
en onweersbui terecht. Door een
krachtige opwaartse luchtstro-
De Engelse Vampire, die een
spectaculaire noodlanding
maakte op de Rijksweg Sneek -
Bolsward, kwam in een sloot te
recht.
ming brak een van de vleugels af,
waarna het Austertje neerstortte
voor de ogen van de Lt. Kol.
Fiedeldy, die in het gezelschap
van een andere dochter de komst
van het vliegtuigje afwachtte.
Zowel Bill Janssen als het meisje,
de twee en twintigjarige Stella
Emilie, waren op slag dood.
Een of twee dagen voor dit dra
ma stond er in een van de Friese
dagbladen een groot verhaal
over de eerste luitenant-vlieger
W.A.M. Janssen. De kop boven
dit artikel luidde: "Bill Janssen
heeft een mooi beroep".
Een dag na de tragedie van Vlie
land stortte een Meteor van de
basis Leeuwarden brandend neer
bij Beetgumermolen. De Tweede
Luitenant H. Stikvoort overleef
de de crash.
Toch kwam de vlag op de basis
Leeuwarden voor het eind van
het jaar nog eenmaal halfstok.
Op 25 oktober maakte een Me
teor vanaf een hoogte van tien
kilometer een steile duik naar
beneden. Op ongeveer twee ki-
lomter hoogte spatte het toestel
in stukken uitelkaar en stortte bij
Borne neer. De piloot, de Twee
de Luitenant Hartsema, die
waarschijnlijk door zuurstofge
brek bewusteloos raakte, verloor
het leven.
FENNO L. SCHOUSTRA
De vaandrig Ben de Ruyter was
het eerste dodelijke slachtoffer
van de Vliegbasis Leeuwarden.
Rechts de Majoor Flinterman.
(Foto uit 'Strijdend ten aanval-
30 jaar 323 squadron').