VOOR DE RECHTER TWEEDE DEEL Elf crashes dus met in totaal acht doden in de jaren '50 en '51, waarbij de Vliegbasis Leeuwar den betrokken was. Toen kwam het verschrikkelijke jaar 1952 met acht crashes en tien doden: zeven straaljagers en een lesvliegtuig stortten neer. De rampspoed begon op de vier en twintigste januari, toen twee Meteorstraaljagers van de basis opstegen en in een laaghangend wolkendek verdwenen. Ter hoogte van Oudwoude kwam een van de toestellen uit de wolken te voorschijn, waarbij de vlieger, de Tweede Luitenant Sprenger, zich in de hoogte moet hebben vergist: op volle snelheid raakte hij de grond. Op de zevende februari, een donderdag even voor half vier, werd Leeuwarden opgeschrikt door het geluid van een enorme explosie, die op verscheidene plaatsen in de stad de ruiten deed rinkelen. Een Thundeijet van de Vliegbasis Volkel bleek tijdens een ge vechtsoefening te zijn neerge stort op de rolbaan van ons vlieg veld, waarbij het toestel zich door een dertig centimeter dikke betonlaag had geboord. Slachtoffer werd de zes en twin tig jaar oude en sinds vijf weken getrouwde sergeant-vlieger C. W. Kohier uit Alkmaar-hij moet de macht over zijn toestel heb ben verloren, toen hij in een schijngevecht door Meteors werd achtervolgd. ONTSNAPT AAN RAMP Vijf weken later ontkwam het dorp Bayum aan een ramp, toen een Meteor op de terugweg van de Vliehors naar Leeuwarden op geringe hoogte plotseling een halve slag maakte en bijna lood recht neerstortte op een paar honderd meter afstand van de bebouwde kom. Inwoners van het dorp, die direct toesnelden, vonden niets anders dan een diepe kuil, waarin de resten nauwelijks als die van een vliegtuig te herkennen waren: modder en brokstukken lagen over het hele land verspreid. Het ongelukkige toestel werd ge vlogen door de Tweede Luite nant H. Stikvoort uit Voorscho ten, die zeven maanden eerder als door een wonder aan de dood was ontsnapt, toen zijn Meteor na de start van de basis Leeuwar den brandend neerstortte bij Beetgumermolen. Twee weken na dit ongeval raak te een Meteor van de basis Twen te tijdens schietoefeningen op Vlieland met grote snelheid de grond, waarbij de cockpit van het vliegtuig de zee ingeslingerd werd. Het lichaam van de piloot, de sergeant E. Engelsman uit Borger (23 jaar) spoelde kort na de crash op het eiland aan. Op een woensdag in het begin van mei stonden mensen in de buurt van Birdaard en Rinsuma- geest geinteresseerd te kijken naar de capriolen van een knal geel Harvard lesvliegtuig van de vliegbasis Leeuwarden: het toe stel voerde boven deze dorpen verschillende oefeningen uit. Plotseling hoorden de toeschou wers, dat de motor van het vlieg tuig afsloeg, toen het toestel zich net boven in een looping bevond. De vlieger deed kennelijk pogin gen de motor weer aan de gang te krijgen, wat even leek te lukken, maar aan een noodlanding kwam het vliegtuig niet meer toe. Dwarrelend kwam het in een tolvlucht naar beneden, sloeg op een afstand van nauwelijks hon derd meter van een boerderij tegen de grond en vloog meteen in brand. Direct toegesnelde hulp zag door het felle vuur en de zware rook ontwikkeling geen kans ook maar iets uit te richten, maar de beide inzittenden waren waar schijnlijk bij de val al gedood. De slachtoffers waren de Sergeant H. den Toom uit Rotterdam (23), die de machine bestuurde, onge huwd. en de Kapitein N. van Kregten uit Arnhem (34), ge huwd. ZWARTE DAG Wel heel triest verliep voor de Vliegbasis Leeuwarden de vrij dag van de drie en twintigste mei, een van de zogenaamde Friese Luchtvaartdagen met allerlei ac tiviteiten op het Friese basisveld. Twee Gloster Meteors keerden op deze zwarte dag van hun oefeningen niet in Leeuwarden terug; de ene machine stortte bij Terschelling neer in de Wadden zee, de andere crashte in de bossen bij Austerlitz. Beide vliegers verloren het le ven, de vijf en twintigjarige Tweede Luitenant G. R. Eecen uit Bergen in het toestel, dat bij Terschelling recht naar beneden stortte en in de golven verdween en de Tweede Luitenant B. van den Berge uit Bussum in de jager, die niet ver van het vliegveld Soesterberg neerkwam en daar een kleine bosbrand veroorzaak te. Het laatste ongeluk in dit jaar, waarbij de Leeuwarder basis was betrokken, voltrok zich op de zestiende september tijdens de geallieerde luchtmachtoefening "Blue Alliance". Twee Meteors.net van de basis opgestegen, kwamen toen even voor tien uur boven het Britsu- mer Oudland met elkaar in bot sing en stortten neer. De toestel len vlogen in een formatie van vier in de richting van Bartlehiem en waren naar schatting een zes honderd meter hoog, toen twee machines elkaar raakten bij een zwenking naar links. Een ooggetuige, de Britsumer S. •Hitman Jr., die achter zijn huis naar de overvliegende straalja gers stond te kijken, hoorde een klap en zag tot zijn schrik enkele brokstukken naar beneden ko men. Direct daarop stortten de machines in een vrille brandend omlaag. Beide toestellen kwamen terecht op het land van de veehouder S. Faber, het ene op enkele meters ifstand van de Stienservaart, het indere enkele honderden meters Jaar vandaan. Een van de piloten moet tevergeefs getracht hebben van zijn schietstoel gebruik te maken, de ander kwam in de fel brandende cockpit om. De landarbeider F. van der Wou- de werd bijna getroffen door delen van een van de straalmoto ren, die nog geen drie meter van hem vandaan de grond raakten - hij zocht ijlings dekking achter het staal van de tractor, waarmee hij het land bewerkte. Slachtoffers van deze laatste gru welijke crash in dit rampjaar 1952 waren de een en dertigjari ge Eerste Luitenant J. F. Stubbe uit Amsterdam en de zes en twin tigjarige Tweede Luitenant R. H. Mulder, eveneens uit Amster dam. De luitenant Mulder was gehuwd en had een kindje van drie maanden, de luitenant Stub be zou precies een week later zijn getrouwd FENNO L. SCHOUSTRA Straaljagers op de vliegbasis Leeuwarden. Nog even en ze zullen met daverend geweld de lucht ingaan. (Foto uit Strijdend ten aanval, 30 jaar 323 squadron). Jan S., koopman te Leeuwarden, heeft op Zaterdagavond 20 Mei na tienen nog sinaasappels ver kocht en afgeleverd in zijn tent op de Nieuweburen. ,,'t Is niet waar heeren," zei verdachte, ,,as de agent komt en seit, het is tijd, dan is et je sedelike plicht om niet meer te verkoopen. „U moet niet zoo raar tegen de politie doen," zei de kantonrech ter na deze sympathieke woor den en nu bleek het, dat de kwestie niet zonder eenige wrij ving beslist was. „Ja, mar mut dy agent su mar in arme werklooze beetpakke en wegduwe as dy foar my getuige wil, dat is oek gien manier van doen." ,,U verstoorde de orde." „Né, ik wou die agent overtuge, dat de vrouw de sinaasappels niet eens goed beet had. Mar je kanne toch niet teugen in agent prate." „U kunt het anders wel." „Ja, daar ben je koopman voor hé, mar de vrouw had de sinaas appels nog niet in de handen, doe komt de agent er an en myn seun nimt se weer terug." „Dus uw zoon wou de fout weer herstellen?" „Precies menheer; och er is met ons niks te doen," zei verdachte, die breed uitweidde over zijn goede verstandhouding met de politie op de Vrijdagsmarkt. „Maar die is ook heel anders, die komt zoo tegen 3 uur te waar schuwen. Denk er om mannen, et is tijd. Dan wete wij genoeg. In agent mut netsjes spreke mijn heer, hij mut niet beginne met: Ik sal de wet handhave en su-al meer." „Deze agent was buitengewoon netjes," zei de ambtenaar, die 4 of 4 d. h. eischte, omdat verdach te bij hem als dwars bekend staat. Deze is verontwaardigd en zet nog eens uiteen hoe zijn seun door tijdig ingrijpen de toeleg van den agent feitelijk verijdeld had. „As de man ons mar eefkes waarschuwd had, dan was er niks te doen weest." „Heb je dan geen horloge?" „Och menheer, dat sü ons toch hyltyd met dat kroemstaan, as wij inpakke mutte, üt 'e buse falie." „Nu dan, 2 of 2 d.h." „Dat docht ik wel, dat docht ik wel, de Prins is oek jarig, nou sal et wat met falie, nou dag heeren. Dag meensen." (tot de tribune). Af. (1939)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 16