WAS HET NOU DOUWE DUVEL OF JAN DUUM? llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll MYSTERIE MET LIJKWAGEN DERDE DEEL De reeks noodlottige ongelukken in en buiten Friesland en met toestellen van de Vliegbasis Leeuwarden, begonnen in het begin van '50, zette zich in de jaren 1953 en 1954 jammerlijk voort. Na twee goed afgelopen nood landingen, respectievelijk op de Vliehors en bij het Utrechtse Eemnes, waarbij de vliegers, de sergeants Hoekstra en Poort kon den worden gered, moest de ba sis Leeuwarden opnieuw het ver lies van een van zijn meest be kwame vliegers betreuren. Op de zeventiende oktober stortte de Meteor van de Eerste Luitenant Leo Deibei uit Leeu warden tijdens schietoefeningen op Vlieland ter hoogte van de Eierlandse gronden in zee. Pas tien dagen na het ongeval kon het stoffelijk overschot van de vlieger geborgen worden. De luitenant Leo Deibei, acht en twintig jaar, gehuwd en vader van een dochtertje, was een broer van de Kapitein Guus Dei- bel, die twee jaar eerder het leven verloor, toen zijn Meteor bij het Groningse Uithuizen de grond indook. VOGEL IN MOTOR Een week na het ongeval bij Vlieland kreeg een Thundeijet bij het landen op de Leeuwarder basis met slecht zicht een vogel in een van de motoren - het vliegtuig kwam naast de baan terecht, maar de piloot bleef safe. Het laatste ongeluk in dit jaar 1953 betrof het neerstorten van de Meteor van de Sergeant A. van Vliet van het 323 squadron in het IJsselmeer bij Medemblik - de vlieger vond de dood. Het jaar 1954 zette op de dertig ste januari in met een merkwaar dig ongeval op het vliegveldje van Ballum op Ameland, toen vliegtuigen een luchtbrug onder hielden tussen dit eiland en de vastewal. Een Super Cub en een Auster kwamen tijdens het taxiën over het veld met elkaar in botsing slachtoffers vielen er niet. Ook heel goed liep de noodlan ding wegens ijsafzetting af van een Austertj e van de Leeuwarder basis bij Holten; de Sergeant Bak bleef ongedeerd. Tragisch was de crash op de na het schieten op een sleepvlag in zee stortte; het ongeluk kostte de vlieger, de vijf en twintigjarige L. Koster uit Den Helder, het leven. Op de veertiende augustus moest de bekende Eerste Luitenant Ha- teboer aan de stuurknuppel van een Super Cub door motorsto ring een noodlanding maken bij De Meteor Mk 4, een foto uit het boek "40 jaar 322 Squadron". derde april boven de Lauwerszee waar twee Meteors uit Leeuwar den met elkaar in botsing kwa men. Beide vliegers verlieten hun toe stel, maar er opende zich slechts een van de parachutes. De Engel se flight-lieutenant van de Royal Air Force John Philip Talbot, die in het kader van een uitwisseling tijdelijk in ons land was gesta- tionneerd werd gedood, de ser geant J. W. Vegtel uit Den Haag werd zwaar gewond. Pas op het laatste nippertje, op een hoogte van een vijftig meter, opende zich de parachute van de Hagenaar, die in het water te recht kwam en daarna door de koorden van zijn valscherm be lemmerd werd in zijn bewegin gen. Hij werd door attente vissers gered en bleek zijn bekken te hebben gebroken. Op de vier en twintigste juni weer een crash bij Ameland waar een vanaf Leeuwarden opereren de Thundeijet van Volkel direct Den Helder; Hij overleefde het incident, evenals een tweede in zittende van dit toestelletje. Dramatischer waren de gevolgen van een brand in een Meteor, die een week later in een formatie van drie op weg was van Leeu warden naar Soesterberg. Het toestel, dat ook thuishoorde op Soesterberg, crashte bij Tzum, waarbij de vlieger, de Sergeant Elshout om het leven kwam. Op de zestiende november het laatste grote ongeluk in dit jaar met een Meteor straaljager van de vliegbasis Leeuwarden. Het toestel kwam, direct na de start van het vliegveld, naar beneden bij Engelum, waar direct bleek, dat de beide inzittenden van de jager de ramp niet hadden over leefd. De slachtoffers waren de Sergeanten Toledo en Kraye- veld, beiden van het hier gesta- tionneerde 325 Squadron. FENNO L. SCHOUSTRA Toestellen van het 323 Squadron op de Vliegbasis Leeuwarden in de vijftiger jaren. (Foto uit: Strijdend ten aanval; 30 jaar 323 Squadron). Een paar weken geleden haalden wij in 't Kleine Krantsje nog eens de herinnering op aan een veelbesproken stunt uit vroeger tijd, die zou zijn uitgehaald door de eens zo bekende zwerver Jan Rijpstra, alias Jan Duum. Op een regenachtige avond in de herfst zou deze Jan Duum de koetsier van een lijkivagen de schrik van zijn leven hebben bezorgd door van achter uit de ivagen plotseling te roepen: "Is't al droog?", terwijl de arme man op de bok niet eens wist, dat hij behalve het lijk ook nog een lifter vervoerde in zijn koets. Tot onze verrassing troffen wij later exact hetzelfde verhaal aan in een krant uit de oorlogsjaren - toen zou het geval zich echter niet in Friesland, maar ergens in Spanje hebben afgespeeld De lugubere geschiedenis van Jan Duum is overal in onze pro vincie bekend; deze haveloze veedrijver en 'omstipper' zwierf niet alleen veel in Leeuwarden, maar ook op het platteland, waar de geschiedenis in vroeger jaren met graagte werd doorverteld. Niet gering was daarom onze verbazing van een onzer abon nees, de heer D. van der Meer te Leeuwarden, te moeten verne men. dat het niet Jan Duum is geweest die de consternatie ver oorzaakte bij de geschrokken koetsier, maar een vermaard dorpstype uit Irnsum en wel Douwe Laverman, die zijn omge ving als Douwe Duvel heeft ge kend. SUTERICH Douwe Duvel moet een zeer 'suterige' figuur zijn geweest met een grote angst voor water en zeep. Hij woonde samen met een neef, ook een Laverman, die met de bijnaam Anne Knol door het leven ging. De heer Van der Meer, die Dou we Duvel heeft gekend in de tijd, dat hij zelf in Irnsum woonde, weet niet beter, dan dat hij het is geweest, die de - onbekende - koetsier de stuipen op het lijf heeft gejaagd. Douwe Duvel had, aldus onze zegsman, familie in Franeker, die hij eenmaal per jaar bezocht. De reis er heen ging dan te voet en ook de terugreis werd lopend afgelegd - een doodgewone zaak in die tijd. Nu moet het op die wandeling naar huis terug zijn gebeurd, dat Douwe Duvel in de omgeving van de Rauwerderbocht in de striemende regen een stapvoets rijdende lijkwagen zag. Hij klom er, zonder dat de voer man het merkte, achter op en kroop na enige tijd langs de lijkkist naar voren, waarna hij onverhoeds met zijn onwelrie kende hoofd pal naast dat van de koetsier verscheen met de vraag: "Is 't al droog?" DORPSTYPE Het geval zou zich, aldus de heer Van der Meer, omstreeks de eeuwwisseling hebben afge speeld, toen Douwe Duvel een jongen van een jaar of twintig was. Zo hij het toen al niet was, dan ontwikkelde Douwe Duvel zich in later jaren wel tot een uitge sproken dorpstype met wie men van alles kon beleven. Eenmaal is hij, zeer tegen zijn zin, op de foto gezet en dat statie portret ging in de kapperszaak van Eize Riemersma van hand tot hand. Helaas is het ons niet gelukt alsnog zo'n kiekje te ach terhalen. Jan Duum Douwe Duvel heeft ooit een be langrijke functie gehad bij de Voetbalvereniging Irnsum, waarvoor hij met een putemmer de ballen uit de sloot moest vissen; deze arbeid gaf hem recht op gratis toegang tot het terrein. Eenmaal werden er blijkbaar zoveel ballen het water inge- schopt, dat Douwe Duvel het verpofte langer aan de gang te blijven. "Doe het zelf maar" zet hij kort en krachtig. Het boomlange bestuurslid Rui tje Zijlstra ging de wegvluchten de dienstweigeraar toen achter na en kreeg hem te pakken bij de boerderij, waarin nu Atje Keu len-Deelstra woont. Daar werd Douwe Duvel door Zijlstra naar binnen gesleurd en opgesloten bij de varkens in het hok. Vervolgens klopte Rintje Zijlstrti doodgemoedereerd bij boer Brouwer aan de deur met de mededeling: "Der rint by jo bar- gen in bear yn't hok, jo meie wolres even sjen. Intussen blijven we nu dus achter met enige onzekerheden met be trekking tot het lijkwagenver- haal. Heeft het zich nu afgespeeld in het verre Spanje of bij de Rau werderbocht enkwamen de historische woorden uit de mond van Douwe Duvel of Jan Duum? Opvallend is wel, dat de bijna men van beide Friese heren zo veel op elkaar leken, dat we ons een persoonsverwisseling heel goed kunnen voorstellen. In een zich van mond verplaatsend volksverhaal kan de naam Dou we Duvel gemakkelijk verande ren in Jan Duum en, natuurlijk, ook omgekeerd.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 5