DICKVANDERHEIJDE IRfREKLAME HYPOTHEEKBANK de bekoring van het oude friesland jozef israëlsstraat 10 leeuwarden 058-124984 Grouw adviesbureau voor reklame en publiciteit ioZ©f israëlsstraat 10 leeuwarden 058124984 Vervolg van pag. 5 het overige personeel werd geho noreerd en gewaardeerd. Zo werd de een en twintigjarige bekwame correspondent, die in Grouw woonde en als veertienja rige op een weeksalaris van vijf gulden was aangenomen, in 1935 ontslagen, omdat hij te duur zou zijn. Zijn weekloon bedroeg op dat moment zeven gulden vijftig. De salarisverhoging van twee vijftig in zeven jaar tijd was schijnbaar toch te veel van het goede geeest. Aan de procuratiehouder, de heer Schrader, heb ik het te danken dat mijn dienstverband niet langer dan een jaar heeft geduurd. Hij heeft er voor ge zorgd dat ik elders een beter onderkomen vond. Een geweldi ge kerel, deze procuratiehouder die, als er moeilijke problemen opgelost moesten worden, zei: „Jongen, haal me een pakje Fif ty-Fifty en breng me de hele rotzooi naar beneden." Daar was de zelden gebruikte vergader zaal der commissieleden waar Schrader steevast na verloop van tijd de fouten had ontdekt of de oplossingen had gevonden. Kort na mijn vertrek werd hij direc teur van de verzekeringsmaat schappij 'De Philantroop' te Bolsward welke naderhand een onderdeel werd van een onzer grotere verzekeringsmaatschap pijen. Ik heb wel eens gehoord dat Schrader, die van Dokkum afkomstig was, daar een goede carrière heeft gemakt. Al deze dingen speelden zich af in de jaren 1934—1935 in het gebouw aan het Zaailand, waar van onlangs in 't Kleine Krantsje nog een foto werd gepubliceerd in de rubriek 'Leeuwarders, waar is dit?' Joure M. Janzen (vervolg van pag. 4) generaties lang hoorders zich verveeld of geërgerd hebben, maar misschien ook wel gevon den hebben de vrede die alle verstand te boven gaat. Zoals de zaken er nu voorstaan zal Cam- buur de Westerkerk wel overle ven, maar ook voor de voetbala rena zal eens het einde wel ko men. Werd niet op oudejaars avond in de Westerkerk gezon den "Niets bestendigs hier be- neên"? Het zou bijna het motto van het Kleine Krantsje kunnen zijn. IJmuiden J. G. Haasdijk Tijdens een donateursavond van de Vrijzinnig Christelijke Jongeren Bond, al lang geleden, is deze foto gemaakt van een dansgroep, die velen zich wellicht nog zullen herinneren. Staand van links naar rechts: Jannie Bleeker, Piet van der Woude, Eke Zondervan, Jan Koster, Hil Wijbinga, Jan Bunt, Hielkje Kuperus, Klaas Wijbenga en Yme Bosma met aan zijn arm Zus Gorter. In het midden: Lucie de Vries en Jan Span en daarvoor Fokke de Ruiter, Henny Gramsma als muzikant met viool) en Hillie Landman. En vooraan tenslotte: Marie de Ruiter en Nico de Boer. BRADA'S VLEESCHBEDRIJF In bijna ieder nummer van 't Kleine Krantsje staat wel een artikel, dat herinneringen op roept. Als je tachtig jaar bent en geboren en getogen Leeuwarder, doet het je goed foto's te zien en artikelen te lezen over de ge schiedenis van onze goede stad. De artikelen over Brada's Vleeschbedrijf in nr. 443 riepen wel een heel bijzonder feit in herinnering. Hoe lang de hierna te vermelden gebeurtenis heeft plaatsgevonden weet ik niet meer, maar het moet meer dan tien jaar geleden zijn en speelde zich af tussen Kerst en Nieuw- jaar. Eén van onze kleindochters logeerde met de Kerstdagen bij ons. Zondags na de Kerst brach ten wij haar naar het station. Toen de trein vertrokken was en wij weer huiswaarts gingen, sta ken we de zebra over en liepen langs het Oranjehotel. Het was hier dat mijn vrouw tegen mij zei: "Wat ligt daar in de sneeuw?" Ik raapte het op en het bleek een zeer fraaie gouden broche te zijn. De volgende dag hebben we het aangegeven bij de afdeling ge vonden voorwerpen op het poli tiebureau aan de Nieuwestad. Het duurde daarna niet lang meer dat de telefoon rinkelde en aan de andere zijde een me vrouw zich meldde, die van de politie had gehoord, dat wij een broche hadden gevonden. Zij be schreef de broche en vertelde tevens waar zij die zo ongeveer verloren moest hebben. Het klopte allemaal precies, 's Avonds kwam zij het verlorene ophalen. Ze was reuze blij dat ze de broche terug had, want zei ze, het was een bijzonder aanden ken. Om haar blij dschap en dank baarheid te tonen, vroeg zij wat voor beloning wij wilden heb ben. Wij wilden echter van geen beloning weten en zeiden haar dat wij in haar vreugde deelden en dat dat onze beloning was. Zo gemakkelijk kwamen we er echter niet af. Ze vertelde dat zij mevrouw Brada was, en haar man in het vleeschbedrijf zat, en of wij dan niet wat "in 't pantsje" wilden. Dat leek mijn vrouw wel wat. Maar zei ze, dan liever in het laatst van de week. Nou we hebben het geweten. Vrijdags daarna werd een rollade be zorgd, zo groot dat hij niet in de gewone vleespan kon. We heb ben er heerlijk van gesmuld. Leeuwarden De vinders van de broche.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 11