FRIESCHE HYPOTHEEKBANK WAS NIET ERG ROYAAL WEEKSALARIS VAN VIJF GULDEN Als pas zeventienjarige betrad ik op 13 november 1934 beschroomd, doch vol verwachtingen het kantoorgebouw van de Algemeene Friesche Hypotheekbank aan het Zaailand. Ik was bij deze maatschappij door directeur Mr. van Heusde aangenomen voor een periode van drie maanden tegen een weeksalaris van drie gul den en dat was twee kwartjes meer dan het salaris van de vrijwel even oude jongste bediende, die geen Mulodiploma had, wat ik zelf vier maanden eerder wel had gehaald. Studie en diploma's bleken toen nog rendement op te leveren. Mijn grotere theoretische kennis had ik overigens wel nodig voor het werk, dat ik te verrichten kreeg. Ook ik werkte in het begin van de dertiger jaren bij de Algemene Friesche Hy potheek Bank aan het Zaailand. Dat bedrijf had het toen niet gemakkelijk - er kwamen veel faillise- menten in die tijd. Er wa ren twee directeuren, de heren Talsma en Van Heusde. Van Heusde woonde in het huis 'De Peppel' aan de weg naar Harlingen, Tals ma verbleef meestentijds in Amsterdamde bank had daar een nevenvesti ging- Als de heer Talsma belde en zei, dat hij naar Leeu warden kwam dan moest het voltallige personeel 's avonds terugkomen, want het kon eens gebeuren, dat er een brief moest worden getypt. Later werd dit overwerken gemeengoed. Uiteraard werd hiervoor geen enkele vergoeding gegeven. De heer Talsma was aller minst een gemakkelijk mens. Als de heer Van Heüsde al eens tegen hem inging gooide Talsma hem met stoelen tegen de be nen. Het personeel kon dat allemaal mooi zien, want de directiekamer was door glazen schuif deuren gescheiden van het kantoor. De heer Van Heusde is overleden in een inrichting in Zuid Laren en de heer Talsma is verdwenen naar het Gooi. De Algemeene Friesche Hypotheekbank is later overgenomen door de Groningse Hypotheek- bank. Albert Reitsma Onder leiding van een in mijn ogen erg oude dame moest ik immers de coupons, die door de pandbriefhouders ter verkrijging van de hun toekomende rente (4, 4,5 en 5%werden aangeboden, op nummervolgorde zoeken, de ze daarna door het ponsen van een gat ongeldig maken om ver volgens in een boek achter het nummer de'datum van inlevering te stempelen'. Ik schijn deze hoogwaardige werkzaamheden op verbluffen de wijze te hebben verricht, want toen de fatale ontslagdatum na derde, werd ik bij de machtige directeur in zijn privé-kantoor geroepen en kreeg ik te horen, dat ik in vaste dienst was aange nomen en dat mijn honorarium was verhoogd tot liefst vier gul den in de week - een verhoging alzo van 33 1/3%, nog even wat anders dan de tienden van per centen van tegenwoordig en dan ook nog achteruit. Van die dag af kocht ik ijsjes van drie cent in plaats van de goedkoopste van twee. Noblesse oblige. Achteraf heb ik begrepen, dat deze uitzonderlijke positieverbe tering niet zo maar uit de lucht was komen vallen. Kort tevoren namelijk had ik drie dubbeltjes gevonden in de kast, vlak voor de plaats, waar de door mij te be handelen nummerboeken ston den. Rechtschapen als ik was opgevoed maakte ik mijn vrou welijke mentor opmerkzaam op deze vondst. Zij bedankte me en merkte op, dat ze er al naar had gezocht. MR. TALSMA... Een paar dagen later kwam op en morgen een bekende, krakende stem, die ons 'Goede morgen' wenste de stilte van de arbeid en de rust der gemoederen versto ren. Binnen trad Mr. Talsma, de directeur van het bijkantoor Am sterdam, gevreesd door het gehe le personeel en niet minder door onze, inmiddels benoemde, nieu we directeur Mr. Ten Bruggenca- te. De familie Talsma, aldus luidde de versie van het personeel, be zat het grootste aandelenpakket en zou dus, in de persoon van onze Amsterdamse directeur, oppermachtig zijn. Enkele dagen later volgde mijn opzienbarende promotie. Dat fungeren als eerlijke vinder van drie dubbeltjes, alsmede de sublieme wijze, waarop ik mijn zeer ingewikkelde en verant woordelijke arbeid had verricht, zullen op niet onbelangrijke wij ze hebben bijgedragen tot mijn ongewone positieverbetering. TWINTIG GULDEN Over posities gesproken. De kas sier, bijna dertig jaar oud, had - noodgedwongen - trouwplan nen. Deze man, die dagelijks vele tonnen geld door zijn vingers liet gaan, verdiende twintig gulden in de week. Trouwplannen waren er al eerder, maar dit vorstelijke salaris stond een realisering daar van in de weg, totdat deze op genoemde wijze in een stroom versnelling waren geraakt. Toen de aanstaande bruidegom de Leeuwarder directeur van zijn voornemen op de hoogte had gebracht en had gevraagd om een salaris, dat meer in overstem ming zou zijn met zijn werk en verantwoordelijkheid, bleek de ze over die moeilijke materie eerst overleg met zijn Amster damse collega te moeten plegen. Toen deze een tijdje later weer eens verscheen en het geval op directieniveau was besproken, werd de kassier geroepen. Hoe wel de directie op geen enkele wijze verantwoordelijk was voor De Algemeene Friesche Hypotheek Bank is in Leeuwarden in drie panden gevestigd geweest. Eerst, van 1900 tot 1904, zat de bank aan het Raadhuisplein, daarna, van 1904 tot 1919 in het pand Zaailand 96 en tenslotte, van 1909 tot 1946, in het gebouw ernaast, Zaailand 98. de laakbare daad, die hem tot zijn verzoek had gebracht (de kassier zelf wist dit beter, dan wie ook) wilde men, mede gezien de verdiensten van deze werkne mer, een royaal gebaar maken. Zijn salaris werd opgetrokken tot twee en twintig gulden vijftig per week, waarbij werd opgemerkt, dat hij zich geen verdere illusies mocht maken. Men deed wel vaker een beroep op de slecht gehonoreerde eer lijkheid der werknemers. Zo werd mij eens verzocht om aan het eind van de morgen, alvorens naar huis te gaan, even een be drag van honderdtwintigduizend (vooroologse!) guldens af te ge ven aan een klant. Blijkbaar had men door de affaire mpt de drie dubbeltjes een groot vertrouwen in mij gekregen. De neiging om dit kapitaal, voor het af te geven, even aan mijn ouders te laten zien, heb ik weten te onderdruk ken. OVERWERKEN Als de heer Talsma enige dagen op kantoor kwam moest het ge hele personeel boven de achttien jaar 's avonds weer komen op draven om de vergaderende di recteuren eventueel te kunnen informeren. Om zes uur naar huis om zeven uur weer terug tot aan het moment dat het de directie beliefde haar bijeenkomst te beëindigen. Vaak werd dat om streeks middernacht. De volgen de dag ging alles normaal verder met de kans dat ook die avond zou moeten worden overge werkt, want er werd wel ver wacht dat de opgetrommelde kantoorbedienden hun avondlij ke uren op kantoor niet in ledig heid zouden doorbrengen. Een paar keer, toen het erg druk scheen te zijn op het bijkantoor in Amsterdam, werd onze sym pathieke, maar ook zeer knappe en charmante telefoniste/typiste verzocht aldaar assistentie te verlenen. Mét de Amsterdamse directeur vertrok ze dan, soms per vliegtuig (Leeuwarden had toen een klein burgervliegveld) voor enige dagen naar de hoofd stad. Deze behandeling en haar salaris staken wel zeer gunstig af bij de krenterige wijze waarop (Vervolg op pag. 11)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 5