Friesland Bank
Uw eigen bank
ONBEKEND GEBOUW
In 't Kleine Krantsje nummer 444
las ik het artikel over het "onbe
kende gebouw" aan de Noorder-
weg. Ik heb destijds al eens ge
schreven, dt dit gebouw in mijn
ogen een schippersschool was.
Het gebouw stond er in mijn
jeugd en vaak klommen wij er bij
de ramen op. De fout is, dat het
geen schippersschool was, maar
een Joodse school.
De heer G. Everaarts uit Dieren
schreef, dat hij zich niet kon
voorstellen, dat daar een gebouw
had gestaan. Ik ben nu een en
tachtig en het is dus al even
geleden, dat wij daar als jongens
bij de ramen opklommen.
Hoorn L. Weber
FAMILIEARCHIEF
Graag wil ik even reageren op
het artikel "Langs oude Friese
kerkhoven" in 't Kleine Krantsje
nummer 443.
Ik heb als hobby genealogie en
naast het "sneupen" in de archie
ven bezoek ik begraafplaatsen,
waar je veel waardevolle gege
vens kunt verzamelen. Tevens
maak ik dan foto's van grafzer
ken, die betrekking hebben op de
familie's, die ik zoek: Wietsma,
Wijtsma, Wijtzema, Wietsema
enzovoort.
In Friesland heb ik zo'n driehon
derd kerkhoven bezocht en daar
buiten nog eens zo'n tweehon
derd met vaak de oude kerken
daarbij. Zo heb ik al een paar
honderd foto's van grafmonu
menten en weet ik veel van de
geschiedenis via de oude kerken.
Verder heb ik meer dan tweedui
zend copiën van acten van voor
1902 van geboorten, huwelijk en
overlijden. Met advertenties en
kaarten en familiefoto's vormen
ze een "familie-archief".
Het opschrift "Dit graf mag nim
mer geopend worden" waarover
u schreef in uw rubriek, heb ik
ook maar een enkele keer gezien
op een staande steen. Op liggen
de stenen komt het opschrift
vaker voor; dit heb ik zo'n twin
tigmaal gezien. Zo'n tekst komt
dan voor onder aan de grafsteen
in letters van ongeveer vijf centi
meter hoogte over de volle
breedte van de steen. Meestal
waren het stenen van een predi
kant of kerkvoogd, zoals op een
familiegraf, dat ik in Bolsward
heb gezien.
Heemskerk Beerend Wietsma
FRISIA
Een bericht in 't Kleine Krantsje
nummer 444 heeft bij velen de
indruk gewekt als ware de daarin
genoemde numismatische kring
de eerste en enige in deze provin
cie. Niets is echter minder waar.
Sedert enige jaren is de te Drach
ten gevestigde kring 'Frisia' al
actief.
Drachten N.K. 'Frisia'
JELLE RODENHUIS
In het onderschrift bij een foto
van het vroegere bestuur van de
gymnastiekvereniging Brinio in
't Kleine Krantsje nummer 442
plaatste u een vraagteken achter
de naam Rodenhuis van de man
rechts op de voorgrond.
Inderdaad was dat een Roden
huis en wel mijn vader Jelle,
getrouwd met Tjitske Maria
Brandsma. Er waren drie kinde
ren, Bertus, Clara en Wijbe.
Vader werkte op de Provinciale
Griffie. Behalve in het bestuur
van Brinio zat hij ook in het
bestuur van "Het zwembad de
Groote Wielen". Hij was een
verwoed en zeer kundig philate
list en bovenal was hij een goede
echtgenoot en een fijne vader en
behulpzaam voor mensen, die hij
kende.
Geldrop W. Rodenhuis
KAASPAKHUIS
Ik wil nog even reageren op het
artikel van ae heer Jac. Aarts uit
Groningen over het kaaspakhuis
van Sikma aan het Reigersplein
in 't Kleine Krantsje nummer
444.
De heer Aarts vond het vreemd,
dat hij Weber niet kende. Nu, dat
is niet zo vreemd, daar Weber nu
tachtig is en in die vroegere tijd
wel met Auke Sikma als vriend in
het pakhuis van diens vader
kwam. Wij waren toen zo'n ne
gentien, twintig jaar en de knecht
Romkema kende mij heel goed.
De heer Keimpe Dijkstra uit
Stiens was ook goed bevriend
met Auke en mij. We hebben
dikwijls glaasjes bier gedronken,
wanneer we op stap waren. Ook
heb ik vaak even gereden op de
oude motor van Keimpe. Ik was
toen al motorgek en later heb ik
zelf verschillende oude stoom-
fietsen gehad. Ik ben in 1928 uit
Leeuwarden vertrokken en ik
heb Keimpe nooit in een Ford
gezien.
Naar aanleiding van het geschre
vene in 't Kleine Krantsje heeft
de zuster van Auke mijn vrouw
gebeld. Mevrouw Nicolai heeft
toen gezegd, dat haar zoon mij
nog zou bellen, maar dat is tot nu
toe helaas niet gebeurd.
Hoorn L. Weber
HET SCHOOIERSHART
In nummer 442 van 't Kleine
Krantsje komt de tekst voor van
het liedje "Het fiere schooiers-
hart" met de mededeling, dat
volgens de heer Ritsko van Vliet
Senior te Leeuwarden de tekst
dichter Ferry er de schrijver van
zou zijn.
Ik heb mijn platenverzameling
eens nagegaan. Op de originele
acht en zeventig toerenplaat
staat vermeld: O. Zeegers Wil
ly Derby. Het Willy Derbyal
bum, verschenen in de dertiger
jaren, geeft aan: Tekst van Otto
Zeegers, Muziek van Willy Der
by, Arrangement Willem Ciere.
Ik bedoel hiermee geen critiek op
hetgeen Ritsko van Vliet heeft
geschreven. Het had namelijk
best van Ferry kunnen zijn, want
die schreef ook wel melodramati
sche teksten.
Beverwijk J. Speerstra
HET BEPLAKTE RAAM
We schreven begin 1944. Het
vliegveld Leeuwarden werd
weer eens duchtig onder handen
genomen door onze geallieerde
bommenwerpers. Het was vroeg
in de avond met een sterrenhe
mel. Ik stond voor het slaapka
merraam aan de voorkant van
ons huis dat gelegen was tussen
boerderij Heechterp en Oud-
Tolhuis. Achter ons huis bevond
zich de bloemenkwekerij van
Habbekote en Schroder. Waar
schijnlijk stond ik voor het open
raam te luisteren naar de bomin
slagen en te kijken naar de prach
tige sterrenhemel.
Ineens kwam er een vliegtuig
aanronken, laag over ons huis
heen. Het leek wel dat het zoe
kend was. Ja, en toen kwam er
een daverende explosie, er viel
een regen van glaswerk over me
heen, een vreselijk rumoer, men
selijke kreten, zowel van binnen
als van buiten.
Mij mankeerde niets en ik spoed
de me naar beneden. Wel, daar
was het een ware chaos. De
kachel in de achterkamer stond
haast in het midden, maar die in
de voorkamer was netjes op z'n
plaats blijven staan. De vazen op
de linnenkast waren onvindbaar
stuk. En dan te bedenken dat we
dag in dag uit van moeder te
horen kregen: „Denk om de va
zen", als we wat op die kast
wilden leggen of er wat van
wilden afhalen! Kortom, in huis
was het een puinhoop en geen
raam zat er meer in. Geen raam
zeg ik?
De hele buurt over en weer was
danig geteisterd. De Luchtbe
schermingsdienst was spoedig ter
plaatse. Het bleek een aange
schoten vliegtuig te zijn geweest
dat zijn bommenlast kwijt moest.
Het deponeerde zijn last keurig
netjes op het stukje land naast de
kwekerij vlak achter de straat
weg. Een paar meter terug en de
last was op de Groningerstraat
weg terecht gekomen en dan was
alles nog erger geweest dan het
nu al was.
De andere dag konden we de
schade goed opnemen. Er was
dus geen raam meer heel. Merk
waardig genoeg was één raam
aan de achterkant boven nog
volledig intact. Hier zat nl. het
plakband nog op dat we op 10
mei 1940, de dag van de Duitse
inval, er op hebben geplakt. Al
onze ruiten werden toen beplakt
als zijnde een afdoend middel
tegen eventuele bomexplosies,
die een hevige luchtdruk veroor
zaken.
In de zomer van 1940 zijn alle
ruiten weer schoongemaakt. We
hebben er toen nog om gelachen.
Wat zou het helpen die stukjes
papier tegen die sterke lucht
druk. Hoe dit ook zij: één onzer
raampjes was niet schoonge
maakt. Het zat wat achteraf en er
was moeilijk bij te komen. Dat
raampje zat er nog in. Hadden we
al onze ramen maar zo gelaten,
zo was toen in 1944 onze gedach-
tengang.
Nog een bijzonderheid. De ach
terkamer haard was verplaatst,
maar die in de voorkamer stond
prachtig op zijn plaats zoals hij
nog nooit had gestaan. Die ka
chel konden wij nooit goed op z'n
plaats krijgen en één van mijn
broers was nog wel kachelsmid!
De gepubliceerde foto toont een
van onze ramen aan zoals die
met al de andere ramen was
beplakt. Deze foto werd gemaakt
in de zomer van 1940, waar
schijnlijk nog in de meimaand.
Beverwijk J. Speerstra
Men kent er de Friese
verhoudingen en is bereid
plaatselijke en provinciale
belangen te dienen.
ZOMERHUIZEN AMELAND
De eerste zomerhuisjes in de
rijksduinen nabij de Badweg te
Nes op Ameland dateren van
1919. Twee jaar later kreeg een
firma uit Leeuwarden een terrein
in erfpacht, waarop de eerste vijf
van een serie van vijftien Oosten
rijkse landhuizen werden ge
bouwd. Zo ontstonden er in een
paar jaar zo'n veertig zomerhui
zen.
Bij Hollum, ook op Ameland,
werden pas tien jaar later zomer
woningen gebouwd, zo'n dertig
en ook nog twee badhuizen.
Ook het kamperen in linnen ten
ten was in het begin van de
twintiger jaren van weinig bete
kenis. De enkeling die het deed
mocht met z'n tent gaan staan
waar hij wou. Sommigen vervin
gen de linnen wanden van de
tenthuisjes door hout en lang
zaam maar zeker werd het hele
gebied, dat nu "Duinoord" heet,
met houten huisjes volgebouwd.
Toen ons land in mei '40 door de
Duitsers overvallen was gaven
de bezetters de "vreemdelin
gen", de vakantiegangers dus, al
gauw opdracht het eiland te ver-
lan. Bovendien bepaalden de
Duitsers, dat de huizen en tent
huisjes moesten worden afgebro
ken en afgevoerd en dat is dan in
de jaren '41 en '42 gebeurd;
slechts een enkel zomerhuis bleef
staan voor eigen gebruik.
Mijn vraag is nu, wie er voor de
oorlog zo'n zomerhuis of houten
tenthuis bezat en of er nog foto's
van zijn, die ik graag tijdelijk ter
inzage zou willen hebben. Dit is
mijn adres: Terplaan 15, telefoon
05960-242633.
Appingedam J. A. Blaak