KERKHOF VOL VRACHTWAGENS DOMINEE ZELLE: ONVERGETELIJK In het pas verschenen derde deel van Frisia Illustrata, een reeks van vijftien afleveringen met "het verhaal van tien eeuwen vrije Friezen tussen Vlie en Lauwers" vonden wij deze interessante foto van het oude bodeterrein aan de voet van de Oldehove. De plaat is in de dertiger jaren gemaakt, toen het hier nog een en al bedrijvigheid was. Links op de achtergrond, vaag tussen de bomenhet witte molenaars huisje, rechts daarvan de rij huizen van de Boterhoek, die het veld moesten ruimen voor het nieuwe gebouw van de Provinciale Biblio theek. Vervolg van pag. 5 reld er van dacht. Natuurlijk ging dat niet als voorganger van de gemeente - maar hij kon eenvou dig niet anders. Het feit, dat Zelle ongetrouwd de pastorie inging en dus geen vrouw had, die hem wat in 't gareel kon houden, zal er ook debet aan geweest zijn. Was Zelle dan ongevoelig voor vrouwen en had hij geen oog voor vrouwelijk schoon? O ja, zeer zeker wel - hij heeft pogingen in die richting gedaan in zijn eigen gereformeerde vrouwenkring. Hij kwam op bepaalde adressen graag eens op bezoek, waar nog een ongetrouwde dochter in huis was - niet heel jong meer, maar daardoor wellicht beter bij deze excentrieke figuur passend, niet waar? APARTIGHEDEN Ook Zelle zelf was zijn jonge lingsjaren al ontwassen, maar he laas zijn vreemde apartigheden niet kwijtgeraakt - integendeel, die kwamen met des te meer kracht naar voren. De mensen waar hij op bezoek kwam, waren ook zeer goede kennissen van mij. Nu, iedereen mocht Zelle graag, hij was zeer gehecht aan zijn oude moeder bij wie hij woonde in de Gysbert Japicxsstraat: „Ik kan zonder mien moeke niet leve," verklaar de hij dan. Men probeerde hem op te van gen en het zou toch het beste zijn, dat hij aan de vrouw kwam - toch geheel Bijbels, nietwaar? - maar helaas, het ging echt niet. Bekend was Zelle ook om zijn enorme eetlust - heel begrijpelijk voor zo'n krachtpatser. Als hij ergens preekte en op zijn race fiets al vroeg arriveerde bij de boer, bij wie hij die zondag uitbe steed was, dan liep hij eerst naar de boer in 't land, die zat te melken, dronk daar een paar volle melkbusdeksels warme koeienmelk op, ging vervolgens met de boer mee ontbijten en tastte goed toe - hij had ook al 'n hele fietstocht achter de rug. Vervolgens hield hij een dave rende preek voor altijd propvolle kerken - en dan vormde de warme boerenmaaltijd voor Zel le het hoogtepunt: De boer èn zijn zonen konden heel wat op, Zelle niks minder - de boerin, een goede kennis van ons, wist dit en had nog extra aardappelen bijgeschild, gewaarschuwd door kennissen. Als iedereen genoeg had, nam Zelle ook de rest - dan kwam de zondagse pudding - ook die ging er vlot bij hem in - en toen (volgens de eigen woor den van de boerin) seach er de tafel oer as koe der noch wol wat op". „Wol dominee noch wat ha - ik ha noch wat süpenbrei yn de kelder stean." „Ja graag!" En ook dat verdween in Zelle's maag! APPELS ETEN Na de maaltijd verdween Zelle in de boomgaard en zat hij in de appelboom lekker appels te eten. In de middagdienst bulderde hij nog twee keer zo hard als in de morgendienst! Zelle was een prachtfiguur - een lichamelijke en ook geestelijke krachtpatser - als preker en als spreker zeer gewild en als Zelle ergens optrad, dan was de kerk of de zaal afgeladen vol. In het verslag van het K.K.- nummer 434 is dit zeer duidelijk en naar waarheid vermeld. Wat mij betreft was het een keurig verslag, dat aan Zelle's nagedachtenis alle eer bewezen heeft - en deed totaal niets tekort aan Zelle's „waar Christen zijn". Zelle was eenvoudig zoals hij was - zonder vroom gedoe. Hij liep zeker niet met zijn geloof 'te koop' - en tenslotte is het God, die het hart kent en weet of je een 'waar Christen' bent. En het Kleine Krantsje beschrijft heel treffend hoe Zelle tenslotte helemaal excentriek ging leven - hij wilde niet anders en kon niet anders. ORDE OP ZAKEN Enige tijd is nog een vrouw, al jaren een goede kennis van Zelle, bij hem ingetrokken om orde op zaken te stellen - zij was een prima kokkin maar met Zelle was geen land te bezeilen - uit haar eigen mond hebben wij dat vernomen en zo kwam hij in zijn eigen rommel om achter zijn bureau, als in zijn harnas, stierf hij op "t veld van eer!' Ook in de Bijbel komt een excen trieke figuur voor - Simson - van wie Zelle wel iets, ja veel had - en de Bijbel roddelt toch zeker niet! Leeuwarden O. de Roos WAAGHALZERIJ De zwemmer Webb is het slacht offer zijner waaghalzerij gewor den. Te Coeur d'Alene in Idaho wilde hij zich in een vat laten medevoeren door een waterval, die zich van een hoogte van 300 voet in het meer te Coeur d'Ale ne stort. Het vat werd tegen de rotsen te pletter geslagen. Webb brak den ruggegraat. (1895)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1984 | | pagina 8