SCHRIJVEN IN 'T KLEINE KRANTSJE EN DE GEVOLGEN ERVAN IK HEB EEN PASSIE VOOR DE TREIN" HARTELIJKE REACTIES Eén van de aantrekkelijkste kan ten van het schrijven van een verhaal in 't Kleine Krantsje zijn de hartelijke, meestal telefoni sche reacties, die er op volgen. Oude vriendschappen laaien even op, met het wat trieste, maar begrijpelijke gevolg om spoedig weer uit te doven. Lang vervlogen gebeurtenissen komen weer tot leven; wat de één zich nog scherp herinnert, vergat de ander. Het opvallende is, dat bij het ophalen van die tijden vrijwel alleen prettige gebeurtenissen te voorschijn komen, waarschijnlijk een gevolg van de jeugdige lucht hartigheid, waarin wij toen ver keerden. Kennelijk gingen wij en de tegenwoordige jeugd doet waarschijnlijk niet anders, wel wat gemakkelijk voorbij aan de zorgen en de problemen, die onze ouders in de twintiger en dertiger jaren hebben gehad. BENARDE TIJDEN Ik vraag mij af of onze kinderen over zo'n twintig, dertig jaar op hun beurt de benarde tijden, die we nu beleven, zullen idealise ren en hun jeugd, die op tal van punten totaal verschillend is van de onze, met even veel plezier zullen beschrijven. Wij, oud- Leeuwarders, wij hebben het voordeel, dat in onze geboorte plaats destijds iemand de gedach te kreeg, om ons in de vorm van 't K.K. de mogelijkheid te bieden onze jeugdbelevenissen nog eens op te halen. Het feit dat dit idee van de heer Schoustra nu, na twintig jaar nog steeds onver flauwt voortleeft, wekt het ver trouwen dat 't K.K. nog heel lang zal bestaan. Ik was nog bezig het juist ontvan gen Kleine Krantsje waarin het padvinderij-artikel was opgeno de Nieuwestad, die nog niet de lawaaierige winkelstraat was van nu men door te lezen, toen er al een vriendelijke mevrouw uit Oen- kerk belde. Later op de dag kwam de oud-padvinder Mein- dert de Jong aan de telefoon. In Ierland, waar hij al enige jaren tezamen met zijn vrouw, Regina de Gavere, een vroegere klasse- genote van mij nota bene, woont, had hij de aanzet tot het padvin derij-artikel gelezen. Het artikel zelf las hij in Diever, waar hun zoon een bungalow-prak exploi teert, dat de naam 'de Gavere' draagt. Kort daarop belde een oud- Leeuwarder, niet omdat hij vroe ger padvinder was geweest, maar, ongeveer van dezelfde leeftijd, velen van hen kende. Zo stond zijn ouderlijk huis aan de Eewal recht tégenover dat van de familie Van Hylckama, vóórdat ze naar het Groningerplein ver huisden. Het vroegere huis aan de Eewal werd overgenomen door de ijzerhandel van de heer Van der Meulen; privé woonde deze aan de Emmakade waar zijn beide zoons opgroeiden, Tom, ook al weer een oude klasse- genoot, met wie ik vooral in de laatste schooljaren veel optrok en Sieb, die de laatste tijd nogal eens in 't K.K. wordt genoemd, vanwege zijn vele verdiensten voor Frisia. Lu Jensma, een neef van de bekende Na. Hist, leraar Bennie Jensma bleek een half uur hiervandaan in Bussum te wo nen. We spraken af dat hij de volgende morgen even langs zou komen. Dat 'even' werd enige uren, die wij, bij het stralende zomerweer in die dagen, door brachten in de schaduw van een paar hoge bomen. Uren die om vlogen, want Lu Jensma, die tot in de veertiger jaren in Leeuwar den had gewoond, kon met zijn welhaast fotografisch geheugen een bijzonder interessante en nauwkeurige beschrijving geven van de straten en huizen in de oude binnenstad. Hij liet voor mij de tijd herleven, toen de Nieuwe stad, nog niet de overvolle, la waaierige winkelstraat van nu, een rustige kade langs een oude gracht was, waar het ene patri ciërshuis zich schaarde naast het andere. Als bewoners van die huizen noemde hij namen als Van Harinxma, Bloembergen Santé, Collot d'Escurie, Van Ey- singa, Bieruma van Oosten, Van Messel. Namen die mij voor het merendeel onbekend voorkwa men, met uitzondering van twee, namelijk die van Van Messel en Van Eysinga. De freule van Ey- singa, wonende in een statig huis aan de drukke kant van de Nieuwestad. Een dubbele blau- stenen trap leidde naar de eiken houten uit twee deuren bestaan de voordeur. STOUTMOEDIG Veel Leeuwarder meisjes werk ten destijds mee aan de Emma- bloemcollecte, die elk jaar op Hemelvaartsdag werd gehouden. Op zo'n dag belde mijn zusje stoutmoedig aan bij het Van Ey- singa-huis. Aan de deur ver scheen een vriendelijke oude da me, die haar een muntstuk gaf dat ze nog nooit had gezien, en dat later een gouden tientje bleek te zijn. Bij elke volgende Emma- bloemcollecte was haar eerste gang naar de oude freule Van Eysinga, die haar elke keer een gouden tientje schonk voor het goede doel. De andere naam die mij bekend in de oren klonk was die van de antiquair Van Messel, een zakenman, die door vader Jensma bijzonder werd gewaar deerd. Na afloop van de oorlog, uit militaire dienst komende heb ik een aantal jaren doorgebracht bij de KLM. De chef van de Indië-route was toen de gezag voerder Gide.on van Messel (oud- Soesterberger), bijgenaamd 'de fiets'. Nu pas schoot mij te binnen, dat hij mij destijds wel eens had gezegd, dar hij ook uit Leeuwar den kwam. Maar omdat ik hem uit die tijd niet kende, hij is ook omstreeks tien jaar ouder dan ik, was deze opmerking bij mij het ene oor in en het andere uit gegaan. Blaricum mr. P. ledema (Vervolg in nummer 451) Van mijn afzwaaien uit de mili taire dienst in 1928 af heb ik tot de dag van heden een passie overgehouden voor de trein. Die nostalgie, want dat is het, begon, toen ik in dat jaar, zogezegd ambtshalve, mijn eerste spoor boekje kocht. Dat boekje kostte toen maar vijftien cent, maar het bezegelde mijn belangstelling voor de trein en het spoorwezen in het algemeen. WESTERSINGEL In zie me zelf nog staan met mijn monsterkoffertje op het perron van het tramstation bij het begin punt bij de Vrouwenpoort. Daar stapte ik, gewapend met mijn eerste abonnement op het 'Lo- kaaltsje' naar Anjum. De station netjes aan dat onvergetelijke lijn tje staan na mijn vijftigjarige handelsreizigersloopbaan muur vast in mijn geheugen gegrift: Jelsum, Comjum, Britsum, Stiens, Finkum, Hijum, Hallum, Marrum, Holwerd, Westemij- kerk, Dokkum. Achtenentwintig gulden kostte dat abonnement voor notabene drie maanden on gelimiteerd reisgenot door de drie noordelijke provincies. Jaren en jaren heb ik, later, op allerlei markten gezocht naar dat eerste spoorboekje van S. de Jong en eindelijk kon ik het in Den Haag op de kop tikken voor zegge en schrijve één gulden: ruim vijfhonderd bladzijden met uitvoerig register nog wel. Op het Letterkundig Museum in Am sterdam bood men er mij vijfhon derd gulden voor In dat jaar 1928 waren er nog geen handelsreizigers met een auto; alles ging met de trein of de tram. Voor mij is het boekje dan ook een cultuurgids van de eerste orde. Want waar vind je bijvoor beeld een gedetailleerde infor matie over de vertrektijden van de Lemmerboot, die van de Ruy- terkade in Amsterdam afvoer, zelfs nog op zondag. TWEE KWARTJES Groningen-Amsterdam werd ook met de Lemmerboot gedaan; een enkele reis kostte twee kwar tjes. Vijftig cent kostte ook een retour tweede klas van Heeg naar Sneek. Ook had je een stoombootdienst van Workum naar Bolsward en zelfs was er een IJlster Stoombootmaatschappij. In de oorlog, november 1942, is het mij nog gelukt om na een afgrijselijke Jodenrazzia rond het Rembrandtsplein in Amster dam naar de Lemmer te vluchten en vandaar in het pikkedonker verder naar Heerenveen - het hele relaas van die vlucht heeft dr. Loe de Jong opgenomen in het zesde deel van het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Je moet wel van heel goede huize zijn om te weten, dat er ook een stoombootdienst van Leeuwar den naar Dokkum was; vertrek van de Eebuurt, vijdags om vijf uur en een retour eerste klas kostte zestig cent. INDRUKWEKKEND BOEK Er is een indrukwekkend dik boek verschenen, 'Friesland rond per tram' van J. J. Tiedema en J. J. Buikstra en het mooiste daarin zijn wel de levensherinneringen van de machinisten, die op al die al lang verdwenen tramlijnen hebben gewerkt de NTM bracht je door de hele provincie. In het boek, dat met het jaar 1878' begint, staan alle elementen, die herinneren van het oprichten van de Nederlandse Tramwegmaat schappij en zelfs de foto's over het NTM materiaal uit de Twee de Wereldoorlog ontbreken niet. En dan al die foto's van de Henschels, de Mafei's en de hele techniek van die tijd. Voor liefhebbers van de tijd van voor '40 een boek om steeds weer ter hand te nemen - ja, zo was het in die goeie ouwe tijd voor de ruimtevaart! Alles ging met de trein of de tram Amsterdam Sal de Jong

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1984 | | pagina 5