NAAR DE RIEKS HBS
VAN DOKTER HUISKEN
AT JE GELUK HADDEN
At je vroeger het geluk hadden
van een Vader en een Moeke, die
bereid en in staat waren je deur-
lere te laten, dan gingen je óf naar
de Normaalschool, óf naar mees
ter Van der Laan van School 12
óf naar Dokter Huisker vanne
Rieks HBS op't Zaailand. Onze
Vader koos voor de laatste moge
lijkheid.
Dat was toch wel een hele over
gang vanuut de Schranser school
naar de school inne binnenstad.
So weg uut de koestering vanne
juffen en meesters, die't je sun
jaar of zes, zeven, so niet altied
met liefde, dan toch met waak-
saamheid begeleid hadden in je
opgroei en die fungeerden as een
verlengstuk van wat Vader en
Moeke an je opvoeding deden.
Wij hoefden tuus niet an te kom
men mette klacht dat Juf of
Meester je de een of andere straf
opleid hat. "Dan sast het wel
vediend hewwe oek en ik sal nog
wel met Juf of Meester bespreke
of ik er miskien oek nog wat
bijdoen mut".
RICHTLIJN
Het klinkt inne tegenwoordige
verhoudingen mogelijk wel gek,
mar disse samenwerking tussen
het gesin enne school betekende
voor de kienders toch een richt
lijn, die bepalend was voor de
veddere ontwikkeling. Het was
een vastigheid inne opvoeding,
waarvan een hoop meensen de
invloed as goed ervaren hewwe.
Angeboren Meesterschap en het
daaruut vanself ontsprutende ge-
sag, soas van meesters as Hae-
nen, Bekius en Dassen en van een
Juf Zendiek het niet iedereen
inne buse. Mar at je het niet
hewwe, dan kanne je toch as
Meester deur je houding er veul
an doen om je gesag erkend te
krijen.
Waren je dan voor de eerste keer
de HBS op't Zaailand binnen
stapt en hadden je de klasseinde
ling ondergaan, dan kwamen je
bij't kennismaken met je aan
staande opvoeders toch wel voor
wat vraagtekens te staan, omdat
je teugenover een groep vol
maakt vreemde wezens set wud-
den. En je binne dan net in de
meest kwetsbare periode van je
bestaan.
Bij de uutslag van't toelatingsex
amen konnen je al een glimp
opvange van disse elitaire lera-
renclub en nou leerde je de
meensen persoonlijk kennen.
De eerste, die't onse klas binnen-
stevende was de stoere figuur
van Brederode. Mar die stoer
heid viel achteraf beschouwd
heel veul met. Hij vetelde ons,
dat sien collega-leraar Frans,
Francois Douget, oproepen was
voor militaire dienst in Frankriek
en dat hij, Brederode, nou de
versorging van het Frans op de
hele school op sich nimme su.
Ik meen mie te herinneren, dat
hij oek het feit hekelde, dat we
oppe lagere school al een poging
deen hadden Frans te leren, waar
hij op't toelatingsexamen kennis
met maakt had: hij was tot de
conclusie komen, dat we dat be
ter niet deen hadden kannen,
omdat hij nou veul werk kreeg
om alle ongerechtigheden weg te
schaven. Hij sal wel geliek had
hewwe, want ik weet nog wel,
dat we inne Franse taal en letter
kunde de vreemdste kronkelin
gen bedreven.
Het duurde trouwens niet so erg
lang of juffrouw Wouda vanne
Meelfabriek in Sneek kwam de
Franse gelederen versterken. Se
slaagde er in korte tied in hur
gesag permanent te stabiliseren.
LISTIGHEIDJES
't Was een goede lerares en je
musten gien listigheidjes met hur
uuthale. Op een keer, toen we
repetisie hadden en ik mien op
pen voeteplank leggende Gram
matica er af schoof in plaats
vanne futen er op te setten, kreeg
ik een 1 op mien kwartaalrapport
en must ik oek nog een middag
bij haar tuus op't Suderplein
strafregels schrieve.
Mr. Douget wudde deur haar in
ere houden deur een ruum ge-
bruuk te maken van sien boek
"Lectures et Elocutions", waarin
een hoop interessante verhaalts-
jes bijeenbrocht waren.
We hadden ons eigen klasselo
kaal, mar voor verschillende
vakken waren er speciale ruum-
ten, soas de tekensaal, di't amifi-
theatersgewies opbouwd was om
vanaf elke plaats een goed uut-
sicht te hewwen oppe modelta
fel, waar de tekene dingen uut-
stald waren.
Onze tekenleraar Albert Velsink
was, behalve tekenleraar en
kunstschilder, oek een groot sei-
ler. Hij had altied een krom
schipperspiepke afwisselend in
ne mon en inne hand. At je de
houding van de heer Velsink as
maatgevend annimme voor het
ambt van tekenleraar, dan hoort
dat tot de meest rustgevende
beroepen in de M.O. sfeer.
Kwamen je het tekenleslokaal
binnen, dan stond Velsink te leu
nen op de bordensteun op 't
bovenste bordes, heel tevreden
an sien piepke lurkend en af en
toe met sien duum de vulling
andrukkend. En daar kwam hij
alleen vandaan as een van ons
klaar was met de weergave op
papier van sien fleske, kantsje,
pantsje, keteltsje of wat dan oek.
NIET VEUL UUTLEG
Veul uutleg was er niet bij. Wij
musten self mar uutviene hoe't
gebeure must. En nou het het mij
altied toeleken, dat er gien vak is,
dat sich so makkelijk leent voor
een verhelderende uutleg as
handtekenen. Er is oek son soad
van te vetellen. Nim alleen al de
perspectiefleer, de ellipsen, de
schatting vanne afmetingen.
Met lijntekenen, inne vierde klas,
hewwe we wel wat meer hoord,
mar dat was met het oog oppe
techniek oek wel noadig. Teke
nen is, omdat het een creatief vak
is, voor de ontwikkeling vanne
leerlingen erg belangriek.
Een ander vak, waarvoor we een
speciaal lokaal hadden, was aar-
driekskunde onder de heer Vas-
tenou. Disse heer gaf sien vak
alle kleur en kleurschakeringen,
waartoe een goeie behandeling
vanne onuutputtelijke aardrieks-
kundestof hem de gelegenheid
gaf. Waarover hij het oek had,
het was altied anecdotisch onder
steund en dat schept interesse en
verstevigt je kennis.
Hij vroeg er oek veul voor terug
en as je bij een ondervraging
toevallig es faalde, dan mocht je
sogenaamd "oppe koffie kom-
me", 's morgens voor achten
om't punt, waarin je tekort scho
ten nog es extra deur te nimmen.
Sien liefste onderwerp was Ne
derlands Indië en dat was niet so
vreemd, omdat ie een broer had,
die't officier was in't KNIL of bij
de Marine en met wie hij veul
Vervolg op pag. 9)
DE St.-JACOBSTOREN TE LEEUWARDEN.
Niet vele van onze lezers zullen ooit Leeu
warden, de hoofdstad van Friesland, bezocht
hebbendit belet niet dat die stad meer dan
eene merkwaardigheid bevat die een tourist
met belangstelling in oogenschouw zou ne
men. Onder dez; merkt men op den schee
ven toren, die even als die van Pisa zich in
hellenden toestand bevindtdoch die, wat erger
is door de achtbare raadsheeren der stad ver
oordeeld is om te verdwijnen. Men denkt, dat
hij binnenkort-vallen zal, en om dit te voorkomen,
wil men hem afbreken.
De St.-Jacobstoren dagteckent van ruim
drie eeuwen het verzakken zal dan ook wel
aan den tijd te wijten zijn. 't Is wel jam
mer, dat de toren veroordeeld iswij zien
ongaarne eenig gebouw van kunstwaarde, uit
vroeger dagen, verdwijnen en had men in den
tijd van kunst- en smaakverbastering zoo roe
keloos niet omgesprongen met vele oude ge
bouwen, onze straten zouden op dit oogenblik
wezenlijke museums zijn.
Aan den St.-Jacobstoren, die in 1540 gebouwd
werd, was vroeger eene kerk verbonden, doch
de Hervorming heeft ze deels afgebroken, deels
tot andere doeleinden gebruiktjL De klokken,
de roepstemmen voor de geloovigen, hangen
nog. in den torendoch sedert lang zwijgen zij
gelijk in een doodenhuis. De grootste klok,
die met kunstrijk beeldwerk is versierd, heet de
Iseuiu én even als Roelant te Gent, en ook
op ander plaatsen, bevat zij een opschrift in
denzelfden zin als gemelde klok.
De klok telde „brullende over de Leeuwarder
daken, de uren af en roept door haren klank
de burgers tot de vlammen en de wapens,"
tot den bluschdienst of den oorlog.
Wat ons, Belgen en Antwerpenaars, aanbe
langt is dat die klok gegoten is in 1551 door
C. Wagheneus, klokgieter te Antwerpen. Eene
kleinere klok draagt den naam van den H.
Petrus en "net jaar 1544. De beiaart, uit 38
klokken bestaande en meestal uit 1568 dag-
teekenend, is met latijnsche spreuken, veelal
uit de psalmen getrokken, versierd.
De omgang, boven het gemetselde gedeelte,
verheft zich 23 meters boven den grond. Daar
uit schiet de spits op die echter bevonden is
ook niet recht te staan en 85 centimeters
naar den oostkant over te heller.. Na 1832
heeft men de voorzorg genomen de muren
met balken te verbinden en er eenig metsel
werk, tot versterking, aan toe te brengen
doch het gevaar schijnt nu te duidelijk gewor
den en in januari 1884, na den storm van
december, is de afbraak besloten. Misschien zal
men bij den afbraak bevinden, dat de St. Jacobs-
toren zoo min zou gevallen zijn als de toren
van Pisadoch eens aan 't sloopen zal het te
laat zijn.
naar de Rieks H.B.S. an 't Zaailand.