KIJK NOU EENS: HET WAS DE SCHOOL OP 'T OUDE KERKHOF T KLEINE KRANTSJE ONZE FOTOPRIJSVRAAG HET DAMESKRANSJE Wanneer wij de "zoekplaatjes" in onze rubriek "Leeuwadders, waar is dit?" in categorieën zouden indelen, een categorie A voor de heel gemakkelijke, een categorie D voor de heel erg moeilijke en categorieën B enC voor de opgaven, die daar tussen in liggen, dan zijn we geneigd onze opgave van vier weken geleden aan te merken als behorend tot de allermoeilijkste afdeling, de categorie D. De meeste trouwe deelnemers aan onze prijsvraag hebben wel heel vreemd zitten aan te kijken tegen het kerkachtigegebouw, waarvan wij een fotofragment afdrukten in onze krant van de vorige maand. Geen wonder dan ook, dat er ditmaal niet meer dan zes goede oplossingen bij ons binnenkwamen! Dat bijzonder geringe aantal mag ons trouwens wel verbazen, om dat we weten, dat er onder onze abonnees ettelijke zijn, die het beeld in hun jonge jaren honder den, zo niet duizenden malen voor ogen moeten hebben ge had: dit immers was geen onder deel van een kerk, maar van een school en die school, het is be kend uit heel veel lezersbrieven uit vroeger jaren, hebben tal van onze abonnees zelf bezocht! Goed, het was dus de school - nee, laten wij een van de inzen ders zelf aan het woord, het is de heer Th. Weda te Leeuwarden. „U maakt het er niet makkelijker op" schrijft hij ons, „nu weer een gedeelte van een gebouw, dat minstens zestig jaar geleden is afgebroken. Eerst dacht ik aan de Prinsentuinschool, maar bij na der inzien moet het de oude Schippersschool zijn op het Olde- hoofsterkerkhof en wel de zij kant van die school. Het gebouw stond met het front tegenover de zogenaamde Witte Kousenbuurt, nu de AGO-gebouwen. De school stond op een oud kerkhof en vanwege de luchtjes, die er soms heersten moet het er voor de leerkrachten en leerlingen niet altijd even prettig zijn ge weest. In die jaren was het kerk hof nog niet bestraat en zo kon het gebeuren, dat er hier en daar plotseling gaten in' de bodem vielen, wanneer na zoveel jaren een doodskist het begaf. Als jon gen kwam ik hier niet vaak, omdat wij in de wijk Achter de Hoven woonden, maar dit is mij wel bijgebleven en ook zie ik nog de vlak bij de school liggende lijn baan van Morrema voor me" De heer H. Dijkstra te Dordrecht schreef ons, dat onze foto hem deed denken aan een opgraving op het Oldehoofsterkerkhof in de dertiger jaren: „er werden toen nogal wat doodskisten uit de poortjes van onder de school gehaald en daar moesten toen nogal wat van worden doorge zaagd." Dan kregen we een brief van mevrouw V. Schaafsma-de Vlugt en dit epistel willen we graag even overschrijven. „Ik ben op deze school geweest en heb er mijn wijsheid, voor zover dat mogelijk was, geleerd. Al sinds 1940 ben ik uit Leeuwar den vandaan maar bij het zien van de foto met die ingang, waar je zoveel voetstappen hebt lig gen, komen er toch weer herin neringen boven. Het onderwij zend personeel in mijn tijd be stond uit Juf Marie Metzlar, dochter van het hoofd van de school, juf Kniphorst en juf Ple zier. Dan was er nog meester Van der Wal en natuurlijk het hoofd, meester Metzlar. 's Winters, als alles dichtgevroren was, zaten we met overvolle klassen en dan kwamen er ook nog tafels en stoelen bij. Maar 's zomers waren er vaak maar vijf of zes leerlin gen, alleen als het kermis was kwamen er weer meer kinderen bij." Mevrouw Schaafsma herinnert zich de namen van verschillende leerlingen: „Janke en Catherine Panbakker, van wie de laatste jong gestorven is, naar ik meen door een brand in de woonwa gen," Reina Kooistra en, van de kinderen van turfschippers, Lolle van Houten, Jolt Schippers, Jan en Jurjen Welles en Henk, Klaas, Ytje en Ynske van der Heide. Ook denkt zij terug aan Jantje en Geert Mud en aan de kinderen Beiboer en Van den Akker. „Eens per jaar", aldus mevrouw Schaafsma, „werden er roe kenesten uit de bomen geschoten door mensen van de gemeente en dan stond de hele ploeg te kijken. Ook was er de touwslagerijIk zie die man nog achteruitlopen met zijn juteschort voor om het touw te twijnen. Vaak ben ik onder de lijnen doorgekropen, waar hij dan erg kwaad om werd, want er was kans, datje haar er tussen kwam met alle gevolgen van dien. Ook stonden we er op de neus bij, wanneer ze aan het graven wa ren in de straat naast het kerkhof, tussen de Kleine Kerkstraat en de Torenstraat voor het repareren van de riolering bijvoorbeeld. Dan kwamen er botjes en doods hoofden te voorschijn." TIKKERTJE „In het vrije kwartier", vervolgt mevrouw Schaafsma, „gingen we tikkertje spelen van de school naar de Oldehove en terug. Er stonden drie kinderen in het mid den en de anderen moesten over- rennen. Wie getikt werd moest eveneens in het midden staan om daarna de 'overvliegers' te tik ken. In school werden de onder wijzeressen vaak geplaagd door niespoeder, dat we bij de drogist kochten of we begonnen opzette lijk te gapen wat tot gevolg had, dat weldra de hele Idas aan het gapen was. Jammer, dat ik geen foto heb van de klas. Ik herinner me niet, dat er ooit een is ge maakt. Wel ben ik er benieuwd naar wie nog in het land der levenden zijn. Wij zitten nu alle maal rond de zeventig, er zullen er dus ook al velen niet meer zijn. Ik geloof dat de schooltijd een van de mooiste perioden van het leven is." (Vervolg op pag. 11) „Nou, mien skoanseun het oek weer werkgelukkig mar. Bij de Afsluutdiek. Se vediene daar wel een best dagloon, mar och he den, as se saterdags tuuskomme is er niet veul van over. 't Meeste gaat op an jenever daar oppe diek inne keten. Die mannen sitte in hun vrije tied mar te supen en te kaarten". Hinke is an't woord as se nog even wachte of er miskien oek nog een vrouwke bijkomt voor de stried omme nutskes en de centen. „Daar hest Wietske nog op hur stalen hiender. Nou de kaarten mar skudde". Wietske het vansels niet veul tied, altied druk, mar se doet toch met en onder het genot van thee met een klontsje kanne se beginne. Wat is er anne hand, Jantsje, kanne je het vandaag niet win- ne?" „Och ik bin er niet so goed bij ju en mien soon Anne is nou oek al sonder werk, een rare wereld, nou". „Ja je hore niks anders meer dan wat een armoedeEn Colijn mar segge: bezuinigen!" „Die hoge heren hewwe mak keluk praten, die sitte warm op hun stoelen inne Kamer". „Nou meensen, niet su bere, we hewwe allegaar wel wat. Ik velies alweer drie en een halve cent". Buten klinkt een stem: „Wit kalk, het wudt er so mooi van". „Ja, 't voorjaar komt weer an". „Nog één spultsje, dan mut ik weer op pad", seit Sietske, „de saken gaan voor het meiske". „Jou hewwe oek nooit gien tied". „Hoor nou es, daar hest 't Skelviskoor oek al met Skeef- nekje, een bitsje mesiek kan er wel bij". Eindelijk kanne de nutskes en de centen teld wudde. 't Valt met voor iedereen: winst en velies binne eerlijk verdeeld. Toch noflijk, sun middagje met de vrouwen onder mekaar, dat het een meens wel nodig in disse slimme tied. De hoedsjes en mutsen gaan weer op, de mantels komme an. „Nou, goeie hoor, tot de vol gende keer!" Enne Rozema voor Leeuwarden en de wij de wereld er omheen Een uitgave van Fenno Schoustra's Publiciteits- kantoor. Verschijnt eenmaal in de veertien dagen. Abonnementenadministra tie: Postbus 858, 8901 BR Leeuwarden. Abonnementsgelden Post giro: 98 10 62. Redactie en advertentie-af deling: Vredeman de Vries- straat 18921 BP Leeuwar den. Telefoon (058) 120302 Geopend:van dinsdag tot en met donderdag, uit sluitend 's morgens van 9 tot 12 uur. 's Middags en van vrijdag tot en met maandag ge sloten. Abonnementsprijs: voor Nederland 29,- per jaar; voor het buitenland: 55,- per jaar. Losse nummers afgehaald 1,75 per stuk Per giro be steld (Postgiro 98 10 62): 2,75 voor 1 ex., 4,75 voor 2 ex., 6,25 voor 3 ex. Het lidmaatschap van 't Kleine Krantsje staat alleen open voor lezers, die zich door hun aanmelding ak koord verklaren met de hier navolgende 'leveringsvoor waarden': Het abonnementsgeld moet vooruit worden betaald. Op de Ie februari dient het abonnementsgeld voor het dan lopende jaar te zijn betaald. Geschenk-abonnementen en abonnementen van le zers in het buitenland moeten op de 15e decem ber van het voorafgaande jaar zijn betaald. Lezers, die zich niet telefo nisch of schriftelijk, maar per giro-overschrijving als abonnee aanmelden, wor den verzocht op het giro strookje te vermelden: Nieuwe abonnee. Wie net abonnementsgeld voor een ander betaalt, dient duidelijk de naam en het adres te vermelden van de abonnee, voor wie wordt betaald. Adreswijzigingen moeten minstens 10 dagen voor het verhuizen schriftelijk wor den doorgegeven: Postbus 858, 8901 BR Leeuwarden. Abonnementen, die niet vóór 1 december schriftelijk zijn opgezegd (Postbus 858, 8901 BR Leeuwarden) worden automatisch ver lengd. ir

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1984 | | pagina 3