a
ioti md~ mid
Friesland Bank
Uw eigen bank
PRACHTIG
Prachtig die verhalen in't Kleine
Krantsje over bekende mensen
met wie je bent opgegroeid. Het
laatste verhaal over Peke Dolstra
heb ik met aandacht zitten lezen.
En dan denk je je die toestand
weer helemaal in.
Peke Dolstra heeft na de oorlog
verscheidene banden voor mij
geplakt voor vijf en dertig cent of
twee kwartjes. Ook wel onder
het eten, als ik bij hem aanklopte
in de Hollanderdijk met mijn
broodbakfiets.
Al zie je de mensen niet zo vaak
meer, dan lees je zo'n verhaal in
't Kleine Krantsje en krijg je toch
weer een levensteken; 't geeft
een hele voldoening.
Leeuwarden
Rinze v.d. Heide
BOVENMENSELIJK
Even wat commentaar op het
verhaal over Peke Dolstra in een
van de vorige Kleine Krantsjes.
Als je dat leest gaat er een huive
ring over je leden. De meesten
van ons, die dit waren overko
men, zouden op zo'n ogenblik
lamgeslagen zijn, ze waren, net
als een kikker voor een slang,
niet bij machte geweest iets te
doen en ze hadden zich laten
neerschieten.
Wat Peke Dolstra heeft gedaan is
gewoon bovenmenselijk. De
plek waar het gebeurde ken ik en
daarom zie ik het ook duidelijk
Leeuwarden
D. Beeksma
Er zijn in de laatsteoorlog
honderden mensen geëxecu
teerd, maar van een soortge
lijk geval als dat van Peke
Dolstra hebben we nooit ge
hoord - het lijkt ons uniek in
de vaderlandse verzetsge-
schiedenis. De gelukkigen, die
hun "executie" hebben over
leefd - er zijn enkele gevallen
bekend, waarbij dat van een
stadgenoot bij Dronrijp, een
paar dagen voor de bevrij
ding, hebben later verklaard
inderdaad in een toestand te
hebben verkeerd, die we zou
den kunnen omschrijven als
"lamgeslagen". Alleen van de
grote verzetsstrijder Theo
Dobbe, die nog een afscheids
briefje mocht schrijven, voor
hij zou worden doodgescho
ten, weten we, dat hij de Duit
se officier, aan wie hij de brief
overhandigde, een geweldige
klap gaf, terwijl hij hem de
revolver afpakte. Op dat mo
ment werd hij door andere
Duitsers neergemaaid.
Red. 't KI. Kr.
ONJUISTHEID
gelijkende verzwaarde en in het
zelfde papier gepakte blokjes
hout. Hij heeft daarmee vanzelf
sprekend in samenwerking met
anderen 'de centrale' gered; toen
de Duitsers 'op de knop drukten'
gebeurde er niets.
Mevrouw Visser was, tot grote
ergernis van haar man, bevriend
met Rie. Die vriendschap stoelde
beslist niet op gelijkgerichte poli
tieke principes, voorzover Rie/
Ru al principes hadden.
Mevrouw Visser, die al vele jaren
dood is, is na de bevrijding nog
commandante van een interne
ringskamp voor N.S.B.-vrouwen
e.d. aan de Troelstraweg ge
weest.
Het lijkt mij niet onwaarschijnlijk
dat mevrouw Nust, die wij ook
goed hebben gekend, Dolstra
tóch naar 32 (de Vissers) heeft
gebracht en daar behalve me
vrouw Visser, ook Rie aantrof.
Ik heb Dolstra nog gevraagd of
hij in een van de middelste, dan
wel in het op één na laatste huis
van het rijtje is binnengebracht.
Dat wist hij niet meer, want hij
had dichtgeslagen ogen en kon
niets zien
Leeuwarden W. Heerema
VECHTJAASEN
Vroeger was het zo, dat je als
meisje niet behoorde te vechten
of te worstelen; dat voorrecht
hadden alleen de jongens. Dat
werd tenminste bij ons thuis al
tijd gezegd. 'Gedraag je toch eens
als een meisje.'
Sommige jongens probeerden
me altijd uit de tent te lokken en
dat had ik al een hele tijd over
m'n kant laten gaan, maar einde
lijk raakte mijn geduld uitgeput.
In uw artikel over Peke Dolstra
in het Kleine Krantsje staat een
onjuistheid.
Het echtpaar Ru/Rie v. Bnaar ik
meen afkomstig uit Brabant,
woonde op 38 aan de Helicon-
weg en niet op 32. Op 32 woonde
de familie Visser (man, vrouw en
dochtertje). Hij was elektrotech
nisch ambtenaar - ETA - bij de
telefoondienst van de P.T.T. en
een zeer goed vaderlander. Hij
was ook degene die, vlak voordat
de Duitsers op de vlucht gingen,
kans zag de blokjes springstof die
zij onder de telefooncentrale
hadden geplaatst, te verwisselen
tegen bedrieglijk op deze blokjes
moedelijk even buiten westen
geweest.
Toen ik veel later wakker werd
had ik zo'n honger, dat ik zes
pannekoeken soldaat maakte en
toenvoelde ik me weer kip
lekker, ik had zelfs geen'hoofd
pijn meer.
Dat mijn zuster intussen de dok
ter had gebeld wist ik niet en toen
ik me in de namiddag weer fit
voelde heb ik me aangekleed en
zou weer naar buiten gaan. Toe
vallig belde de dokter net aan,
toen ik de deur uitging - we
groetten elkaar nog, maar beiden
begrepen we niet, dat het om mij
ging als de patiënt.
De dokter zal wel gepikeerd zijn
geweest, toen hij ontdekte dat hij
voor niets was gekomen, maar
•dat kon ik niet helpenDaar
voor alsnog mijn excuus.
Als de dokter dit nog leest be
grijpt hij meteen hoe het toen is
geweest. Wel een beetje laat,
maar better let as net.
Leeuwarden
Mevr. A. v.d. Zee-Knol
OUDE TRAMBAAN
Hoe zit het met die trambaan
langs de oude veemarkt, die on
langs ter sprake kwam in de
Dat was toen ik heibel met twee
jongens kreeg. Ze hadden me al
een paar keer een tik gegeven,
tot ik een van die knapen een
oplawaai verkocht.
Dat kwam zeker behoorlijk aan,
want hij pakte zijn padvinders-
riem en sloeg me daarmee op het
hoofd, net boven m'n oor. Op
hetzelfde moment ging de
schoolbel en wij naar binnen.
Eerst voelde ik niets, maar na een
paar minuten was het net of zou
m'n hoofd uit elkaar springen.
Vreselijk. Daarom ging ik met
mijn hoofd in de handen op de
bank liggen en nadat meester had
gehoord wat er was gebeurd
moest Johan Tuk me thuisbren
gen.
Thuis werd ik straalmisselijk en
moest ik overgeven en nadat ik in
bed was gekropen, ben ik ver
ren wij een gezin uit het oog,
waar wij zeer op gesteld waren.
Vaak heb ik navraag gedaan en
telefoonboeken nagezocht, maar
niks hoor.
En daar staat dan in 't Kleine
Krantsje de naam van mevrouw
Wiersma-Smeding plus telefoon
nummer in Beverwijk. Dit moes
ten onze verloren vrienden zijn.
Direct gebeld en ja hoor, ze
waren het. Dank zij 't Kleine
Krantsje is onze relatie nu dus
gelukkig weer hersteld. Ik wil
maar zeggen mensen, lees vooral
't Kleine Krantsje, je staat voor
wonderen.
Zaandam J. vanderWoude
POPPEBUURT
In 1937 vernamen wij plotseling,
dat de Poppebuurt afgebroken
was. Wat vonden we dat j ammer,
want we hadden geen foto van
ons voorouderlijk huis en die kon
toen dus ook niet meer worden
gemaakt.
Zeven en veertig jaar verlangden
wij ernaar nog eens in het bezit te
komen van zo'n foto en nu gaat
onze wens in vervulling; in 't
Kleine Krantsje nummer 454
zien we tot onze verrassing een
foto staan.
Vanaf de brug gezien was het de
dubbele woning aan het eind van
de rij. Achter dit huis was een
koestal. Vader noemde dit altijd
'de koemelkerijV waarschijnlijk
omdat er geen land bij was. Dit
werd meestal gepacht aan de
Kurkemeer.
In 1879 werd Vader in dit huis
geboren, in 1903 zijn dochter
Ymkje en in 1905 zoon Keimpe,
rubriek "Leewadders, waar is
dit?" Liep die over de Verlaats-
brug? En hoe verder? Kunt u me
uit de droom helpen?
Heerenveen
Mevr. T. W. A. de Jong
De trambaan liep van de
Zuidersingel over de Sophia
laan, langs de Willemskade,
over de Verlaatsbrug, met een
grote bocht achter de Elisa-
bethstraat langs naar het
tramstation, dat aan de Wes
tersingel stond.
Red. 't KI. Kr.
WONDEREN
Zo'n twintig jaar geleden verlo
die in oktober van het vorige j aar
overleed.
Toen er nieuwe huizen aan de
overkant kwamen verhuisden ze
naar de Bankastraat. De veesta
pel was intussen ingekrompen tot
een of twee geiten op een volks
tuin aan het Schoppershof.
Mijn vraag is nu of het mogelijk
zou zijn een fotoafdruk te laten
maken van deze plaat. Liefst
alles d'er op en d'er an. Als het
nodig is om technische reden: er
mag wel een centimeter van het
bruggetje af. Ofschoon voor een
echte Vlietster elke meter z'n
gevoelswaarde heeft.
Hopelijk kunt u aan mijn wens
voldoen.
Bergen
Mevr. A. Duyve-Groenewoud
Men kent er de Friese
verhoudingen en is bereid
plaatselijke en provinciale
belangen te dienen.
Wij beschikken over 99793
oude foto's van vrijwel alle
steden, plaatsen, dorpen en
gehuchten in Friesland. Ver
der nog over duizenden foto's
van plaatsen buiten onze pro
vincie. U mag vragen wat U
wilt; bijna altijd kunnen wij
aan de wensen van onze le
zers voldoen.
Red. 't KI. Kr.
STANFRIESPERIKELEN
In nummer 453 van 't Kleine
Krantsje kom ik me zelf nog eens
tegen op de foto van de Stanfries-
vloot. Van 1931 af tot de mobili
satie in augustus '39 was ik mo
tordrijver op het op de foto
voorkomende, diep in 't water
liggende 'ijsschip' de Stad Leeu
warden, die in wekelijkse lijn
dienst voer, woensdags 1 uur van
Leeuwarden, zaterdags 1 uur van
Rotterdam.
Het weer moest wel heel erg
tegen zitten, als er op zondag zo
tegen de middag niet aan het
Noordertje in Harlingen kon
worden afgemeerd. A. de Vries,
de tweede stuurman, woonde in
Harlingen en was dan thuis en
kon een oogj e in 't zeil houden bij
't schip.
Kapitein Miedema, eerste stuur
man Westra en ondergetekende
gingen op de fiets naar Leeuwar
den om maandags met de eerste
trein naar Harlingen terug te
gaan; tegen de middag arriveer
den we dan met het schip aan de
Willemskade.
Het was in het laatst van '35 of
begin 1936 of mogelijk een jaar
eerder of later, dat we met een
harde noordoostelijke wind met
10 tot 12 graden vorst op een
zondagmorgen om vier uur uit de
Oranjesluizen vertrokken, nage
wuifd door een hoofdschudden
de sluismeester.
Doordat het buiswater, dat we
overkregen direct bevroor, werd
wel alles waterdicht, maar kwam
er ook steeds lading bij, die niet
gelijkmatig over het schip werd
verdeeld. Na een vijf tot zes uren
varen zaten we letterlijk en fi
guurlijk behoorlijk scheef en dat
bracht problemen voor motor en
motordrijver.
Met kunst en vliegwerk en een
ijverige en kundige bemanning
aan dek en in het stuurhuis arri
veerden we 's middags tegen
twaalf uur aan de steiger in Enk
huizen. Toen ik boven kwam
verbaasde het me, dat de boel
nog dreef. Veel toeschouwers,
merendeel vissers, stonden ons al
op te wachten met touwen en
andere attributen. Deze vaklui
hadden al begrepen, dat ons ei
gen materiaal onder het ijs niet
gebruikt kon worden.
Met de hulp van deze noeste
werkers hebben de kapitein en
de eerste en tweede stuurman
veel ijs weggewerkt, waardoor
de Stad Leeuwarden weer wat op
(Vervolg op pag. 11)
Toen het trammetje nog over de Sophialaan reed