Friesland Bank
Uw eigen bank
Oldehoveschool - zo noemden
wij de school, waarvan onlangs
een "zoekplaatje" in 't Kleine
Krantsje stond. Ik was zes jaar,
toen ik op deze school kwam; dat
was in 1904. De foto was van de
achteringang, die in mijn tijd niet
gebruikt werd. Aan de andere
kant van de school was de hoofd
ingang. Bij enkele stoepen op
kwamen wij er binnen. Direct
rechts waren de toiletten, daar
achter was de kamer van het
Hoofd van de school, Pa Boddé.
In mijn tijd heette het hoofd van
de school "bovenmeester". Als
leraren waren er toen o.a. de
meesters Terpstra, Rademaker
en Roel de Jong, en als leerlingen
o.a. Jo Harmens, Theo Reidinga,
Anne Mulder, Van Zurk, R. de
Jong, Wetterau en Ruurd van der
Noord.
Normaal waren er op de lagere
school zes leerjaren. In mijn pe
riode werden ze uitgebreid met
een zevende klas.
Zoals reeds werd geschreven
stond de school op een kerkhof.
Stel je eens voor, dat dit in deze
tijd zo zou zijn: kranten vol over
het milieu. En wij gingen gewoon
naar school, die nu en dan geslo
ten werd om knekels uit de grond
te halen.
Ja, in 't vrije kwartier voetbalden
we daar, Bart van Zuijlen met de
zakdoek in de hand. De meesters
en juffen liepen dan van de
school naar de Torenstraat heen
en weer om te luchten en bij te
praten.
Schiermonnikoog
K. van Oostrum
SCHOOL OP OUDE KERKHOF
Een vriendelijke dameshand gaf
mij enkele jaren geleden 't
Kleine Krantsje" ter lezing. Als
oud-Leeuwardenaar (of Liwar-
der) werd ik zo geïnteresseerd
dat ik direkt besloot mij te abon
neren.
Al lezende kwamen allerlei her
inneringen betreffende oud
Leeuwarden naar voren en ook
oude plekjes en bepaalde figuren
kwamen weer tot leven. Zo ook
met betrekking tot de school op
het oude kerkhof.
In nummer 457 waarin de uitslag
van de foto-prijsvraag bekend
wordt gemaakt, schrijft U o.a.
"wanneer wij de zoekplaatjes in
onze rubriek "Leeuwarders,
waar is dit?" in categorieën zou
den indèlen, een categorie A
voor de heel gemakkelijke, een
categorie D voor de heel erg
moeilijke en categorieën B en C
Overveen J. Binsma
ZONDER WEERGA
In de loop van mijn ruim vijftigja- "Het zou een ramp zijn, wanneer men er toe overging het Naauw te dempen
Men kent er de Friese
verhoudingen en is bereid
plaatselijke en provinciale
belangen te dienen.
JODEN
De lezing van het artikel van de
heer R. Tuynstra in 't Kleine
Krantsje, nummer 458, zou tot
de conclusie kunnen leiden, dat,
naar de mening van ons aller
Waling Dijkstra, Joden de stam
vaders waren van de Friezen en
dat ze dus van oorsprong Semie
ten zijn.
Voor zover ik weet pretendeert
Waling Dijkstra nergens, ook
niet in zijn bekende werk: „Uit
Friesland's Volksleven", een his
toricus te zijn als bijvoorbeeld
Romeyn of Huizinga dat waren.
Het eerste deel van zijn hierge
noemde werk handelt dan ook
over volksoverleveringen. Sagen
en legendes dus, die vaak elke
historische ondergrond missen.
Zo moet hij (naar mijn mening)
ook begrepen worden als hij Ves-
pasianus na de verwoesting van
de Tempel, na Christus' geboorte
dus, de Joden laat verdrijven en
'naar de gewesten aan de Noord
zee zond'.
Reeds eerder laat Waling Dijk
stra Friso, zoon van koning Adel,
die 300 vóór Christus in India
zou hebben geregeerd en een
nakomeling van Sam zou zijn,
aan de Noordzee terecht komen.
Friso zou een gunsteling geweest
zijn van Alexander de Grote en
na diens dood gevlucht zijn uit
vrees voor wraak van zijn opvol
gers, wier afgunst hij had gewekt.
Alexander de Grote leefde ech
ter van 356 tot 323 vóór Chris
tus, dus vóór koning Adel, waar
uit blijkt, dat Waling Dijkstra het
met de historische data niet zo
nauw nam en dat waarschijnlijk
ook niet bedoelde.
De Joden, die, in de diaspora,
Vervolg op pag. 11)
reske, die de Leeuwarder bin
nenstad de wandelaar biedt. Het
wel allermooiste stadsperspectief
heeft de bezoeker van mijn ge
boortestad zittend bij een kopje
koffie met op de achtergrond de
glooiing van de Noorderbrug.
Den Haag heeft de naam, en niet
ten onrechte, een aristocratische
stad te zijn. Maar Den Haag mist
de gemoedelijke kuierke-
atmosfeer van de Nieuwestad.
En als men nu, vanaf het station
de binnenstad wil ingaan via het
imposante Zaailand komt de ge
zellige sfeer je al tegemoet bij het
passeren van de verschillende
ontmoetingscentra in de bars aan
de Doelesteeg.
De Amsterdamse Kalverstraat is
altijd druk en je ontmoet er altijd
wel kennissen, maar de sfeer van
de "Neistad" is zonder weerga.
Het zou een ramp zijn, wanneer
het Leeuwarder gemeentebe
stuur er ooit toe zou overgaan de
Voorstreek en het Naauw te gaan
dempen. Waar zou ik anders
mijn sigaren moeten gaan halen
dan bij de aristrocratische zaak
van "meneer Stoffels", in mijn
tijd nog van een indrukwekken
de hangsnor voorzien.
Lopend door het Naauw neem ik
altijd even een kijkje in de zaak
van mijn vroegere lagere-
schoolvriend Willem Fahner, nu
ook al jarenlang een rustend za
kenman. En ik kan het nog altijd
niet laten éven te kijken in de
bepaald niet omvangrijke etalage
van de heer Dumoré, in mijn tijd,
met de heer Neuyen een van de
steunpilaren van de LAC Frisia
met keeper Verinjé en rooie An
ton Dalhuysen.
Maar het Paleis van Justitie pas
serend denk ik ook vaak aan de
zittingen van het Bijzonder Ge
rechtshof, waar de collabora
teurs uit de oorlogsjaren reke
ning en verantwoording moesten
afleggen voor hun doen en laten
in die tijd.
Tussen het Zaailand en de
Nieuwestad ligt voor mij een
ruim vijftig jaren omvattende
herinnering. Ik kijk er met verte
dering en nostalgie in dankbaar
heid op terug
Amsterdam Sal de Jong
Dat kunt U nu niet meer
doen: de etalage van "Du-
mor ee" is er niet meer.
Red. 't KL Kr.
Nóg een foto van het Oldehoofsterkerkhof met de oude school. En.
een groot aantal autobussen uit alle delen van ons geweest. Voor een
meeting naar onze stad gekomen?
voor de opgaven die daar tussen
in liggen, dan zijn wij geneigd
onze vorige opgave aan te mer
ken als moeilijk.
Het is mij onbegrijpelijk dat
slechts zes inzenders de foto als
juist hebben herkend. Wat mij
betreft, ik had niet de minste
moeite met deze prijsvraag, want
binnen een seconde wist ik dat dit
mijn eerste school was op het Ol-
dehoofster kerkhof, destijds
"School 5".
De opname van de foto is iets
anders gesitueerd dan in mijn
tijd, want het aanbouwsel op de
linker zijde was er nog niet. De
front-zijde lag tegenover "de
Witte Kousenbuurt", en de ach
terzijde tegenover de Boterhoek
(destijds "de Jordaan van Leeu
warden") nu de Provinciale Bi
bliotheek en het Provinciaal Ar
chief. De afgeronde poort aan de
voorzijde was er nog niet want de
toegang tot de school was in de
begintijd aan de oostzijde tegen
over het Heer Ivo-straatje.
In mei 1897 kwam ik als zesjarige
kleuter daar mijn eerste schreden
doen op de weg naar ontwikke
ling en werd ik daar heel vriende
lijk ontvangen door juffrouw Els-
kamp die mij een plaats gaf naast
Ger Mink, wiens vader kleerma
ker was met een eigen atelier,
naar ik meen in de Bollemans-
steeg en die later naam kreeg als
een bekende dansmeester.
Uit het hierboven genoemde
jaartal kunt u afleiden dat ik in
1891 geboren ben, en nu twee en
negentig ben, zoals men zegt "de
leeftijd der allersterksten."
Evenals andere lezers moet ik
constateren dat de plaats voor de
school wel zeer afschuwelijk was
gelegen op een oud kerkhof
waarbij de periodieke opgravin
gen voor riolering en bestrating
oorzaak waren dat er skeletten
en schedels te voorschijn kwa
men. Met de schedels gingen wij
voetballen met de botten
trokken we ten oorlog tegen de
nabijgelegen "armenschool".
Onder de vloer van de school lag
natuurlijk ook het een-en-ander,
wat weinig fris geweest moet
zijn. Tijdens de zomervacanties
moest de dienst der openbare
werken in actie komen om de
rottende planken en palen te
vernieuwen
rige handelsactiviteit, zowel in
ons land als in het buitenland en
dat buitenland lag dan tot de
Spaanse grens, had ik ruim
schoots de gelegenheid een zoge
zegd "proefondervindelijk" on
derzoek te kunnen instellen naar
de gezelligheid en de drukte in
verschillende winkelstraten.
De autochtone bevolking van
Groningen had er een handje van
te zwéren bij de Heerestraat,
maar wat betekent de smalle
Heerestraat nog helemaal bij het
indrukwekkende, meer dan twee
kilometer lange winkelzaken
front van de Friese hoofdstad!
De eveneens ruim twee kilome
ter lange Princesstreet vah Edin
burgh is imposant voor wat haar
lengte betreft. En om nu eens de
Hinthamerstraat in Den Bosch te
noemen, deze is wel aardig.
Maar nergens in Nederland heeft
men de intieme geslotenheid en
tegelijkertijd het gezellige pitto-