EIBERS OOK BIJ WIJLAARDERBUREN "POSTBODE VROEGER EEN MAN VOOR WIE JE EERBIED HAD" IN STIJLVOL UNIFORM °P- MARKANTE MIDDENSTANDER (Vervolg van pag.l) ooievaarsnest bij Wijlaarderbu ren, dat een grote bekendheid kreeg door de activiteiten van een stadgenoot, de schoenenhan delaar Bart Sterkenburg van de Nieuwestad. Hij bouwde in een paal vlak bij het nest een schuil hut en maakte van daaruit van het ooievaarsleven een boeiende film. Dat er in een verder verleden in wat we nu "midden in de stad" noemen nog meer ooievaars heb ben gebroed bleek ons uit een bericht in een tijdschrift van even na de eeuwwisseling, waarin melding wordt gemaakt van een paar vechtende ooievaars op hun nest bij de herberg van Wijbinga in de Schrans. Deze herberg stond niet ver van Het ooievaarsnest bij Wijlaarderburen: attractie voor de wandelaars. de overweg op de plaats waar nu, bij de hoek van de Schrans, de Raadhuisstraat begint. De ooie vaars, die-hier broedden, leefden in pais en vree tot er plotseling een echtelijke twist ontstond. Of was het een overspelige, die de huiselijke vrede verstoorde? In ieder geval ontstond er een felle vechtpartij, waarvan de on geboren kinderen het slachtoffer werden - alle eieren raakten buiten boord. Hoe het verder met dit ooie vaarsnest bij de herbergier Wij binga is gegaan, vertelt de ge schiedenis niet, maar we weten nu dus, dat er in de onmiddellijke nabijheid van ons stadscentrum ooit ooievaars hebben geleefd. En zo'n situatie zullen we wel nooit weer beleven, ook al lijken de ooievaarskwekers van Eerne- woude op de goede weg te zijn. Ik herinner mij uit mijn jeugd in Friesland hoe de postbode enige malen per dag door onze straat kwam en het altijd weer een ver rassing was als er een brief werd bezorgd die een familielid ons had toegestuurd. De postbode was in die tijd een geziene figuur en er was als hét ware een band tussen postbode en burgers. Het was de postbode die we als tus senpersoon, j a als een koerier za gen tussen hen die ons dierbaar waren. De postbode was ook een man voor wie je als kind ontzag en eerbied had, gekleed als hij was in een stijlvol uniform de ouderen kunnen zich dat uni form nog wel herinneren Het was ook inderdaad een uniform. VRIJETIJDSKLEDING Hoe geheel anders dan thans nu het nieuwe uniform nauwelijks meer een uniform te noemen is, maar meer op vrijetijdskleding lijkt. Jammer dat ook hier tradi tie en stijl gingen verdwijnen. Ik herinner mij nog mijn oom die postbode was. Als hij in zijn mooie, roodgebiesde uniform, getooid met een koperen plaat op de borst als teken van zijn waardigheid, bij ons thuis op be zoek kwam, keek ik vol ontzag en bewondering naar hem op. 's Winters was de postbode ge kleed in een grote en warme cape; daaronder de tas met post, zodat er niets nat kon worden als het regende of sneeuwde. De postbode kwam drie maal per dag langs de huizen, dus was hij bij een ieder bekend en ik denk ook geacht. Velen hadden im mers nog geen telefoon, de brief was de verbinding tussen fami lie-leden en bekenden, de brie ven en ook de beschreven aan- sichtkaarten vormden dan ook het overgrote deel van de te be zorgen post. Men schreef elkaar nog gezellig een brief, met ver melding van alle wel en wee, het ontvangen van een brief was dan ook altijd een plezier maar ook dikwijls niet zonder spanning, want alle gebeurtenissen, zowel goede als minder goede, werden immers per brief meegedeeld. SPANNING... Geen wonder dus dat het ver schijnen van de post in de straat met spanning, maar ook vol ver wachting werd tegemoet gezien. Tegenwoordig gaat meestal het contact via de telefoon. De brief wordt al meer en meer ouder wets en daarmee dus nostaligsch! Maar het goede, het prettige van een brief is dat men deze bewa ren kan, zodat ze later nog weer herinneringen oproept. Zelf heb ik bijvoorbeeld nog post van mijn moeder aan de familie. Daar mijn moeder stierf voor mijn eerste levensjaar en ik haar dus niet gekend heb is juist dat geschrevene zo waardevol voor mij. Het is jammer dat velen te genwoordig liever de telefoon gebruiken dan eens een leuke en gezellige brief te schrijven. Zo behoort dus eigenlijk ook de brief welhaast tot het verleden. En wat de postbode betreft, ook hier is de romantiek verdwenen. ROMANTIEK Alleen al dat mooie uniform bracht stijl en romantiek en gaf als het ware wat tooi en sier in de samenleving. Thans is het door het verdwijnen van traditie en stijl bijna saai en grauw gewor den. Ook zien we de postbode niet meer zoveel als vroeger per dag het geval was Wel is er nog altijd de aansichtkaart die we versturen vanuit ons vakantie verblijf, terwijl ook met verjaar dagen en de jaarwisseling nog volop gebruik wordt gemaakt van de vertrouwde aansichtkaart of prentbriefkaart. De tijd dat de postkoets bestond heb ik niet meegemaakt, die was in mijn jeugd al verleden tijd. Wel herinner ik mij dat er post- goederen per paard-en-wagen werden gebracht of gehaald, bij voorbeeld naar en van de trein. Als ik soms eens oude aansicht- kaarten zie, valt het op hoe groot het verschil van frankeerwaarde is. Zelf heb ik nog meegemaakt dat er een postzegel van één cent, en later van twee cent op een prentbriefkaart werd ge plakt! Nu moeten we vijftig cen ten aan frankweerwaarde beta len voor een aansichtkaart. BOEIEND Behalve om de oude postzegel van een of twee centen is het ook heel boeiend zo'n oude zelf aan sichtkaart te bekijken. In 't Klei ne Krantsje zien we regelmatig afbeeldingen van oude prent briefkaarten; hoe alles rust en romantiek ademt en hoeveel groen steden en dorpen sierde, en ook is het aardig te zien hoe het straatbeeld nog gevormd werd door handkarren en paard en wagens. Het is alles verle den tijd zoals ook de postbode in oude stijl tot het verleden be hoort, en ook in dit opzicht tradi tionele en stijlvolle gebruiken zijn verdwenen. Ons blijven de goede herinneringen daaraan! Heilcoo P. H. Zwerver werden het Oldegalileën en de Arendstuin bij het oeroude Blauwhuis nog niet met elkaar verbonden door een brug. Wie toen in dit horeca-etablissement had vertoefd en naar de binnen stad wou gaan, moest eerst hele maal omlopen naar de Hoekster- poortsbrug. Ook alle bewoners van de grote woonwijk tussen de Dokkumer Ee en het latere Werkmanslust dienden gebruik te maken van deze brug. Later kwam er een ophaalbrug, maar toen die in 1865 verdween werd het oude nadeel voor de bewo ners in ere hersteld. Eerst vier jaar later kwam er op deze plaats een nieuwe brug, maar die was zo smal, dat ze al gauw de bij naam kreeg van de Kiepeloop. De bijnaam bleef bestaan, ook toen die heel smalle overloop werd verbreed. Een van de meest markante mid denstanders uit het vooroorlogse Leeuwarden was de boekhande laar Jan Zondervan, die zijn zaak op de hoek van de Grote en de Kleine Kerkstraat had. Met grote advertenties en pak kende teksten placht Zondervan de aandacht op zich te vestigen en hij had daarmee niet weinig succes: heel Leeuwarden kende zijn drukbeklante zaak. In die winkel nu heeft zich eens een merkwaardige en nogal vaag gebleven schermutseling voorge daan, die de bekende boekhan delaar zelfs voor de rechter bracht. Het gebeurde op een Sinterklaas- vrijdag, toen een zekere juffrouw G. J. Koster een bij hem gekocht boek terugbracht om het te ruilen tegen een ander boek. Het was misschien omdat deze transactie Zondervan minder goed beviel, of omdat hij wat geïrriteerd raakte door de over grote drukte op dat moment, maar plotseling ontstond er een minigevecht, dat voor de rechter niet zo glashelder uit de doeken kwam. Zondervan beweerde, dat hij door de dame geslagen was, waarna zijn bril afvloog, juf frouw Koster daarentegen be toogde, dat zij door de boekhan delaar tegen een deur was ge duwd. De conclusie van het gehakketak was duidelijk: de beide partijen hadden beter thuis kunnen blij ven en tot een veroordeling kwam het dan ook niet.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1984 | | pagina 8