DICKVANDERHEIJDE JRfREKLAME FOTOPRIJSVRAAG TOEN WE NOG OP DE SCHOOLBANKEN ZATEN DE MARGARETHA DE HEERSCHOOL adviesbureau voor reblame en publiciteit jOZSf iSfSëlSStfSSt 10 !©euW3rden 058—124984 Deze foto van 'de klas van Juf Swart' van de Margaretha de Heer- school is vlak voor het uitbreken van de oorlog, in maart 1940 gemaakt ter gelegenheid van het afscheid van de heer H. Nienhuis als Hoofd van de School. We kunnen vrijwel alle namen noemen en we beginnen bij de achterste rij: Roeli Kremer, een Bettie, Willie de Roy, Annie Hoogstins, Hermien van der Berg, Tinie van Kam pen, Thea Schat, Aafje Tinga, Janny van derLeij, Minnie de Jong en Jellie Bouma. Op de tweede rij: Berend Tiemersma met een vraag teken, Albert en Renze Schootstra, Rudi Boomsma, Jan van der Ploeg, een De Wit, Juf Swart, Jopie Klein met een klein vraag teken, Lolke Koolstra, Piet Fokkema, een zekere Piet uit Den Haag, een onbekende, Otto Boonstra, Simon de Vries en de heer Nienhuis. Dan de rij meisjes: Hilda Bijlsma, Josje Overdijk, een onbekende, Roelie van Huizen, Geesje Vrijburg, Rikkie Zijffers, Inkie Heins, Maaike Winsemius en Jannie de Boer. Tenslotte de rij jongens vooraan: eerst een onbekende, dan Klaas Runia, nog een Klaas, twee onbekenden, Theun de Vries en Klaas Dijkstra. Vervolg van pag. 3) "De bejaarden" zo weet me vrouw Annie Huizinga te Creil te melden, "werden er liefdevol verpleegd door de Zusters van Liefde uit Tilburg, maar nu ik die foto bekijk denk ik: hoe moesten die mensen naar boven komen op die stenen trap? Er was wel een deur beneden, maar die kwam op de keuken uit. Nu be gin je op die dingen te letten, vroeger niet - toen waren al die gebouwen en kerken met stenen trappen heel ontoegankelijk, vooral voor deze groep van mensen". Mevrouw Tr. Hofmeijer-Hofste- de te Hengelo schreef ons "nog zie ik de mensen van de zoge naamde "bedeling" daar op de trap staan, wachtend op de goe de gaven van de St. Vincentius Vereniging" en zij voegt er aan toe "Mensonterend". Dat het erg schoon was in het gebouw bleek uit wat de heer J. Langendijk te Rotterdam ons schreef: "een zoon van mijn zus ter Johanna, Tienus Brinkman, kwam er te vallen omdat het er zo schoon was en zo glad hij brak er zijn been". Omdat er, voor zover we nu we ten, alleen weesmeisjes en geen weesjongens werden verpleegd, is het volstrekt raadselachtig wat mevrouw A. J. Walsma-Huis- man ons schreef: "Wat hebben wij als kinderen veel op die stoep gespeeld, maar... mijn spelen werd vergald doordat er van die arme jongetjes achter de ramen zaten. Die arme jongetjes zaten achter dik matglas, maar ze had den een klein plekje in dat glas vrijgemaakt, waar ik dan door heen stond te kijken. Ik geloof dat het weesjongetjes waren of misschien uit ongelukkige gezin nen of heel misschien waren ze eens wat ondeugend geweest en zaten ze er voor straf. Die kerel tjes werkten onder strenge con trole achter een van de vier ra men beneden aan de Keizersgracht. Ik heb die knaap jes vaak gezien als ze onder ge leide van de ene trap afkwamen en langs de andere trap naar bo ven gingen. Ze waren twee aan twee met kettingen om de enkels en konden soms moeilijk de trap opkomen". Na het vertrek van de armen en de weeskinderen naar de Voor streek kreeg het gebouw dus an dere bestemmingen en ook daar liggen natuurlijk weer allerlei herinneringen. Mevrouw Tjaaklje F. Lugten- borg schreef ons het volgende: CHEMISCH ANALISTE „In dit gebouw ben ik in het voorjaar 1941 mijn carrière als chemisch analiste begonnen. Be neden zat de Gezondheidsdienst voor Vee met dr. Sjollema als chef. De twee bovenste verdie pingen waren voor het Laborato rium van de Friese Zuivelbond onder leiding van de 'Baas', dr. L. C. Janse. Dit romantische ge bouw moet eerder een klooster geweest zijn. We 'struunden' vaak op de zolders met vreemde miniatuurbedsteedjes en een wat verstopte toegang naar het to rentje. Een prachtig uitzicht had je vanuit dat torentje. Wanneer ik over ons oude Lab begin word ik helemaal nostalgisch en ly risch. Zelfs de oorlogsjaren daar door gebracht hebben een gouden rand. In de laatste oorlogswinter was onze belangrijkste bezigheid het zuiveren van aether. Na wat chemische analyses en destillatie gingen er ettelijke liters schone aether naar de ziekenhuizen om de patiënten een roesje te bezor gen. De te verwerken hoeveel heid rees zo de pan uit, dat het PEB moest helpen. In die gewel dige ruimte, waar genoeg electri- citeit was, werd door de mannen van het lab een enorme destilla tie opstelling gewrocht. Volgens de berichten, door de chirurg dr. De Bloeme aan dr. Janse verteld, bleek het zuiveringsproces goed te werken." "Toen ik hier als zestienjarige in 1947 kwam te werken" aldus mevrouw Rity Wibbens-Kamp te Schoonhoven, "gonsde het ge bouw van de bedrijvigheid: T.b.c.-bestrijding, abortus-bang- bestrijding, en al die andere ziek ten die een bedreiging voor het Friese vee betekenden, werden daar onder de loupe (micro scoop) genomen en bestreden. Helaas, de tijd schrijdt voort en nu staat het gebouw, waar eens de Gezondheidsdienst voor Vee - later Dieren - in huisde, leeg. Wanneer je 's middags van half een tot half twee alleen op kan toor zat, kon het gebeuren dat je een concert kreeg te horen van het Gevangeniskoor dat dan aan het repeteren was. De moeite van het aanhoren waard. Ook hadden ze er een orkestje. Tot 1957 heb ik op de Gezond heidsdienst gewerkt en ook nog de verbouwing meegemaakt, 't Was nodig want het was te klein geworden en oud! Maar toen ik enkele jaren geleden er nog eens kwam, was het weer oud gewor den en kon ik er niet meer vin den wat mij eens zo vertrouwd en dierbaar was geweest." Maar nu genoeg voor deze keer. Het wordt tijd de prijswinnaar uit de hoge hoed te toveren. Het blijkt een prijswinnares te zijn: mej. A. Vossenberg, Cammin- ghastraat 5 in Leeuwarden. Zij ontvangt het fotoboekje "Leeu warden, ach ja, zo was het...".

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1984 | | pagina 11