LANGS OUDE
FRIESE
KERKHOVEN
NIEUWE BUREN
VAN VROEGER
OENE OANE ANEMA
STADSNIEUWS
VAN VROEGER
Het intieme begraafplaatsje rond
de oude kerk van Damwoude,
het vroegere Dantumawoude,
door een hoge heg gescheiden
van de drukte van de weg. Sere
ne stilte. Er kijken eeuwen op ons
neer.
Aan de zuidkant van de kerk
hoogbejaarde staande stenen
met de tekst 'Grafstede van Sijke
Johs Halbesma in leven huis
vrouw van Dedde Reitzes Dijk
stra, overleden den 3 Febr. 1799
in den ouderdom van 36 jaren' en
'In het jaar 1826 den 7 Spt.
overleed Dedde Reitzes Dijkstra
in den ouderdom van ruim 68
jaren en rust hier in het graf
zijner gade'
Deze Dedde Reitzes Dijkstra is
stellig een broer geweest van
Uilke Reitzes Dijkstra en ook
diens graf vinden we hier terug:
'Ter nagedachtenis aan Uilke
Reitzes Dijkstra, Leeraar der
Doopsgezinden te Damwoude,
gedoopt de 7 Mei 1756, overle
den den 26 February 1823'
Op deze steen lezen we verder de
dichtregels: 'Rust zacht o Gij die
rust aan't harte schonk, Wiens
schoon geloof in stille deugden
blonk, Die zonder praal op stoel
in omgang en bedrijf, In beter
wereld zocht een storeloos ver
blijf'.
De grafsteen van 'onze geliefde
ouders' Rommert de Bree (1875
- 1961) en Baukje Veenstra
(1871 - 1918) vermeldt de onge
bruikelijke aankondiging 'In de
ze hof rust het stof" en Stijntje
Sikkema, die leefde van 1877 tot
1935, kreeg de Friese dichtregels
mee: "Al mei de sinne ek ünder-
gean/Hjar ljocht bliuwt ivich
foartbestean".
Uitzonderlijk zijn de graven van
Antje F. Anema (1847 - 1930) en
Egbert R. Poortinga (1879 -
1936) en Akke R. Poortinga
(1979- 1936) en Jan H. Annetnn
(1878 - 1951) waarvan de op de
stenen aangebrachte teksten
door een glasplaat worden be
schermd.
Aan de westkant van het kerk
hofje vinden we rond een graf
een hekwerk, waarbinnen de na
tuur gedurende jaren en jaren
haar gang heeft kunnen gaan; zo
er al een steen tussen de spijlen
ligt dan is daar niets meer van te
zien en het blijft een geheim wie
hier zijn of haar laatste rustplaats
vond.
Veel ouderverdriet spreekt er uit
de graven van de kinderen van
Tjeerd Hedman Annema (1888-
- I960) en Antje Damstra (1889
- 1963), die vier heel jonge
kinderen verloren aan de dood.
Zoontje Gosse werd geboren op
8 maart 1924 en overleed op 12
juni 1925, zoontje Jan stierf,
anderhalve maand oud, twee we
ken daarna en het dochtertje
Tietje, geboren 8 juni 1926. over
leed 24 juli van hetzelfde jaar. En
nog eens een half jaar later kwam
Tietje's tweelingzusje Renske te
overlijden.
In ons verhaaltje over de be
graafplaats in Marssum, afge
drukt in 't Kleine Krantsje num
mer 455, schreven we over de
van wapens voorziene grafzerk
van Aucke Hansen (1635 -
1677), die hier begraven ligt,
met, zoals er op de steen staat, II
van zijn kinderen.
Wij vroegen ons af of daar nu elf
kinderen mee werden bedoeld of
twee en dat laatste bleek het
geval te zijn volgens onze abon
nee de heer J. Nota te Joure, die
ons verder kon meedelen, dat
Aucke Hansen boer is geweest op
Andringastate. hij was dus een
telg uit de hervormde boerenfa
milie Andringa, die deze naam
aan de sate te danken had.
Dit interessant stukje oud Leeuwarden konden we in vroeger jaren
vinden aan de Nieuweburen en wel aan de noordzijde tussen de
Vijzelstraat en de Opgang naast het schoolgebouw. Het is aliveer
even geleden, dat de huizenrij aan deze kant werd gesloopt en toen
verdween ook het aardige geveltje met het kopje en de datumsteen,
die ons vertelde, dat het een pandje uit 1741 was.
Toen gisteravond ruim halfnegen
de trein van Zwolle naar hier den
onbewaakten overweg bij den
Nieuwlandsweg was genaderd,
gaf de machinist, de heer B. L. Ie
Mahieu een krachtig fluitsignaal,
toen hij uit de richting Leeuwar
den vier wielrijders zag aanko
men. Twee dezer fietsers meen
den dat ze den trein zonder
hinder konden passeeren; den
voorste gelukte dit, doch de
tweede, Albert Meijer, wonende
aan het Zuidvliet 238 alhier, was
minder fortuinlijk: hij werd door
den linker voorbuffer der loco
motief getroffen en 8 meter uit
het spoor geslingerd. De machi
nist had onmiddellijk geremd.
Het achterwiel van de fiets bleek
vrijwat beschadigd.
Meijer werd in den trein gedra
gen en met zijn vriend naar hier
vervoerd, waar dokter de Bloe-
me een onderzoek instelde en
constateerde dat het stuitbeen
beschadigd was. Per auto werd
de getroffene naar zijn woning
gebracht.
De trein had 12 minuten vertra
ging-
Tegen beide wielrijders zal pro
ces-verbaal worden opgemaakt,
de twee andere die afstapten, en
daardoor hun plicht deden, wor
den niet vervolgd.
De politie van Leeuwarderadeel
belast zich met een nader onder
zoek.
(1930)
Vervolg van pag. 2
Oene Oane Anema belandde op Skinkesskaans.
Daar riep 'n suur, oud frommis: „Dit is mien laatste kaans!
Och, mien lieve Oene, soekstou soms naar mij?
Wacht dan even, popke, dan kom ik gauw bij dij!"
Maar Oene Oane Anema gongen de griezen over de grauwen,
hij docht: „Nou lope, heite, want anders wudt 't trouwen."
Hij sette daliks uut 'n ein, lope om 't leven,
en 't frommis skriemde 'm achterna: „Och Oene, wacht nou even!"
En waar die niet langes flogen is!
Deur de Bolswardersteeg en deur de Baginesteeg,
Deur de Posthoornsteeg en deuer de Peteroliesteeg,
Deur de Kolleesjesteeg en deur de Kroeme Elleboogsteeg,
Deur de Regenboogsteeg en deur de Ruutersteeg,
Deur de Nije Steeg en deur de Nauwe Steeg,
deur de Ciprianussteeg en deur de Spooksteeg.
Toen het ie 'm ferskuuld inne Jan Mutskesteeg,
So bang was ie, dat se 'm toch nog kreeg!
K. F. Jongbloed-Smit