Jou tiet mtd m 0 Friesland Bank Uw eigen bank INTERESSANT Vanuit de U.S.A. waar ik nu woon met vakantie in Leeuwar den en Grouw, kocht ik op het station het Kleine Krantsje met o.a. de foto van het St. Frederi- cusgesticht. In de dertiger jaren had ik daar van De Jonge Werkman in de kapel recollectie, een soort gods dienstoefening, onder de Eer waarde kapelaan Bouwhuis en mijn vrouw, Jo Siemensma, had daar recollectie onder de Eer waarde kapelaan Graafsma. Tot eind 1943 hebben mijn vrouw en ik in Leeuwarden ge woond; toen gingen we naar Groningen en later naar de U.S.A. Interessant was het artikel over de Achter de Hoven, waar ik in de buurt woonde en er dagelijks de hoek passeerde, toen ik in de Gysbert Japicxstraat werkte bij de firma Romkes. Zeer interessant was ook het ar tikel van de heer J. S. Bijl. Wij zijn op alle plaatsen geweest, die hij noemde en de vorige week hebben we nog gegeten in Hotel Oostergoo waar we vroeger war me snert kochten, wanneer we schaatsten naar Grouw. De familie Jongma kennen wij ook goed. Mijn oudste zuster is getrouwd met de in het artikel genoemde Bouwe Jongma, die overleden is. Wij van thuis kwa men vroeger ook vaak op het land van Pa Jongma om er aard beien te eten. Auburn Maine Tjerk de Haan UIERBOORD Terugkomend van vacantie was één der eerste dingen: het lezen van drie afleveringen van het Kleine Krantsje die intussen wa ren binnengekomen. Zeer tot mijn spijt las ik dat er aan de serie 'Huizumer herinne ringen' een einde is gekomen. Jammer, omdat voor mij als oud- Huizumer een aantal personen uit mijn jeugd en de daarbij be horende situaties weer tot leven kwamen en in herinnering weer naar boven kwamen. Zeker niet in de laatste plaats door de hoge kwaliteit van deze stukjes. Gaar ne en van harte onderschrijf ik wat één van mijn vriendjes uit die tijd, en die, evenals ik in de zelfde straat woonde als de au teur, de Hr. J.(uppie) Abelsma hierover enige tijd geleden in het K.K. heeft geschreven. Evenals de heer Abelsma hadden wij ons afgevraagd, wie zich acher die initialen verschool. Dat werd voor mij pas duidelijk, toen A. Z. de familierelatie onthulde met onze melkboer Ype Keestra. De laatste aflevering riep voor mij nog andere herinnering op. De heer Zuiderveld vertelde daarin hoe zijn broer Piet in de eerste wereldoorlog gesnapt was bij het vervoer van zwart vlees. Die tijd lag voor mijn geboorte, maar de tweede wereldoorlog heugt mij als de dag van gisteren. Ik zal de laatste zijn om te zeg gen, dat broer Piet een slük slachter was, maar wel weet ik, dat je in die tijd als buren van zijn ouders via Piet wel eens iets kon kopen. Een stukje vlees of een mergpijpje. Mijn Vader, kind uit een groot gezin, waar elk nutske drie maal moest worden omgedraaid voor het werd uitgegeven, wist uit er varing, dat bijna alles wat van de koe kwam, gegeten kon worden, vandaar, dat hij Piet nogal eens vroeg om orgaanvlees. In de ogen van mijn Moeder, als boe rendochter vaak een gruwel. Op zekere dag zei Vader, dat hij Piet eens wilde vragen naar, zo als hij dat noemde: 'uierboord'. Toen was bij Mem de boot aan. „Dat maak je dan zelf maar klaar, ik doe het niet." Na zijn A, moest Vader toen ui teraard het gehele alfabet door; hij bestelde. Op een avond werd er gebeld, ik deed open en Piet overhandigde mij een vormloos pak met de woorden: 'n Kouejaar foar jim heit. Vader aan het werk. Het spul werd afgespoeld en in een pan met water en azijn en wat zout geflodderd, alle vormen van de pan aannemend. Het geheel werd versierd met een laurierblaadje en in de woonkamer op de kachel gezet, met iedereen, behalve uiteraard mijn Moeder, in spannende ver wachting, wat hieruit gebrouwen of liever gekookt zou worden. Na een poosje begon, tot onze stomme verbazing, het deksel van de pan langzaam naar boven te komen. Nadere inspectie leer de, dat de aanvankelijk vormlo ze massa was veranderd in een min of meer bolvormig lichaam, waarvan het topje het deksel had opgelicht. Om kort te gaan, na enige uren sudderen op ons vuurduveltje werd de prak 'gaar' verklaard. Het moest, zei Vader, als het koud is in dunne plakjes worden gesneden en met wat zout en peper op brood worden genut tigd. Toen het moment van con sumptie was aangebroken zette Vader het mes in de massa, Par don, er op. Want de massa rolde onder de heen en weer gaande bewegingen van het mes, zonder te bezwijken. Pas nadat het mes vlijmscherp was geslepen lukte het om er wat af te krijgen. He laas boden die plakjes in dezelf de mate weerstand aan onze tan den en kiezen als eerst aan het mes. Het was eten, dus het moest wor den gegeten. Nadat de plakjes waren gebakken, kwam er iets krokants aan, hoewel de con sumptie nog steeds veel tijd in beslag nam. Mensenkinderen, wat tafelden wij, in die tijd van schaarste, lang. Ik ben ervan overtuigd, dat deze anecdote, zelfs voor de heer Zuiderveld nieuw is. Amsterdam F. P. Poortvliet VLIEGVELDOPENING Mijn vrouw komt oorspronkelijk uit Leeuwarden en tijdens een verblijf in het vakantiecentrum Yn Lij te in Grouw maakten we kennis met 't Kleine Krantsje. Ruim drie jaar zijn wij nu abon nee en voor mijn vrouw is het altijd interessant in de krant het oude Leeuwarden terug te zien. Maar hoewel ik zelf een Gronin ger ben is 't Kleine Krantsje voor mij ook interessant, o.a., de Ge sprekken op de Brug. Nu echter over het artikel van de heer O. de Roos, die schreef, dat Ik wil hiermee maar zeggen, dat het vliegveld wel degelijk langs andere wegen bereikbaar was, hoewel we, achteraf beschouwd, vanzelfsprekend met vuur heb ben gespeeld. Die waterhouders waren bouw sels van een slechte kwaliteit be ton; ze lagen over het hele vlieg veld verspreid. Naar men ons vertelde hadden ze een directe aansluiting op de watertoren, zo dat bij beleg de toren leeg en de bakken vol liepen. Misschien zijn er nog mensen, die weten of dit juist was Groningen ONTVLUCHT W. L. Bos De foto van de Keizersgracht in een vorig nummer van 't Kleine Krantsje deed me terugdenken aan een ontvluchting uit de ge vangenis, die hier eens heeft plaatsgevonden. Twee mannen hadden van boven uit de gevan genis een lang stuk touw met een haak om het hekje geslagen, dat toen nog tegenover de Kruis straat op de walkant stond. Ze hebben toen kans gezien te ont vluchten. er in de oorlog nooit een plank over de sloot is geweest, waaro ver je 'stiekem' op het vliegveld kon komen. Welnu, die plank is er misschien inderdaad niet ge weest, maar toch was er een mo gelijkheid op het vliegveld te ko men, anders dan door de officiële ingang! Ik werkte voor een Groninger baas in opdracht van een aanne mer, die werk op het vliegveld had. Wij moesten de zogenaam de 'Wasserhalters', waterhou ders, die door bombardementen lek werden, weer waterdicht ma ken. Daarbij hielp mij een Leeuwar der timmerman, die 's morgens bij het station stond. Dan gingen we via de hoofdingang naar het werk of richting Marssum, waar ook een ingang was naast een boerderij met een mooi voor huis. Natuurlijk hadden we een 'Aus- weis', maar een paar maal heb ik dat niet bij me gehad en toen gingen we over de Oude Be graafplaats naar ons werk. Ook terug namen we dan deze illega le weg. Leeuwarden D. Beeksma KLAAS MEERDING In 't Kleine Krantsje nummer 460 las ik het bericht over het dodelijk ongeval in 1932 op de Greunsweg van de gemeenterei- nigingsman Klaas Meerding. Toen wij nog in het zogenaamde domineeshuis aan het Oldegali- leeën woonden waren het onze buren en dus waren mijn ouders er danig van onder de indruk. Bij het lezen van het stukje kwa men er nu dan ook weer heel wat herinneringen boven, bijvoor beeld aan een zekere maandag morgen toen ik het kerkboek van mijn moeder zag liggen en ik met een buurmeisje, ook zo'n drie jaar oud, naar "de kerk" ben gegaan. We vonden het maar raar, dat iedereen daar zo overstuur van was; mamma ging toch ook altijd? Toen mijn broer, die ruim drie jaar ouder was, voor het eerst naar de kerk ging, vond hij dat die man "in de kakstoel" ver schrikkelijk vloekte en toen hij ome Gerrit Binsma aan de over- Men kent er de Friese verhoudingen en is bereid plaatselijke en provinciale belangen te dienen. De Weerklank was een heel gemoedelijke buurt. En toch„als kind durfden we er niet i kant in de Westerkerk zag zitten, begon hij heel hard te roepen: "Ome Gerriet, ik sit oek inne kerk, oe, oe!" Is de heer J. Binsma uit O ver veen familie van ons? Mijn moe ders meisjesnaam was Binsma. Toen we in de vijftiger jaren in Rotterdam woonden kwam er in een winkel een dame op me af en dat bleek mevrouw Meerding te zijn; haar dochter woonde ook in Rotterdam. We zijn nog een avond op visite geweest, maar op de een of andere manier zijn we elkaar toch weer uit het oog verloren. In 1960 zijn we naar Oud Beyer- land verhuisd en nu brengen we al voor de zesde maal de zomer maanden in Friesland door. Voor ons vertrek de laatste keer vond ik op zolder een oude uitver koopkrant van de firma Van der Werff en Co. van de Wirdumer- dijk, ik denk uit 1938 of 1939. De prijzen? Luiers acht en een halve cent, een meisjespyama met gebloemde kraag en pof mouw 39 cent, een herenpyama 1,29, zomerdeken 1,19, een sloop negentien en een halve cent. Ik zal de krant aan de heer Schoustra geven; misschien kan hij er wat mee voor 't Kleine Krantsje, dat we alle goeds toe wensen en waar we elke twee weken verlangend naar uitzien. Oud BeijerlandMevr. G. Zweed- Van Dooren GEFELICITEERD Bij het doorbladeren van wat oude nummers van 't Kleine Krantsje kwam ik tot de ontdek king, dat het krantsje in oktober twintig jaar bestaat. Allereerst mijn felicitatie en complimenten dat U het maar steeds weer ver siert om iets speciaals van het oude Leeuwarden te voorschijn te halen. Ook de reportage van het oude Vliet sprak me zeer aan daar ik zelf op het Noordvliet geboren ben. Ook de reportage over de Weer klank vond ik goed; jammer dat we er als kind nooit in zijn ge weest, dat durfden we niet. Het Kalverdijkje bracht eveneens weer heel wat nostalgie naar vo ren. Wat hebben we daar niet veel gespeeld. Op de boerderij van Jongsma en 's zomers in de schiphuizen en bij de familie Koopmans op Schilkampen. He laas ontgaat je als kind veel fraais, want wat was Leeuwar den mooi. Ik denk er vaak aan terug. Als het mogelijk is zou ik graag eens iets van oude schoolvrien den vernemen, in het bijzonder van Jannie de Bruin, die een dochter was van de paardeslager (Vervolg op pag. 15)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1984 | | pagina 4