DE OUDE STOOMTRAM
GEZELLIG VERVOERMIDDEL
IN ROMANTISCHE TIJD
qfL
Hier en daar in ons land is het in
de zomermaanden mogelijk nog
eens met een stoomtrein te rij
den en te zitten in die oude,
sfeervolle wagons, die ons oude
ren doen terugdenken aan de tijd
van onze jeugd, toen trein- en
tramwagens nog door stoomlo
comotieven werden voortge
trokken.
Veel ouderen onder ons hebben
ongetwijfeld destijds wel eens
zo'n reis gemaakt. Ik denk hier
bij vooral aan de stoomtram, die
door het Friese land reed en dat
het vervoermiddel bij uitstek
was om familie elders in de pro
vincie te bezoeken of om er mee
op zakenreis te gaan.
Zelf herinner ik mij de stoom
tram, zoals die in mijn jeugd van
uit mijn toenmalige woonplaats
Harlingen via de verschillende
dorpen naar Bolsward en Sneek
reed. Het was altijd een feest als
de tram in Harlingen aankwam
en we een oom of tante of andere
familieleden gingen afhalen. Da
gelijks zag je de stoomtram rij
den, maar op zo'n dag kreeg de
tram opeens een heel andere be
tekenis.
FEESTELIJKE DAG
Dan was de tram als het ware het
symbool van een feestelijke en
blijde dag, want zij bracht fami
lie, die wij verwachtten en dat
betekende allemaal gezelligheid.
Nog meer vreugde verschafte de
tram, wanneer ik zelf mee mocht
rijden om familie elders in Fries
land te bezoeken. Al dagen van
tevoren kon je je daarop verheu
gen. Mijn eerste tramrit maakte
ik, toen ik omstreeks vier was.
Dat herinner ik me nog goed. We
gingen naar Arum om daar op
visite te gaan en ik mocht mee.
Men zat toen nog met de rug
naar het raam en ik herinner me
goed, hoe ik geknield op de bank
naar buiten keek en alles bewon
derde, wat we passeerden, de
weilanden met de koeien en
schapen, de boerderijen en al die
-sloten en kleine weggetjes. Wat
een belevenis!
Nu en dan passeerden we een
rijtuig of een vrachtwagen met
paard en ook dat was een gebeu
ren, want de tram reed nog snel
ler dan al die andere voertuigen
en dat was toch wel wat
KLEINE SENSATIE
Wat was het een grote dag in je
kinderleven, als je mee op reis
mocht in de tram. Alleen het in
stappen in de wagon en het
plaatsnemen op de lange banken
was voor een kind al een kleine
sensatie en dan moest de reis nog
beginnen.
In het fraaie boek 'Friesland
rond per tram' wordt ons uitvoe
rig en prettig verteld, hoe de
tram destijds de verbinding on
derhield tussen stad en platte
land en ook hoe belangrijk toen
de tram voor de bevolking was.
Thuis waren we altijd nauw met
het tramwezen betrokken omdat
we als kostgangers machinisten
hadden. Zo werd de tram vaak
het onderwerp van gesprek en
lief en leed kwam ter sprake,
zodat alleen al daardoor de tram
ons na aan het hart kwam te
liggen.
Maar niet alleen daarom was het,
dat ik als jongen zo van de
stoomrram hield, ook en vooral
omdat de tram de verbinding on
derhield met de familie elders in
Friesland. Zoals de postbode als
het ware door de briefbezorging
de koerier was tussen de fami
lies, zo was de tram voor ons het
middel tot een persoonlijke ont
moeting met hen die ons lief wa
ren.
Behalve de stoomtram uit Bols
ward bracht de stoomtrein uit
Leeuwarden in Harlingen fleur
en gezelligheid en er was toen
meer bedrijvigheid op het sta
tionsplein dan nu.
Vanzelfsprekend werd zo'n
tramreis niet al te vaak gemaakt,
want dat kon in die tijd van so
berheid eenvoudig niet. Maar
juist daardoor was de enkele
keer, dat we wel een reisje
maakten zo'n feestelijke en vro
lijke gebeurtenis. En nog zie ik
het hele gebeuren rond zo'n
tramrit voor me. Boerinnen met
hun korven, dorpsbewoners met
hun boodschappen, scholieren
met hun tassen vormden als pas
sagiers een bonte mengeling en
alles was even gemoedelijk, rus
tig en gezellig.
KACHELTJE
Ik herinner me ook nog, dat er 's
winters een kacheltje met pijp in
de tram aanwezig was om de
wagen te verwarmen. De con
ducteur, toen nog gekleed in een
stijlvol uniform, moest nu en dan
even naar de kachel kijken en er
soms nog wat brandstof op doen.
Alleen dat al gaf sfeer en roman
tiek.
Na de tweede wereldoorlog heb
ben de stoomtrams nog een tijdje
gereden, maar al spoedig moes
ten ze het veld ruimen voor de
bussen het tijdperk van de
stoomtram was definitief voor
bij!
De overtreding, waarvan Liuwe
de J., koopman te Leeuwarden,
beticht wordt, betreft het na tie
nen 's avonds goederen bezor
gen bij de klanten. De welspre
kendheid laat in deze zaak niets
te wensen over.
Het kwam hierdoor, zei de koop
man, dat het die bewuste Zater
dagavond verrassend druk liep.
Van zes tot tien uur was het
geheele personeel onafgebroken
bezig met de verkoop en kon er
niets ingepakt worden. Op de
Zaterdag voor Pinksterdag is zoo
iets niet ongewoon, nu was er
niet op gerekend.
„Maar in het procesverbaal staat,
dat u het nooit mogelijk acht om
op Zaterdagavond iets af te leve
ren," memoreerde de kanton
rechter.
„Het kan er naar zijn," zei de
koopman, „als de klant bijv. iets
aan zijn hoed veranderd wenscht
te hebben of dat hij ver af woont.
Maar de klant is natuurlijk ko
ning, dat begrijpt u wel en wij
doen alles om te zorgen dat hij
niet naar den concurrent loopt."
„Uw collega doet het ook niet na
tienen," zei de kantonrechter.
„Het personeel moet op tijd rust
hebben en uitscheiden," zei ver
dachte, „dan is er anders geen
middel dan dat ik zelf een taxi
neem en de bestellingen bezorg."
De eisch was 5 of 5 d. h.
„Als u nu tot de volgende Pink
sterzaterdag eens beter oppas
te," overwoog de kantonrechter.
„Ja, maar er komt nog een ge
vaarlijk moment met St. Nico-
laas," repliceerde de vooruit
ziende koopman, die tenslotte
met 3 of 3 d.h. zijn zorgvuldi
ge service beboet zag.
(1939)
Heiloo
P. H. Zwerver
MEENSEN, DIE'T ALTIED
OVER DRUKTE KLAGE,
SUDEN JE ES EEN POOS-
KE NIKS DOEN LATE MUT-
TE-ATSE DAN NOG NIET
BEKEERD BINNE, SAL ER
OEK NOOIT WAT AN HEL-
PE
DE JEUGD VERMAAKT
SICH MET DE SEEPBEL-
LEN VANNE TOEKOMST,
DE OUDEREN MET DE
SKADUWBEELDEN VAN-
NE HERINNERING
EEN GOED BEGIN IS HET
HALVE WERK, MAR WIE
HELEMAAL WINNE WIL,
MUT SICH NIET TEVRE
DEN STELLE MET HET
GOEIE BEGIN
ER SUDEN VEUL MINDER
MISVERSTANDEN ONT
STAAN, WANNEER DE
MEENSEN HET GOEIE
WOORD VIENE KON-
NEN OP HET GOEIE MO
MENT
WIE'T SICH SELF VERBE-
TERE WIL SAL SICH EERST
SELF KENNE MUTTE
"MORGEN" IS HET
WACHTWOORD VAN EEN
S WAKKE WIL
DE ZUCHT NAAR HET
NIEUWE VOERT ONS GE
STADIG NAAR HET OUWE
TERUG
LAAT HET AN HUN VIJAN
DEN OVER DE FOUTEN
VAN DE KAMMERADEN
TE TELLEN
AL BINNE JE JONG VAN
JAREN, DAN KANNE JE
NOG WEL OUD VAN UREN
WEZE
WIE NIET MET DE
STROOM METSWEMME
KAN, SAL GAUW OP HET
DROGE KOMME
Vervolg van pag. 4)
Achter de Hoven maar in het
later gebouwde z.g. "Rooie
Dorp".
Mijn herinneringen zijn dus ook
van iets latere jaren, want ik ben
er geboren in 1921 en heb daar
tót plm. 1935 gewoond.
De heer Brinck schrijft nu in zijn
laatste artikel in no. 462 over
een groots buurtfeest en bij dit
artikel staat ook een foto van de
optocht van zo'n buurtfeest.
Het is natuurlijk best mogelijk
dat men in de Vegelinstraten ook
een feest vierde, maardeze
foto is van een buurtfeest van
het Rooie Dorp. Hij is gemaakt
plm. 1929 - 1930, op de hoek
van de Tuinbouwstraat-Kweke-
rijstraat of Polderstraat.
Mijn vader staat op de foto links
met de witte panama hoed en.
zelf moet ik er ook op staan maar
ben niet te vinden. Wel heb ik
verschillende buurtbewoners
herkend, b.v. Broersma vooraan
bij de muziek, Boonstra met wit
te strohoed, mevr. Bloemhof,
mevr. Joma. Bij de lantaarn
Wiebe Ritsma, gebr. Sprietsma,
en naar ik meen ook de heer
Brinck daarbij.
Ik heb gewoond in de Polder
straat en de fam. Brinck in de
Kwekerijstraat.
Misschien vertelt Brinck in zijn
laatste artikel nog iets over deze,
toch ook gezellige buurt, die ei
genlijk ook een stukje Achter de
Hoven was. Ik zie het met be
langstelling tegemoet.
Zwolle Annie Santema-Kiestra.
ZERE BIPS
Naar aanleiding van het leerza
me verhaal in 't Kleine Krantsje
over hoogmoedige slechtheid en
simpele onschuld, dat aan het lij
den van Prometheus doet den
ken, van de hand van de heer F.
Koek te Hilversum, wil ik hem
gaarne eren met het volgende
neuswijze rijmpje:
Maaike en Wietse moesten nog
leren,
alvorens hun billen te bezeren
ter bekoming van hun olifant,
desnoods alléén aan de boven
kant
dit vréémde ei eerst de scheren.
Ter Apel Jelle Vening
MET OF ZONDER BAARD
"Wat zeg je van m'n nieuwe
hoed?" vroeg de vrouw. "Kost
maar twintig gulden."
"Ja" reageerde de man, "zeker
per vierkante decimeter."