Cfjewvahdm-achja. nor u)oa faet...
ROEIVERENIGING WETTERWILLE
BESTAAT VIJF EN ZESTIG JAAR
DE MEELBRUG OVER DE TUINEN
De Leeuwarder roeivereniging
Wetterwille bestaat dit jaar 65
jaar. Al zo lang dat er practisch
geen leden van het eerste uur
meer zijn en zeker niet meer ac
tief.
In de loop der jaren zijn velen lid
geweest en velen hebben een be
langrijke rol gespeeld om de ver
eniging op te bouwen en actief te
houden. Namen noemen is on
doenlijk maar een uitzondering
geldt voor de erevoorzitter mr.
A. A. M. van der Meulen die in
1926 bestuurslid werd en in
1945 aftrad na zeventien jaar
voorzitter te zijn geweest.
De archieven van Wetterwille
vermelden dat er op 17 mei 1919
een vergadering in het Nieuw
Fries Koffiehuis werd gehouden
om tot de oprichting van een
roeivereniging te komen. Op 25
juni 1919 werd de oprichting van
Wetterwille bekrachtigd. Het
eerste jaar eindigde met een le
dental van 44. De initiatiefnemer
was de heer G. Quast.
TWEE BOTEN
Men begon met de aanschaf van
twee boten, een tubboot Wald-
mantsje en een dubbele werrie
Kathinga. Men bouwde een bo
tenhuis 4x10 meter van gewa
pend beton op het terrein van de
jachthaven van de Leeuwarder
Watersport. Op die plaats is men
tot nu toe gevestigd gebleven.
Het is merkwaardig dat men nu
gaat verhuizen naar een nieuwe
loods die uitgerekend aan het
voormalige Woudmansdiep is
gelegen, waarnaar destijds de
eerste boot werd genoemd.
Helaas vertrok de eerste voorzit
ter, de heer Quast, al in 1920.
Toen braken er zeer moeilijke
jaren aan voor Wetterwille.
Het ledenaantal daalde tot elf, de
boten waren vrijwel onbruik
baar. Eind 1923 kwam er een
contact tot stand met vier oud-
Lagaroeiers, die in Leeuwarden
terecht waren gekomen en die
-eerst vergeefs geprobeerd had
den de roeivereniging de Tynje,
die ook in Leeuwarden bestond,
tot nieuw leven te wekken. Het
resultaat was een opleving van
Wetterwille dat nog enkele bo
ten van de liquiderende vereni
ging de Tynje overnam.
Wetterwille bleef, tot voor enke
le jaren, de enige roeivereniging
in Friesland. Misschien wel als
gevolg van de in Friesland in het
algemeen grotere animo voor
zeilen.
Tot de oorlog schommelde het
ledental tussen veertig en vijftig,
maar tijdens de oorlog was er
een zeilverbod en daardoor
steeg het aantal in 1945 tot de
ongekende hoogte van 135.
De accommodatie werd geleide
lijk verbeterd. In 1924 kwamen
er twee eenvoudige kleedkamers
bij. In 1932 kwam er meer ruim
te voor de boten en kwam er
eenvoudig sanitair en koude
douches. Het aantal boten steeg.
Daarbij werd de gewoonte aan
genomen om de boten vogelna
men in het Fries te geven.
Voor de oorlog was het voor
Wetterwille moeilijk om finan
cieel het hoofd boven water te
houden bij het betrekkelijk klei
ne aantal leden. Het onderhoud
aan de boten werd in hoofdzaak
door de leden zelf verricht. De
hoofdactiviteit bestond in het
toerroeien. Het deelnemen aan
wedstrijden was nog beperkt. De
periode na de oorlog is geken
merkt door een geleidelijke groei
in het ledental dat zich boven de
honderd handhaafde. In 1949
werd de loods nogmaals uitge
breid. Er kwam ook ruimte voor
een clublokaal beschikbaar.
WEDSTRIJDEN
Er werd na de oorlog meer aan
wedstrijden meegedaan. Dat eis
te een inspannende training en
begeleiding. Gelukkig waren er
telkens leden die zich voor de
begeleiding en het coachen van
wedstrijdploegen beschikbaar
stelden, er de nodige tijd aan
konden geven en voor dit werk
geschikt bleken te zijn.
De resultaten waren dat roeiers
en -roeisters van Wetterwille
niet alleen bij regionale wedstrij
den successen boekten. Een bij
komstigheid maar voor een roei
vereniging bijzonder belangrijk
is dat als gevolg van het wed
strijdroeien in de vereniging het
algemene roeipeil van de leden
verhoogd wordt. Zonder de aan
wezigheid van wedstrijdroeiers
loopt men de kans in een vicieu
ze cirkel van dalend roeipeil te
belanden.
Ook het aantal jeugdleden nam
gestadig toe. Een stimulans daar
voor was de verlaging van de
minimumleeftijd en een aantrek
kelijker wijze van roeiinstructie.
Na de uitbreiding van de loods in
1949 zijn er telkens nieuwe
bouwplannen aan de orde geko
men. Ambitieuze plannen voor
algehele nieuwbouw waren aan
trekkelijk maar financieel niet
haalbaar. Uitbreiding van het
aantal leden en hogere eisen
noopten wel tot verbetering van
de accommodatie. In 1959 werd
op het jachthaventerrein de ac
commodatie nogmaals verbeterd
door aanbouw van een groot
clublokaal en uitbreiding van de
kleedkamers. Financieel was de
uitbreiding mogelijk doordat de
leden een geldlening verstrek
ten. In 1965 deed de electriciteit
zijn intrede op de loods en ver
dween de romantiek van petro
leum- en kaarslicht.
Voor het toenemende aantal bo
ten werd in 1972 onderdak ge
vonden in het naburige zoge
naamde schiphuis van Lebret,
dat gehuurd kon worden en als
botenberging kon worden inge
richt. Ook bij deze gelegenheid
werd er door de leden zelf bij
zonder veel werk verzet.
Het ledental steeg in de jaren
1970 tot 1980 tot boven de 200.
Het financiële draagvlak werd
groter. Uitbreidingsplannen ble
ven aan de orde en bleken op het
jachthaventerrein niet meer uit
voerbaar. Na veel wikken en we
gen kwam in 1983 het besluit om
bij de Froskepölle een nieuwe
loods te bouwen. Door mede
werking van de gemeente Leeu
warden werd dat mogelijk. Veel
inspanning van de leden was nog
nodig, maar nu, 65 jaar na de
oprichting, is de opening van een
nieuwe roei-accommodatie aan
staande en wel op 6 oktober.
MOGELIJKHEDEN
Zo ontstaan er nieuwe mogelijk
heden voor de beoefening van
de roeisport in Leeuwarden, die
veelzijdig is en practisch het ge
hele jaar, zolang als er geen ijs
ligt beoefend kan worden door
jongens en meisjes, vrouwen en
mannen, individueel, in team
verband, als wedstrijdsport maar
ook als trimsport, gedurende een
paar uren maar ook bij meer
daagse trektochten in binnen- of
buitenland. De leeftijdsgrenzen
zijn ruim: de jongste Wetterwil-
leleden zijn acht jaar, de oudste
al ouder dan zeventig. Inder
daad: de roeisport is een sport
voor mensen van acht tot tach
tig-
Van D.