BEZETTER KON NIET
VOLHOUDEN DAT HIJ
OP ALLE FRONTEN WON
HUIZUMER
HERINNERINGEN
VAN NA 1940 (DEEL 2)
I" LAATSTE NUMMER 1984 j
INLEIDING TOT DE KRAAK
WIE WEET WIE
UITVINDERS WAREN
VEERTIG JAAR GELEDEN
Het werk in de gemeente en
vooral onder de jongeren groei
de dusdanig uit dat naar eenge-
schikte hulp moest worden om
gezien. Die werd gevonden in de
jonge candidaat Miedema, al
spoedig zeer populair bij de
jeugd. Hij vond een thuis bij de
familie Landman in de Huizu-
merlaan en wist van daaruit con
tacten te leggen met jongeren als
Oense Straatsma, nu arts op
Ameland, en Simon Strijkstra,
later bekend door Radio Fryslan.
De diensten, speciaal voor de
jongeren in de Dorpskerk, en de
V Victorie, want Duitsland
wint op alle fronten. De bezetter
kon de propagandaleugen niet
langer volhouden.
zomerkampen in Oostermeer,
werden een belevenis.
Enige tijd later startte een actie
om jonge kinderen van gemeen
teleden een tijdje bij bevriende
boerenfamilies in de omtrek te
laten logeren en zo werden via
de diakonie wel vijftig kinderen
ingekwartierd. Voedselpakket
ten waren als hulp in natura wel
kom naar mate het moeilijker
werd aan goede voeding te ko
men.
Het oprichten van de Arbeids
dienst werd een nieuw gevaar.
Vele jongeren, waaronder mijn
zwager Piet Boetes, weigerden
zich te melden. Zij liepen gevaar
te worden opgehaald en zochten
naar uitwijkmogelijkheden. Zo
herinner ik mij dat na een waar
schuwing mijn schoonvader een
schuilplaats achter een kast liet
timmeren. En even daarna kwam
onze Piet bij een boer in Lochum
terecht, waar hij een tijd de ar
beid op het land verkoos boven
de beperkte bewegingsvrijheid
in de stad.
Radiotoestellen moesten worden
ingeleverd: nog zie ik ons op een
avond met ons kostbare toestel,
gewikkeld in een deken achter
op de bagagedrager van de fiets,
door de donkere straten sukke
len naar de schuilplaats bij mijn
schoonvader.
Mijn werkgeefster, de 'Alge-
meene Friesche', die ons eerst zo
flink aan brandhout geholpen
had uit de bossen van Olterterp,
en via maaltijden op kantoor, de
personeelsleden een extra hap
kon toeschuiven, werd genood
zaakt namen van jongere werk
nemers op te geven voor arbeid
in Duitsland.
Weliswaar begon men met de
jongsten, zodat ik nog door de
mazen van het net kon glippen,
maar toch werd het gevaar gro
ter Dat bleek op een middag
toen de wijk werd afgegrendeld
en per luidspreker werd ge
vraagd of de mannen zich maar
wilden melden. Het was aan de
hulp van buurman Holtrop te
danken dat ik met hem in een
getimmerde schuilplaats onder
de dakpannen mocht kruipen.
Intensief werd er gelukkig niet
gezocht, maar het was een be
nauwd half uurtje.
Wij hadden het gemak ontdekt
van een uitwijkmogelijkheid en
na enig speuren ontdekten wij
een ruimte tussen zoldertrap en
kast in de achterkamer, waar ik
in opgevouwen houding was op
te bergen. Mijn vrouw schoof
dan de drempel weer op haar
plaats zodat er van het luik niets
was te zien.
Hopelijk zou het niet weer nodig
zijn maar toen ik mij niet meldde
voor arbeid in de loopgraven in
Drenthe was onderduiken nodig.
In de voorkamer van mijn ouder
lijk huis in de Willem Lodewijk-
straat ondergedoken, zag ik de
treinen met mannen van mijn
leeftijd voorbij rijden. Na een
week keerde ik naar huis terug
om de laatste winter thuis door
te brengen. Toen de opkomst
voor het graven in Drenthe niet
voldoende bleek, werd op grote
re schaal een razzia toegepast.
Ditmaal ging de met huiszoeking
belaste militair inderdaad het
huis door en ondanks verzeke
ringen van mijn vrouw dat ik
reeds naar Drenthe vertrokken
was, de zoldertrap op. Nog hoor
ik zijn zware schoenen boven
mijn hoofd klossen. Onver-
richterzake vertrok hij weer en
na een uurtje vertrok de auto
met mitrailleur weer uit de
straat.
Toen de bezetters niet meer kon
den volhouden dat Duitsland
won op alle fronten nam het ge
vaar nog toe. Ds. Smits moest
onderduiken toen bleek dat zich
onder zijn gehoor geregeld luis
tervinken bevonden, die bepaal
de uitlatingen overbriefden aan
de S. D. Ook de kerkklokken
verdwenen spoorloos om te
voorkomen dat zij zouden wor
den omgesmolten. Alleen 's
avonds in het donker even een
blokje om, was de lichaamsbe
weging die er voor een onderdui
ker overbleef
Maar de kansen keerden. Wat
een vreugde toen bij de oude-
jaarsdienst van 1944 plotseling
ds. Smits weer de kansel be
klom. De berichten uit het
Zuiden werden gunstiger maar
nog was het Noorden niet aan de
beurt.
Een moeilijke winter, die van
1944/1945. Mijn vrouw raakte
in verwachting wat naast de
vreugde om een mogelijke baby
de zorg meebracht om aan de
benodigde spullen te komen.
Mijn schoonvader, die goede re
laties in Marssum had, waar hij
leider was van een zangkoor,
smokkelde van alles in fietstas
sen mee. Een kinderwagen wis
ten wij met moeite op te snorren.
Melk halen bij de grootmoeder
van Baukje Vuist op de Badweg
hield mijn vrouw tot het laatst
vol en eindelijk, precies op 5 mei
1945, meldde zich onze eerste
zoon: dubbel feest na een span
nende tijd!
Leeuwarden H. T. ten Have
Naar aanleiding van ons verhaal
over de uitvinder Wardenier van
een paar weken geleden werden
wij door een onzer abonnees at
tent gemaakt op wat voor de
oorlog eveneens een zeer specta
culaire uitvinding werd genoemd
door "twee arme jongens uit
Leeuwarden."
Die knapen, afkomstig uit de
omgeving van de Baljeebuurt bij
de Nieuwekade, zouden voor
fiets- en autobanden een specta
culair anti-lekmiddel uitgevon
den hebben.
Zij moeten onder grote belang
stelling op het Wilhelminaplein
een demonstratie hebben gehou
den, waarbij zij met hun fietsen
over planken met spijkers reden,
zonder dat er in de banden blij
vende lekken ontstonden - de
gaatjes werden op de een of an
dere mysterieuze manier meteen
weer gedicht en de kiene uitvin
ders konden op hun fietsen door
rijden, alsof er helemaal niets
was gebeurd.
Het merkwaardigste van de hele
affaire is, volgens onze zegsman
geweest, dat de uitvinders na
hun demonstratie, spoorloos zijn
verdwenen: "sommigen beweer
den, dat ze door grote banden
maatschappijen financieel zijn
geholpen en terechtgekomen
zijn in Amerika."
De heer Hans de Vries van de
rijwielhandel Lammert de Vries
BA', aan de Voorstreek die wij
dit geval voorlegden, vertelde
ons dat er inderdaad al voor de
oorlog proeven zijn gedaan om
banden "lekvrij" te maken.
"Wanneer je" zo vertelde hij ons
"in zo'n vooroorlogse rubber
band een hoeveelheid zure melk
inbracht, dan loste de rubber op
en dan kon het gebeuren dat een
pas ontstaan gat zich meteen
weer verdichtte. Maar vraag
niet, wat er na korte tijd van die
binnenband overbleef."
Hoe het ook zij: wie weet er
meer van deze vooroorlogse
'arme' Leeuwarder uitvinders?
Wie weet, wie het zijn geweest
en wat er van geworden is? De
redactie van 't Kleine Krantsje is
zeer benieuwd er wat meer van
te horen.
Reacties graag naar het bekende
adres: 't Kleine Krantsje, Vrede
man de Vriesstraat 1, 8921 BP
Leeuwarden.
In verband met de komende feestdagen zal 't laatste
nummer van 't Kleine Krantsje van dit jaar officieel ver
schijnen op zaterdag 22 december.
I Op de vrijdag daarvoor komt het bij onze abonnees in
I de bus.
Op deze plaat vijf mannen, die niet benauwd waren in de laatste oorlog: het zijn de verzetsstrijders, die
zich op de achtste december 1944 bij het Huis van Bewaring in Leeuwarden meldden voor de
geruchtmakende overval op de gevangenis. In het midden de drie zogenaamde zwarte handelaars, die
door de beide pseudo-politiemannen bij het Huis van Bewaring moesten worden afgeleverd: eenmaal
binnen ontpopten de vijf mannen zich als 'illegalen', die de bewakers ontwapenden. Onmiddellijk
daarna kwamen er nog meer verzetsstrijders binnen en zonder bloedvergieten konden er een en vijftig
gevangenen worden bevrijd. Daarmee voltrok zich een van de stoutste stukjes uit de oorlogsgeschiedenis
in Leeuwarden.