DICKVANDERHEIJDE JRJREKLAME
TOEN WE NOG OP DE SCHOOLBANKEN ZATEN
SCHOOL 10, GEDEMPTE KEIZERSGRACHT
DAMES
KRANSJE
ïoeae i
STADSNIEUWS
VAN VROEGER
adviesbureau voor reklame en publiciteit joz©f iSf^ëlSStraat 10 leeuwarden 058—124984
Plusminus 1918 is deze foto gemaakt van een van de klassen van
School 10 aan de Gedempte Keizersgracht. De plaat werd ons
toegezonden door mevrouw Trijntje Veltheer-Haagsma, die nu in
Australië woont. Op de achterste rij: eerst de bovenmeester, dan
Bouke Dijkstra, Sietze Roersma, Jasper Jaspers, Roelf Tinga, een
onbekende, Piet Heistra, Bauke Visser en juf Wiepma. Op de
tweede rij de meisjes Jantsje de Jong, Idske van der Meulen, een
onbekende, Sjoerdje Meinema, Douwtje Draaisma, Trijntje Haags-
ma, Siebrig Lubach en Trijntje Lubach. Dan de derde rij van
boven: Klaasje Joustra, Suzanna de Boer, Klaske Roersma, Sipje
Veldkamp, Jantje Vergonet, Aukje Prins en een Aaltje. Tenslotte op
de voorste rij: Klaas Vogelsang, een onbekende, Tjisse Sybrandy en
nog twee onbekenden.
"Mutte jou nou niet es een bril
anskaffe? Je binne oeh.de jong
ste niet meer, su 'k so segge" seit
Frouwke at se Hinke mieren siet
om een draad inne naald te
doen.
"Ei nee ju, ik red mie best; al
leen ak de krant lees gebruuk ik
'n vergrootglas. Ik lees veul: het
Leewadder Nijsbled, de Vrije
Socialist en De Arbeider. Dan
weet ik wel wat er gebeurt buten
mien huuske en dat is helemaal
niet so mooi." En met een-en-
twintigen he 'k gien bril noadig.
Kom, we gane mar weer, nou?"
Ja, het kaartgeselskap is weer
compleet, dus de strijd gaat weer
an.
De klontsjes knettere inne hete
thee, 't is smoek as vanouds.
Wiete het een gelukkige hand
van geven, mar Janke een geluk
kige hand van vangen; se wint
weer het eerste spultsje.
"Ik sag krek oek nog Commes-
saris Wesser in sien groate auto
met sien hon erbij - die het mar
een goed leven" vetelt Wiete.
"Ja, meens, mar jou hewwe het
oek niet slecht, alleen jou mutte
het op jouw stalen hiender ve-
diene".
Janke wint alweer.
As 't so deurgaat skei ik er met
uut" roept Frouwk, "dan is er
gien aardigheid an".
"Ik hew nog een stuk butter-
koek, salie we straks mar dele".
"De Butterhoek?" vraagt Wiete,
"wat is daar anne han?"
"Nee ju, butterkoek"
"Nou ja, daar woant Rembrandt
toch, nietJa, se noeme hem de
kleine Rembrandt, want hij is
oek skilder, huusskilder dan wel.
Een driftig mantsje mut het
weze, maar hij vedient toch mar
de kost miet sien geklodder.
"Hoe is 't met jouw handel, Wie
te?"
"Och, ik skarrel mar wat an.
Laast was er een sunige boerin,
die klaagde steen en been, dat er
Een juffrouw hier ter stede, die
een vordering op een heer had
van 20,- werd een bankbiljet
van 100 ter hand gesteld. Daar
op gaf zij 70 terug, naar zij
beweerde, omdat zij niet meer
wisselgeld had. Eenige uren later
kwam zij echter tot de ontdek
king, dat men haar een reclame
biljet van een winkelier in de
handen had gedrukt, dat er een-
igszins als een bankbiljet van
100 uitzag. (1931)
so gauw gatten inne sokken
komme, nou mag ik dat frommes
niet, dus ik seg: der komme nooit
gien gatten in. At je se mar inne
kast legge late."
't Is een slimme tied. Ze hewwe
een mud kokes voor mie haald,
twee gulden - alles wudt duur
der.
So kwebbele se mar deur. Het
geld, de nutskes en centen gaan
heen en weer en de tied gaat
deur.
Uuteindelijk gaan met een zucht
vanne spanning de manteltsjes
weer annen en komme de mut
sen op.
Och, 't is oek so weer twee we
ken vedder, de tied houdt gien
skoft. Enne Rozema
Dik zestig jaar geleden deed een broer van onze abonnee de
heer K. van Oostrum te Schiermonnikoog op dit eiland mee
aan tenniswedstrijden. Bij het herenenkelspel bereikte de
heer Van Oostrum de finale en voor het begin van deze
eindstrijd om prijs en premie liepen beide tegenstanders naar
het net om elkaar te groeten. "Schade van Westrum" zei de
een, terwijl hij de ander de hand toestak. "Voordeel van
Oostrum" antwoordde de broer van onze abonnee onmiddel
lijk, daarbij niet beseffend, dat zijn tegenstander inderdaad
Schade van Westrum heette: hij dacht, deze een grapje
maakte. Maar het resultaat van de partij richtte zich wel naar
de begroeting: het voordeel was voor Van Oostrum, de
schade voor Van Westrum.
en dat is nog niet eens zo heel
lang geleden heeft men serieus
overwogen de Leeuwarder bin
nenstad grandioos te vernielen
door het centrum met brede we
gen beter toegankelijk te maken.
Daarvoor zouden bijvoorbeeld
het Droevendal en de Koning
straat moeten worden verbreed,
terwijl er ook gedacht werd aan
een nieuwe weg dwars door de
oude huizenrijen heen van de
Noorderweg naar de Eewal. Het
is nu haast niet meer te geloven,
dat dérgelijke onzalige plannen
inderdaad hebben bestaan, maar
ja, eerder is er ook voor geijverd
de karakteristieke binnengrach
ten in de stad te dempen. Het
dichtgooien van het Naauw bij
voorbeeld zou aldus kunnen we
in oude kranten lezen, "een hele
opknapper" zijn. Gelukkig zijn
deze gedachten later in andere
richtingen gegaan.