DICKVANDERHEIJDE JRfREKLAME jeu TOEN WE NOG OP DE SCHOOLBANKEN ZATEN DE BEWAARSCHOOL AAN DE TUINEN adviesbureau voor reklame en publiciteit joz©f iSTc?©ISStr33t 10 l©©UW3rd©n 058 124984 Deze prachtige foto van de Bewaarschool van Juffrouw Fischer op de Tuinen, ons toegestuurd door onze abonnee de heer Bart Sterkenburg uit Australië, is waarschijnlijk in 1916 gemaakt. Zoals met eigenlijk alle bewaarschoolfoto's het geval is, zijn niet alle na men bekend, maar de inzender kon er toch nog heel wat noemen. We beginnen bij de achterste rij: eerst een onbekende, dan Ninie Attema, een onbekende, Tillie Specht Grijp, Benno Cohen van de zaak in huishoudelijke artikelen op de Kelders en Hanna Troelstra. Op de tweede rij: Juf Jo en Clara Rodenhuis, later getrouwd met Siep Lerk van de juwelierszaak op de hoek van de Oude Ooster straat. „Siep is overleden," aldus de inzender van de foto, „en Cla ra woont hier in Australië. Door haar hebben wij kennis gemaakt met 't Kleine Krantsje - Clara komt hier soms logeren." Naast Cla ra Nellie Attema, dan vier onbekenden en Juf Broers. Van de brede rij, die dan komt kunnen alleen genoemd worden het tweede meis je, Lenie Kalsbeek (van de lampenzaak in de Sint Jacobsstraat), het zesde meisje Nantje Scheepstra, het negende jongetje Jan Boe lens (die aan de Harlingerstraatweg woonde op Baens Ein „in een state met een prachtige beukenboom ervoor, waaronder in het voorjaar honderden crocussen bloeiden"), het elfde meisje Fietje Zandleven en het twaalfde meisje Aafje Visser. Het jochie met het dikke koppetje midden op de volgende rij is een Christiaan en het laatste jongetje op die rij is Bart Sterkenburg van de Schoenen zaak op de Nieuwestad. Tenslotte de rij vooraan, eerst een onbekende, dan een Beppie Meyers van de Cichoreifabriek aan de Dokkumertrekweg, Greetje Uffelie, een dochter van de bekende dokter („Als je de dokter aan huis bezocht, blauwstenen trapje op, dan kreeg je altijd frambozenzuurtjes uit een grote glazen stopf les."), nog een onbekende en Koos Oosterhof. I (Vervolg van pag. 4) de explosie nog vers in mijn ge heugen ligt. Deze vond plaats in 1970. De kranten hebben er uit voerig melding van gemaakt. De kracht van de ontploffing was enorm en de schade door de luchtdruk evenredig. Het zal op een vrijdag zijn geweest, want de achter de Frieslandhal gepar keerde veewagens leden behoor lijk schade, deuren werden uit de scharnieren gerukt en ramen vernield. In het westen van de stad sneu velden honderden ruiten. Hoe ver de luchtdruk zich voort plantte moge blijken uit het feit, dat in een boerenschuur te Jel- lum, hemelsbreed zeker een zes kilometer er vandaan, een grote stofwolk was te zien, wat mij een ooggetuige vertelde. Voorzover ik mij herinner waren er, gelukkig, geen doden te be treuren. Dit zal misschien de re den zijn geweest, dat deze ont ploffing niet werd vermeld. Tevens heeft er een explosie plaatsgevonden op het Zaailand, eveneens op een vrijdag. Ik ver moed, in het midden van de zes tiger jaren. De vuurwerkfabriek had een stand geplaatst op het plein. Het was in de Kerstvakan tie en deze stand oefende na tuurlijk een grote aantrekkings kracht uit op de jeugd, die in grote getale aanwezig was. Op een gegeven moment gooide een jongen er een brandende lucifer in. De gevolgen laten zich raden. De hele stand met inhoud ging de lucht in en de belendende stands eveneens. De ravage was enorm. Te begrijpen, dat dit niet alle daagse voorval de nodige con sternatie veroorzaakte en tevens dat naderhand nimmermeer een vuurwerkstand werd geplaatst. Leeuwarden B. Tamminga WITTE HUISJES VLIET Bij het lezen van 't Kleine Krantsje nummer 484 was ik blij verrast bij het zien van de foto van Bart Sterkenburg van de twee witte huisjes aan het Vliet. Wij hebben namelijk tien jaar gewoond in het rechtse huisje, waar op de foto een vrouw in de deur staat. In 1941, bij ons trouwen, zijn wij er komen wonen. Mijn man werkte toen bij Hummel, de brandstofhandel daar vlak bij. Hij moest in de oorlog naar Duitsland en is helaas niet terug gekomen. Toen wij er kwamen wonen liep het pad, waar we langs moesten voorbij Hummel, dus langs het Vliet. In 1942 is er een pad ge maakt, dat uitkwam in de Saski- astraat en die liep weer uit in de Willem Loréstraat. In de oorlog en met de verduistering was het pad langs het Vliet te gevaarlijk. Naast ons woonde een oude man alleen, een Haringsma. De huis jes waren van de aannemer Swart van het Zwitseijswaltje. Hij had een mooie boeier liggen in een schiphuis aan het Vliet, waar de familie meestal zondags mee ging varen. Ik denk, dat de foto ver voor wij er kwamen is gemaakt. Het is inderdaad een erg schilderachtig plaatje. Ik ben blij met de foto in de krant, die ik goed zal bewa ren. Toen ik in 1951 met mijn twee kinderen verhuisde naar het Cambuurplein was het eerst wel even wennen op een bovenhuis. Ik kom nog regelmatig in Leeu warden en dan is het triest te zien dat al die mooie plekjes zijn verdwenen. Best Mevr. M. de Boer- Huizinga

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1985 | | pagina 11