'T KLEINE KRAHTBJE HOEVEEL ECHTE LEEUWARDERS ZIJN ER NOG NA 700 JAAR? 'T KLEINE KRANTSJE HARTOG COHEN MOCHT ZICHZELF ZEER TERECHT "DE ZUURKONING" NOEMEN LEEUWARDEN JUBILEERDE, MAAR. °K toedek. Illlllllllllllllll VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 15 Het zeven honderdjarig bestaan van Leeuwarden is gevierd en plechtig herdacht, maar één ding is daarbij niet aan de orde gekomen. Dat is de vraag: hoe veel echte Leeuwarders zijn er nog na die zeven eeuwen? Daarmee bedoelen we dan hoe veel tegenwoordige Leeuwar ders hebben sinds 1285 puur Leeuwarder voorouders, van vreemde smetten vrij? Genealogen, speurders naar het voorgeslacht dus, kunnen, wan neer het allemaal erg goed gaat, terugkijken tot 1600-1700, soms nog wat verder, maar dan moet het wel om een adellijk geslacht gaan, met behoud van dezelfde familienaam. Bovendien is een stamboom doorgaans nogal "vrouw-onvriendelijk". Vader, grootvader, overgrootvader enz. worden netjes vermeld, maar de bijbehorende vrouwen bengelen er op z'n best maar een beetje bij. Dat zou nog wel eens aanlei ding kunnen geven tot een vrou wendemonstratie voor (bijvoor beeld) het gemeentearchief, waar die sneupers de oude fami lie-folianten zitten uit te pluizen. Wij doen niet mee aan deze dis criminatie van de vrouw en er- voor Leeuwarden en de wijde wereld er om heen Een uitgave van Fenno Schoustra's Publiciteits- kantoor Verschijnt eenmaal in de veertien dagen Abonnementenadministra tie: Postbus 858, 8901 BR Leeuwarden. Abonnementsgelden Post giro: 98 10 62 Redactie en advertentie-af deling: Vredeman de Vries- straat 18921 BP Leeuwar den. Telefoon: (058) 120302 Geopend: van dinsdag tot en met donderdag, uit sluitend 's morgens van 9 tot 12 uur. 's Middags en van vrijdag tot en met maandag ge sloten. Abonnementsprijs: voor Nederland 29,- per jaar; voor het buitenland: 55,- per jaar. Losse nummers afgehaald 1,75 per stuk. Per giro besteld (Postgiro 98 10 62): 2,75 voor 1 ex., 4,75 voor 2 ex., 6,25 voor 3 ex. Het lidmaatschap van 't Kleine Krantsje staat alleen open voor lezers, die zich door hun aanmelding ak koord verklaren met de hiernavolgende 'leverings voorwaarden': Het abonnementsgeld moet vooruit worden be taald. kennen, dat ieder naast een va der ook een moeder heeft, verder een grootmoeder naast een grootvader, een overgroot moeder naast een overgrootva der enzovoort. Maar ons recht vaardigheidsgevoel leidt wel gauw tot grote getallen: twee ou ders, vier grootouders, acht overgrootouders, zestien bet overgrootouders. Telkens ver menigvuldigen met twee of, re kenkundig gesproken, werken met de machten van twee. Als we nu teruggaan naar het voorgeslacht in 1285, mannelijk en vrouwelijk, dan moeten we een gokje maken over de opvol ging van de generaties, in die zin dat we een gemiddelde leeftijd stellen voor vader en moeder bij de geboorte van een kind. Wij nemen daarvoor dertig jaar en dat is zeker niet overdreven jong. Over 700 jaar gerekend wordt dat ongeveer 23 generaties. Dit geldt dan voor een in 1985 ge boren kind. Aantal voorouders (schrikt u niet) bijna 8,4 miljoen. Voor iemand die in 1985 30 jaar werd, moeten we één generatie aftrekken en die 22 leveren ruim 4 miljoen voorouders op. Een zestigjarige in 1985: 21 genera ties, ruim 2 miljoen voorouders; een negentigjarige: 20 genera ties, ruim 1 miljoen. Uit die berekening kunnen we twee conclusies trekken. De eer ste is, dat Leeuwarden anno 1285 lang niet genoeg inwoners had om onze behoefte aan voor ouders te dekken. De tweede gevolgtrekking is veel aardiger: wij zijn allemaal familie van el kaar door het bezit van gemeen schappelijke voorouders in een misschien wel heel ver verleden. Dus moeten we ons maar als één grote familie gedragen... hebben enkele Leeuwarders een 'laatste' fles water geput uit de Eewal, die toen - in 1884 - op het punt stond te worden ge dempt. Die fles is er nog steeds en wel in de Stedelijke Kunstver zameling van het gemeentear chief. Maar sinds 1956 staat er een tweede fles grachtwater naast: dat is de laatste fles wa ter, die journalisten hebben ge put uit de Keizersgracht, toen die werd gedempt. Er had nog een derde fles bij kunnen ko men, toen ook het Vliet aan de dempingswoede ten onder ging, maar kennelijk niemand heeft er aan gedacht om ook een mon ster van dit historische water te bewaren voor het nageslacht. (Vervolg van pag. 13) markt die ook toen al op het Zaailand was. 's Avonds als hij zijn 'galanterie- kar' aan de kant had gezet, nam hij de 'haringkar' en toog dan opnieuw door de Leeuwarder straten, getooid in witte jas met daarover heen een blauwe voor schoot met grote zakken voor het geld. En dit was nu het ge heim dat Cohen met ere droeg n.l. de naam 'zuurkoning', deze heeft hij zichzelf gegeven. Tijdens de Leeuwarder kermis stond hij met een vistent tegen over het Hotel 'Hoogkamp', nu het warenhuis op het Zaailand van Vroom en Dreesmann. Voor op zijn tent was een witte doek gespannen waarop met blauwe letters was geschilderd: 'De Zuurkoning'. Want Cohen be reidde zelf en er waren geen lekkerder 'zure bommen' dan bij Cohen in de Speelmanstraat. Het veelbelovende recept wilde hij niet prijs geven, voor geen geld ter wereld, ook niet toen hij zijn winkeltje op Duits bevel moest sluiten. Het echtpaar Co- hen was een bekend tafereel in het Leeuwarder volksleven: 's morgens galanterie, 's avonds een hartelijk 'bietsje'. Zijn buur man was de heer Philip van Messel die daar met zijn vrouw een snoepwinkel dreef. Mijnheer van Messel was erg muzikaal en was trombonist bij de kamermu ziekvereniging van de heer Mar. Naberman. In zijn jongelingsja ren had hij als dirigent voor een strijkkwartet gestaan, maar toen hij huwde met mejuffrouw Jetje Culp trok hij zich terug uit de muziekwereld en werd winkelier. Deze winkel was erg in trek bij de jeugd, maar niet alleen om de snoep maar ook om de boel eens op stelten te zetten. De jongens en meisjes van die tijd waren toen geen haartje beter dan tegenwoordig; als de kwa jongens weer eens iets hadden uitgespookt in de winkel van Phi lip van Messel, b.v. stinkbomme- tjes werpen of het snoep laten liggen met de woorden: 'verkoop het maar aan Jetje Culp', dan vloog de heer Van Messel zijn winkel uit om de belhamels te achterhalen. Maar meestal moest hij de strijd opgeven en dan droop hij af naar huis, waar zij hoofdschuddend op de stoep stond en dan waren meestal haar woorden: 'Messel, maak je toch niet zo druk om die kwajon gens'. Enkele ogenblikken daar na lag mijnheer Van Messel ver moeid op de divan want hij was hartpatiënt; dit was iets waar de onbezonnen jeugd geen flauw idee van had, dat zij de schuldi gen waren die hieraan mee werkten. Is het winkelhuisje van Cohen afgebroken en is er niets anders overgebleven dan een kale vlak te met rasteromheining, de wo ning van Philip van Messel en diens vrouw staat er nog. Als men een wandeling door de oude Speelmanstraat maakt en er binnengluurt, ziet men daar een ongezellige ruimte waar een de winkel en achterkamer was. De plaats van twee mensen die in dit pand een schamel stukje brood verdienden. In deze nu zo ongezellige donkere ruimten waar in het verleden de zachte tonen der muziek weerklonken, klagende en jubelende klanken uit het instrument van de Heer van Messel, zijn verstor ven Als U dit leest moet u niet den ken dat deze mensen, die door de jeugd wel eens geplaagd werden, bijzondere figuren wa ren en het mikpunt zouden zijn van de Leeuwarder jeugd. Inte gendeel: de heer Van Messel en zijn vrouw waren zeer achtens waardige burgers van onze stad. Maar juist die winkel was het object van de jeugd. Steevast iedere vijfjaar werd de populaire Hartog Cohen, alias De Zuurkoning, gehuldigd, omdat hij dan weer zoveel jaar op de markt had ge staan. Bij zijn vijf en dertig jarig jubileum als marktkoopman, in 1927, werd deze foto gemaakt.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1986 | | pagina 15