Friesland Bank
UIT DE TIJD VAN DE HAND
EN DE HONDEKARREN
ANNEKE TANNEKE TOVERHEKS
Grootste regionale bank
IN DE STILLE SCHRANS
DE VROEGERE KINDERSPELEN
VOOR LEEUWARDEN EN DE
WIJDE WERELD ER OMHEEN
TWEE EN
TWINTIGSTE
JAARGANG
19-4-1986
NUMMER 503
*T KLEINE
KRAHTBJE
De Friesland Bank is de grootste zelfstandige regionale bank met
52 vestigingen in de provincie Friesland.
Door haar regionaal karakter kent de Friesland Bank bij uitstek de
plaatselijke verhoudingen en kan daardoor snel en direkt op uw
wensen inspelen.
Leeuwarden, Zuiderstraat 1. Tel. 058-443123
Er zijn in vroeger jaren natuurlijk heel wat hondenkarren geweest
maar toch komen deze vehikels met hun dierlijke trekkrachten heel
weinig op oude foto's voor; we kunnen wel zeggendat "Leeuwar
der foto 's met hondekarren erg zeldzaam zijn. Maar dit is dan toch
zo'n plaat: we zien hier een hondekar geparkeerd in de bocht van
de Schrans, die er toen nog wel wat anders uitzag, dan in deze tijd.
Het baasje van de hond had hier een boodschap te doen en Bello
zelf is er maar even bij gaan liggen. Voor niet lang helaas, want de
jongeman, voorzien van een paar rieten korfjes, komt er alweer
aan. Op het gemeentehuis van Leeuwarderadeel, links op de foto,
is pas een paartje getrouwd; een van de rijtuigen zwaait net over de
weg. De foto moet van omstreeks 1917 dateren - in dat jaar
althans is ze als prentbriefkaart verstuurd.
A 7 Herder, laat je schaapjes
gaan.
Er werden 2 lijnen getrokken
over de breedte van de straat,
tien tot vijftien meter uit elkaar.
Eén kind was de wolf, één kind
was de herder, de anderen wa
ren de schapen. De herder en
de schapen stonden achter één
van de lijnen, de wolf stond in
het midden aan de kant.
Wolf: "Herder, herder, laat je
schaapjes gaan!"
Herder: "Ze durven niet".
Wolf: "Waarom niet?"
Herder: "Om de boze, boze wolf
niet".
Wolf: "De boze wolf zit gevan
gen, tussen twee ijzeren tangen,
tussen zon en de maan, herder,
herder, laatje schaapjes gaan!"
Herder: "Vooruit dan maar".
Alle schapen renden dan naar
de overkant, waarbij de wolf er
zoveel mogelijk trachtte te tik
ken, Wie af was, moest aan de
kant gaan staan. Wanneer ie
dereen afgetikt was, mocht de
laatste wolf zijn.
Een variatie was, dat ieder die
"af" was ook een wolf werd en
mee mocht vangen. In dat geval
was tikken niet voldoende maar
moest het schaap meegenomen
worden naar het hol.
Bij weinig spelers was er geen
herder en zongen de schapen
de tekst.
A 8 Standbeelden gooie.
Een van de kinderen was beeld
houwer. ('Beeldhouder', zeiden
wij). Hij slingerde de spelers
'omstebeurten' aan een arm in
het rond en liet ze dan los. In de
houding waarin je dan terecht
kwam. moest je blijven staan.
(Meestal maakte je dat dan wat
gekker). De beeldhouwer zocht
(Vervolg op pag. 5)