'T KLEINE KRANTSJE iet hellema in- de fiew Makelaars en Taxateurs voor geheel Friesland VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN mm}. VLIEGENDE HOLLANDER In 't stukje „Jan Modaal van voor de oorlog" in 't Kleine Krantsje nummer 495 wudde skreven over de Vliegende Hollander en dat je dizze niet meer siene. Ut was een feestluk apperaat dat kan'kje vertelle! Ik stuur hierbij een kiekje van mij en mien buurjonge op son masji- ne. Dizze toto was maakt in juli 1933 toen ik nog maar ses jaar was. We staan hier op de stoep foor ut gebouw aan de Bleek- laan 149. De linker deur is de ingang fan „Akkerman's kolenhandel" en de rechter deur is de ingang van „Klein's fijn wasserij". Dat was mien faders zaak. Wij woanden beven de zaak. Ut gebouw was fan de Akkermans en mien fader huurde sien gedeelte. De sjofeur van De Vliegende Hollander is de seun van de Ak kermans, Bartie. Dat zal wel Bartus weest hewwe. Dat kleine ventsje achterop, met sien groa- te grijns op 't gezicht, bin ik! Waarom zouk oek niet grijnze, ik hoedde niks te doen! Je mutte wete, dat wij heel wal lol op dat ding had hewwe. We waren der altied op fut. We bin- ne verskeidene keren de hele 8leeklaan op en neer weest. Naar het Hotel De Bleek, op de hoek fanne Groningerstraatweg, dan oversteke, der waren nog niet sofeul autos as now, en fan- de ouwe gasfabriek an die kant weer terug. Dat was een hele ruk en as we dan weer by huus waren, was Bartie doadop! Het beste was as we met een goeie faart fan de slager op de hoek van 't Vliet naar beneden kwamen en dan met een, wat wij een „groate rotgang" noemden, deur de bocht de De Ruyterweg injoegen. Dat gebeurde fanself allemaal op de stoep! We binne een keer in die bocht met de hele santemekraam over de kop flogen. (Ik bin hier fat- soenluk, want wij zeiden dat we over de „hasses,, flogen waren!) Toen wast uut foor vier weken. Ellebogen en knieen open, en bloede fan hew ik jouw daar! Toenk so thuus kwam kreeg oek nog een uutflater fan mien moe ke! Maar je mutte niet denke dat we wat leerd hadden fansels! Midaland Park U.S.A. Bern- hard Klein BLOEMENMARKT Weet iemand misschien ook het ontstaan van de Bloemenmarkt op Hemelvaartsdag? Leeuwarden D. A. Faber DRAAKJEVLIEGEN lang door de PTT bewaard. Een kruis had echter in die jaren ook betrekking op heel wat an ders en wel op het volgende. Wanneer er een geboorte had plaatsgevonden werd de moe derkoek vaak begraven in de bleek, maar ook werd ze wel gedeponeerd in de ton. In dat geval moest dat tegen de tonne- man worden gezegd worden en die voorzag de ton dan van een kruis, zodat men er rekening mee kon houden, dat ze geleegd werd in een andere bak. Vaak kreeg de tonneman dan een kwartje „voor de moeite". Dat fooitje was dan voor de man zelf. Maar als de ton zo vol was, dat er een tweede collega aan te pas moest komen om ze te sjou wen, was men wel verplciht twee kwartjes te geven en die moes ten dan worden afgedragen op het kantoor. Ik weet dit nog van een vroegere buurman, die ook tonneman was, maar hij leeft nu niet meer. Leeuwarden R. Poelstra Wij menen, dat de Bloemen markt zijn ontstaan te danken heeft aan het initiatief van een aantal Leeuwarder bloemis ten, die het in de twintiger ja ren nodig vonden voor hun bedrijfstak op deze wijze pro paganda te maken. Hun idee heeft wel succes gehad: de bijzondere Bloemenmarkt be staat nog steeds en hoe! Red. 't KI. Kr. KRUIS OP TON Er is onlangs in 't Kleine Krantsje geschreven over post, die in vroeger jaren beslist op de Nieuwjaarsdag moest worden bezorgd - er werd daartoe een kruis op de enveloppe gezet. Brieven met zo'n kruis, in de cember gepost, werden dan zo In vroeger jaren was 'draakje- vliegen' een bijzondere sport. Dat wil zeggen het oplaten van vliegers in de meest bizarre vor men. Dank zij mijn vader is dit voor mij een soort privésport ge worden. Mijn vader was niet al leen een zeer handig knutselaar, maar hij had ook gevoel voor kunst. Hij maakte vliegers van een enorme omvang en voorzag deze met allerlei kunstzinnige versiersels. De bedoeling was, dat ik de mooiste vlieger zou hebben. De startplaats was altijd op de voormalige Stienserweg, de hui dige Mr. P. J. Troeistraweg. Een keer is het daar gebeurd, dat ik door een onhandige manoeuvre het touw losliet en.weg was het kolossale kunstwerk, tot groot verdriet van mij en ontzet ting van mijn vader. Het is later teruggevonden in de buurt van Stiens. Wat heb ik ook genoten van de prachtige grote boot, die mijn vader voor mij gemaakt had: een natuurgetrouwe nabootsing van een passagiersschip van de gro te vaart, door hem zelf ontwor pen en vervaardigd op schaal. Voorzien van stuurhut, passa- giersverblijven, masten met het nodige zeilwerk; zelfs de ankers had hij zelf uit lood gegoten. Toen het prachtige stuk gereed was werd het in de gracht achter de Prinsentuin te water gelaten. Er was een geweldige belang stelling van het toegestroomde publiek, waaronder natuurlijk de schoolkameraadjes, die een en al bewondering waren. Overveen J. Binsma HET HEMELTSJE Naast het Coulonhuis, waarover nog niet zo lang geleden in 't Kleine Krantsje is geschreven, stond op de hoek van de Groe- neweg een gebouw, dat "het Hemeitsje" werd genoemd. Het pand was sterk verwaar loosd door a-sociale bewoning en tenslotte ontdaan van bijna alle wandbekledingen en pla fonds. Ik schrijf "bijna" want toen ik er plm. 1958 tijdens de af braak een kijkje nam, was "het Hemeitsje" er nog aanwezig - een op pilaartjes rustende ver hoging tegen de oostkant van ongeveer twee en een halve me ter hoogte met balustrade in Lo- dewijk XIV stijl en oorspronkelij ke bedoeld voor kamermuziek. Ook was er nog een erg verniel de schoorsteenmantel met een gat waarin een schoorsteenstuk had gezeten. Dit alles in een groot vertrek. Het pand is helaas afgebroken, wat niet had moeten gebeuren omdat het bij het Coulonhuis be- KI Makelaardij ainds 1896 hoorde. Het grote vertrek was waarschijnlijk een balzaal ge weest, zoals meer voorname huizen destijds bezaten en het Coulonhuis was zo'n deftig huis. Wie schetst mijn verbazing, toen ik een paar dagen na de afbraak van het huis, waarin zich het Hemeitsje bevond, bij een koop man in ongeregeld aan de Nieu- weburen een schoorsteenstuk zag staan met het formaat van het verdwenen schoorsteenstuk uit het Hemeitsje! Ik heb het direct gekocht en toen ik vroeg waar het vandaan kwam zei de koopman: "uit een afgebroken boerderij bij Wir- dum". Maar ik wist wel beter. Thuis bekeek ik het prachtige afgebeelde veldboeket in een siervaas op een Lodewijk XIV voetstuk en ontdekte ik, dat er op de onderrand van de sier vaas duidelijk stond: "Albartus Otto Swalue" 1 e kwart 18e eeuw en - als klap op de vuurpijl! een wapen, dat later bleek het wa pen van Anthonius Coulon te zijn. Enige jaren heb ik het stuk in ei gendom gehad, maar toen be sefte ik dat het een betere plaats in een meer geëigende omge- (vervolg op pag. 11) Het oude Couonhüs met links een stuk van 't Hemeitsje

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1986 | | pagina 4