DICKVANDERHEIJDE IR/REKLAME
ZO MOOI WORDT HET NOOIT WEER
'T KLEINE KRANTSJE
KLEINE REMBRANDT''
HANGEND
SLAPEN.
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 11
adviesbureau voor rekiame en publiciteit W w jozef isreëlsstraat 10 leeuwarden 058-124984
Op deze tekening zien we een fraai stukje stedenschoon uit een
vroeger tijd. Links het fraaie Kanselarijgebouw aan de Turfmarkt,
dat er gelukkig nu nog net zo staat en rechts het bijna even fraaie
Landschapshuis, dat helaas al ver voor onze tijd werd gesloopt om
voor het smakeloze Ritske Boelemagasthuis plaats te maken. Het
Landschapshuis, waarvan de gevel uit 1619 dateerde, was eens
het kapittelhuis van het Minderbroederklooster. In 1594 werd het
ingericht als vergaderzaal van de Staten van Friesland en van
1811 tot 1838 diende het gebouw als zetel voor de Rechtbank en
het Hof van Assises. In 1849 kochten de voogden vanhet Ritske
Boelema Gasthuis het prachtige gebouw aan om het tegen de
grond te slaan. Daarna ontstond er een nieuw gasthuis op deze
plaats. En dat gasthuis is dan nu op zijn beurt ook weer gesloopt -
een paar weken geleden is het letterlijk met de grond gelijk
gemaakt. Er komen een dertigtal bejaardenwoningen voor in de
plaats. Daar zal het beeld van de Turfmarkt van opknappen
wellicht, maarzo mooi als het hier eens is geweest wordt het zeker
niet weer.
(Vervolg van pag. 5)
Sukke klusjes en veul andere
gebeurden dikkels s'aves in 'e
woankamer op 'e tafel. Altied
was 'r wel wat om 'e hannen en
Moeke mopperde wel vaak dat
ut wel un werkplaats leek, maar
daar bleef ut dan oek bij.
WERKPLAATS
De werkplaats was trouwes an
'e Droge Haven, vlak'naast de
darmskrabberij. Daar stonk ut
dikkels as de pest en je kanne je
best indenke dat ut daar niet soa
lekker werken was.
De ladders, trappen en ut skil-
derskarke stonnen in un over
dekte steeg naast de febriek
waar se uiersalf maakten. Trou
wes oek erg goed voor winter-
hannen en -vuten.
Toen ik tien was verhuusden we
naar ut St. Jobsleen. Der was de
werkplaats an huus en dat was
un stuk makkelukker.
En vooral geselleg as vader bu
ten an één of ander klusje bezeg
was. Dan had-ie altied veul be-
kieks en praat.
Toen ik un jaar of wat later bij'm
an ut werk kwam, was ik al lang
inwijd in allerlei vakgrepen.
Want ik mocht altied alles prebe-
re en ie was un goeie leermees
ter. Hij liet mie moddere, struke-
le en valle. Maar ie hielp mie
altied weer overend. En dan
lachten we allebeide, want we
wisten waarom ut ging. "Maar
weer prebere, d'r is altied un
oplossing want Kanniet leit op ut
kerkhof.
Inmiddels waren d'r un paar fijne
maten bijkommen die ons hiel
pen bij ut werk, Willem Oost,
Hennie Grümmer en Tinus de
Vries. Allegaar kerels die skik
hadden in ut werken bij- en met
vader Klaas. En wij songen bij ut
werk en dat seid alles.
Omdat'r in 'e buurt vanweges de
kiepemerk wat te veul openbare
dames bijkomen waren, musten
wij omme klanten wel weer ver-
huze. Jammer genoeg, maar
onze klanten wuden netuurluk
niet ansien wudden voor.nou
ja, jou begriepe mie wel.
En soa kwam de saak in 'e Pyl-
steeg, un aardeg loopstraatsje
dat wel. Maar we misten wel de
gesellegheid van de ouwe buurt.
En toen kwam de oorlog.
Al gauw gien verf en olie meer.
Alleen nog wat rotsooi en daar
maak je gien goed werk met.
Gelukkeg hadden we de "Stan-
fries" as vaste klant voor ut on-
derhoudserk an boten en wa
gens en angesien ut vervoer wel
deurgang viene must, kregen we
hiervoor nog wel wat toewiezing.
Maar vedders was ut: "Gule
met'e lamp uut."
Na de oorlog kwam-ie vast in
dienst bij deze maatskappij en
had-ie ut wat makkelukker en
moeke oek vansels. Maar ut
mocht kenneluk niet te lang
dure, want bij un karwei in Har-
lingen kwam-ie te vallen en is
niet meer uut un coma bijko
men.
Bij sien begrafenis in Lekkum
waren der - naast de femielje -
veul, héél veul ouwe buurtge-
noaten, vrienden en klanten. Al
lemaal kwamen se afskied nim-
men van Kleine Rembrandt, un
klein skilderke, maar un groat
vakman van de ouwe stempel
met un open en vriendeluk hart
voor alle meensen.
Doesburg Atze de Winkel
VOLKSONDERWIJS
In 't Kleine Krantsje nummer 506
ontdekten wij een foto van het
bestuur van Volksonderwijs uit
1931De eerste man van rechts,
staand, bleek mijn schoonvader
te zijn, J. van Dijk, oud hoofd van
School 13. Toen de foto werd
gemaakt was mijn man nog
maar vier jaar en wij waren dan
ook onkundig van het feit, dat
Vader ooit in dat bestuur had
gezeten.
Maar nu is het wel leuk te ver
melden, dat zijn zoon, mijn man
dus, P. G. van Dijk, al jarenlang
zitting heeft in het plaatselijk be
stuur van wat nu de Vereniging
voor Openbaar Onderwijs heet.
De appel is dus niet ver van de
stam gevallen.
Ter Apel Mevr. T. van Dijk-
van Zuylen
(Vervolg van pag. 1)
brengen. Wie nog wel een paar
centen op z'n conto had, kon
zich de weelde veroorloven van
het slapen in een logement op
een laag stro.
Levend in deze tijd kunnen we
ons moeilijk voorstellen, dat het
nog niet zo heel lang geleden zo
triest is geweest en we hoeven
ons er dan ook niet over te ver
wonderen, dat uw redacteur op
dat familiefeestje niet werd qe-
loofd.
Toch was het maar al te waar,
wat hij zei. De hierbij gereprodu
ceerde tekening mag er het be
wijs van zijn.