Appelsienevrouw viel in leil kokend water SWAANTJE MET DE Hèjcd VERBRANDE BILLETJES 'T KLEINE KRANT5JE Toen stond haar bijnaam vast: EEN KLEINE KEUS UIT 'N KWARTEEUW KLEINE KRANTSJE VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 11 althans nimmer als een beledi- kers te worden aangeduid als ging aangevoeld door z'n mak- De Verslagjedief... Het moet vele tientallen jaren geleden in de toen zo volkrijke buurt van de Amelands straat zijn gebeurd, dat een ter plaatse zeer bekende appelsienevrouw het ongeluk had in een met kokend water gevulde teil te vallen. De vrouw liep daarbij vrij ernstige brandwonden op, maar het duurde gelukkig niet lang of ze kon weer als ieder ander op een stoel gaan zitten, zonder pijnlijk te worden herinnerd aan het ongeval met die teil. Zelfs zou ze op de duur de hele affaire vergeten hebben, wanneer de buurtgeno ten de onfortuinlijke val niet hadden aangegrepen om haar van een passende bijnaam te voorzien: voortaan heette ze niet meer gewoon ,,Swaantje", maar ,,Swaantje met de verbrande billetjes" en zo zou het blijven tot haar dood. Veel meer dan tegenwoordig gaf altijd „voor een prik" en Homme de volkshumor vroeger aan heel wat mensen bijnamen, spotna men en scheldnamen mee en hoe kleiner de gemeenschap pen, hoe gemakkelijker werden deze bijnamen gehanteerd. In dorpen, in kleinere plaatsen en ook in kleinere steden kon het zijn dat iedereen Taaie Tiemen kende of Swatte Sjoerd of Dub bele Dirk, zonder dat eigenlijk iemand wist, hoe Tiemen en Sjoerd en Dirk in feite heetten. BIJNAMEN Ook Leeuwarden heeft natuurlijk tal van bijnamen gekend en we kennen ze nóg, al zal de ge woonte van het geven van bijna men meer en meer in onbruik raken, Zoals elke stad kende Leeuwarden z'n bijnamen in soorten - namen, die een be kende klank hadden in de hele stad en die nog voortdurend te rugkeren in de gesprekken over oud Leeuwarden en ouwe Li- wadders - Tietsje, Jentsje Tit, Baaie Flud, Brandewientsje, Slanke Willem - namen, die al leen bekend waren in een be paalde hoek van de stad - Ries Poststroop, Negen-en negentig - Honderd, De Skapeskeerder - en tenslotte namen, die nauwe lijks bekend werden guiten de begrenzing van een bepaalde straat, zoals Acht-en-dertig-zo- veel, Half-elf en He'k ut niet seid! Sommige namen doelden op li chamelijke gebreken en waren ronduit beledigend voor de be trokkenen (Schele Piet en Sche le Jan en Kromme Klaas en Kromme Kees), andere echter waren de vruchten van een kos telijke volkshumor. Van de meeste bijnamen valt naar de oorsprong slechts te gis sen: één enkele gebeurtenis, zo als het ongeluk van Swaantje- met-de-verbrande-billetjes kon al tot het gebruik van een bij naam leiden en wie zou jaren later nog kunnen zeggen, waar om de man, die woonde bij de moeder van de Kelderrotten De- Vergeet-Me-Niet werd genoemd en waarom de vader van Ate onveranderlijk betiteld werd als Knikker op dak? Ook de oorsprong van bijnamen als Sneeuwwit en Chloor en Ka chelglans, waarmee twee vrou welijke stadgenoten werden be doeld zal misschien alleen nog bekend zijn aan een enkeling en de betiteling Bettus Ooievaar laat zich eveneens niet zooder meer verklaren. Nog wel bekend is de oorsprong van de naam De Prik - wat die vroeger ook kocht, hij kreeg het 't Oliekontsje, die tussen twee haakjes officieel Hobbe heette, kreeg z'n bijnaam als venter met een oliekar. Een zeer eervolle bijnaam droeg en draagt nog De Boeiekoning, die zich zelf ook wel Koning Nero noemt. De populaire vis boer, die werkelijk Koning heet te, werd Koninkje Rond ge noemd en ook wel heel eerbiedig Sire en zoals dat met bijnamen wel vaker ging: ook de zoon hoorde zich na het overlij den van vader dikwijls als Sire aanspreken. Verscheidene Leeuwarders zijn trouwens, net als de visboer Ko ning, met meer dan één bijnaam door het leven gegaan, zoals bijvoorbeeld de sigarenmaker, die zowel Het Uuthangbord werd genoemd als De Luxe Kurke- trekker en een sjouwerman van de Hollanderdijk kende men als De Jutter, maar ook als Klaas Jut, Klaas Pruum, De Pruum en Klaas Jutter. Een bargedrijver met de kracht van twee anderen werd De Dub bele en ook wel De Buffel ge noemd, maar de kleine sjouwer man van 't Vliet, die met het grootste gemak balen meel van tweehonderd pond op z'n schou ders nam, heette merkwaardi gerwijs Halve Kracht. De Gebraden Haan sprak er al tijd over zo graag haantjes te lusten en Hannes Ping Ping zal dunkt ons, wel erg op de pen ning zijn. KATTEJANTSJES De Kattejantsjes dankten hun naam aan hun ongebreidelde liefde voor dit dier, dat ze in hun huisje 't Hemeltsje aan de Groe- neweg bij tientallen hielden en met liefde verzorgden. De bijnamen Jan de Lieger en Harm de Lieger behoeven geen verduidelijking en de betiteling Dronken Droppie vereist ook geen toelichting althans niet voor het eerste deel van deze naam. Ook duidelijk genoeg is de bij naam Hou 'em in 'e gaten voor de man, die wij in de laatste oorlog als huurder van een boot je aantroffen in de boekhouding van Hein Appeldoorn; evenmin eervol waren de bijnamen De Kaffer van 't noorden, De Beul en De Kringeslager. Dan kon je nog beterèe Lekkere Tuter wor den genoemd en ook de betite ling Rembrandtsje voor een be kende decoratieschilder in de stad, kon onmogelijk als kren kend worden opgevat. Trouwens, met het beledigende karakter van veel bijnamen viel het wel wat mee. De schrijver van dit verhaaltje heeft het zelf Zijn we goed ingelicht, dan is heer Y. Z. van het Hoeksterach- terom enige stadgenoot, die nog in het bezit van een (trek)-paard is. Vroeger spoedde hij zich dik wijls op de fiets door de stad, daarbij de trouwe zwarte merrie met zich meevoerend. Maar tegenwoordig met het steeds drukker wordende ver keer mag dat niet meer: een fietser mag geen trekdier gelei den, zoals dat in de Politieveror dening heet. Heer Z. schijnt zich van deze verordening evenwel niet veel aan te trekken. Agent van politie R. moet heer Z. twee weken geleden op de Wirdumerdijk voor deze overtreding al hebben geverbaliseerd, maar gister trof agent R. heer Z. opnieuw met z'n trekpaard aan - nu fietsend door de Sint Jacobsstraat. „Af stappen maar weerl" riep agent R., maar hoogstverbaasd repi- ceerde heer Z. met een „Afstap pen maar weer - hoe nou?" Om onmiddellijk daarna - achterom- ziende - pijnlijk verrast te vervol gen: „Verdorie, is ie mie alweer vanne bagagedrager afspron gen De vroegere Amelandsstraat - hier woonde Swaantje met de verbrande billetjes.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1986 | | pagina 11