KINDERSPELEN
VAN WELEER
DE SKONK FAN VONK
DIT GROOTMOEDERS ANSICHTENALBUM
Ho
'T KLEINE KRANTSJE
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
lil]
illllllllllll
E 8 Toudaanse.
Ook dat werd gesplitst in 2 soor
ten.
a. Met een 1 persoonstouw.
(Een touw met klossen was voor
de beginners, daarmee kon je
niet de dubbelde doen.) Soepel,
glad, koordgevlochten touw was
het beste. Je wikkelde om elke
hand een uiteinde zodat de
'bocht' net groot genoeg was om
over je hoofd te gaan.
Bij de 'dubbelde' ging het touw
tweemaal onder je voeten door
tijdens één sprong. Ja had aller
lei 'toudaanserssankjes'. Op de
woorden of lettergrepen met
hoofdletters moest je de dubbel
de doen, die sprak je met nadruk
uit.
a 1 een - twee - CHO
een - twee - CO
een - twee LA
een - twee - DE
een - twee - CHO - CO -
LA - DE
a 2 Op school geen meester
MEER,
Hij loopt met schoenen-
SMEER,
EEN cent per doos,
TWEE cent per doos,
DRIE cent per doos, enz.
Wie kwam het verst?
a 3 Hoeveel kinderen zou ik
krijgen?
EEN - TWEE - DRIE -
VIER - enz.
a 4 een - twee - A B C D E
enz.
a 5 Ik ga trouwen met een
EDELMAN - BEDELMAN -
DOKTER - PASTOOR -
KONING - KEIZER -
SCHUTTER - MAJOOR,
a 6 De jongens van marine
zijn altijd even NET,
ze dragen blauwe broeken
en ook een blauwe PET.
Een pet met zestien letters,
waarop geschreven
STAAT:
De jongens van marine,
die nooit verloren GAAT.
Gistr'avond liep ik op de
DAM
en raad eens wie ik tegen-
KWAM,
Grietje.met een
JONGetje,
Grietje met een JONGetje
al op de DAM.
B. TOUDAANSE MET 'N STEL
MEISKES
Daarvoor had je een langer en
zwaarder touw nodig.
(Eens kreeg ik op mijn verjaar
dag in november, in de toudaan-
serstied, een springtouw van 13
meter lengte! Wat een glorie,
alle meisjes van school deden
mee en ik hoefde nooit te draai
en.)
Twee meisjes draaiden en de
anderen sprongen,
b 1 Kleintjes leerden touwsprin-
gen met
In spin, de bocht gaat in,
Uit spuit, de bocht gaat uit.
b 2 Eén meisje sprong in de
bocht en sprong 4 x gewoon:
Alles doen wat moeder doet.
Daarna deed ze één of ander
kunstje, b.v. met één been sprin
gen, in de handen klappen, iets
laten vallen en weer oprapen, (al
springende).
Zó dóet móedér.
De anderen moesten dan om de
beurt hetzelfde doen. Wie af
was, moest draaien. Raakte het
eerste meisje zelf af dan mocht
de volgende als moeder het
voorbeeld geven,
b 3 Je stond recht voor de bocht,
aan de goede kant, je sprong er
in en zong:
Recht door zee is de beste
weg!
Veel abonnees zullen wel eens het vreemde verhaal hebben gehoord van een zekere
meneer Vonk, die zo ziek werd, dat een van zijn benen moest worden geamputeerd.
Dat afgezette been werd, keurig in een kistje, begraven op het kerkhof, waarna er de
volgende aanduiding bij werd aangebracht:
Hjir leit de skonk fan Vonk
Hij koe net better
Vonk seis komt letter
Het verhaal is ons in de loop der jaren met telkens weer andere plaatsnamen verteld
en we hebben dan ook nooit kunnen nagaan of het op waarheid berustte. Is er
iemand, die weet of er werkelijk een meneer Vonk met aanvankelijk twee en later
slechts één been is geweest, die zo'n aankondiging op zijn toekomstig graf heeft
gehad?
Ooit hoorden wij een soortgelijk verhaal van een meneer, die, met het oog op later, op
de begraafplaats van zijn woonplaats alvast een graf keldertje liet inrichten en er even
eens een bord met zijn naam op aanbracht. En ook daar kwam nog een toepasselijke
mededeling bij te staan: "Tot nadere aankondiging afwezig".
Illlllll
li
Dan sprong je er uit. Vanaf de
zelfde kant moest je dan weer
terugspringen (wat moeilijk was)
en zingen:
Links door zee is de slechtste
weg!
Vooral het weer eruit springen
naar de goede kant was dan
moeilijk.
b 4 Eén meisje sprong in de
bocht en was de moeder. Ze
riep: "Alida!"
Een ander meisje sprong er bij:
"Ja, mama."
"Haal een pond suiker." "Stik,
mama." "Wat zeg je daar?"
"Doe het zelf, mama." "O, ik zal
je wel krijgen."
Alida sprong uit de bocht, liep
om een der draaiende meisjes
heen en sprong aan de andere
kant weer in de bocht. De moe
der rende achter haar aan en
moest proberen haar te tikken.
Het ging dan steeds bocht in,
bocht uit.
b 5 Een spel dat net zo verliep
had een andere tekst:
Helder in de kelder, boter bij
de vis.
Kaatje, doe de deur eens
open, kijk eens wie er is.
Er is een oud vrouwte om een
stukje brood.
Geef ze gauw een stukje, an
ders gaat ze dood.
Mevrouw moest dan proberen
Kaatje te tikken.
b 6 Het touw werd niet rondge
draaid maar heen en weer be
wogen. Daarbij werd een
vreemd liedje gezongen, dat ik
jaren later herkende als een ver
bastering uit het Frans.
De mé, de mé, de mè la,
la mesjeu de kropsala,
van je eun deun twa.
Het zal wel een lenteliedje ge
weest zijn:
Le mai, Ie mai, Ie mai est la,
et la, messieurs,
un, deux, trois.
Maar wat is in vredesnaam 'de
kropsla'?
b 7 Was je met veel meisjes dan
deed je 'volgertje'.
In de bocht - één keer springen
- uit de bocht. Bij de volgende
draai van het touw moest dan
een ander meisje springen.
Wie niet - volgt - moet -
achter-aan!
Wie aarzelde, zodat het touw
een lege draai maakte, moest
achter aan de rij gaan staan.
Wie achter het touw bleef haken,
was af en moest draaien.
Ook wie er het laatst bij kwam.
b 8 Ook opA-B-C-D - enz.
deed je volgertje.
b 9 Volgerlje met 2 x een sprong
deed je op het versje
een, twee - kopje thee
drie, vier - glaasje bier
vijf, zes - kurk op de fles
zeven, acht - man op wacht
negen, tien - 'k heb gezien
ellef, twaalf -ambachtsman
dertien, veertien- achteran.
Wie het laatste woord trof,
moest achter de rij aansluiten en
dat was pech want het was juist
zo leuk om de voorste te zijn, zo
dat je laatste van de rij kon krui
sen.
b 10 Wanneer er jongens bij
waren, deed je 'hogertje'.
Eén eind van het touw werd aan
een hekje of i.d. vastgebonden.
Iemand hield het andere uitein
de in de hand, de bocht van het
touw hing nét op de grond. De
anderen sprongen er om beur
ten overheen. Bij elke ronde
werd het touw een handbreedte
ingepalmd, zodat het steeds ho
ger kwam te hangen en het
steeds moeilijker werd om er
overheen te springen. Het was
een spel waarbij je vertrouwen
moest hebben in degene die het
touw vasthield, want wanneer
die het niet liet slippen wanneer
je niet hoog genoeg sprong, dan
maakte je een lelijke smak.
Oe.Q€\
Bij de Put zou Bij de Put niet heten, wanneer er hier vroeger niet een put was geweest. Die echte, originele put is al heel lang
geleden weggeruimd, maar toen Leeuwarden in 1935 het vijfhonderdjarig bestaan kon vieren, vond men het aardig de put tijde
lijk in ere te herstellen. Toen is ook deze foto gemaakt, die daarna als prentbriefkaart in de handel werd gebracht. Wie de me
neer was, die zo fraai met lange pijp poseerde We weten het niet, maar we zullen het nog wel horen, misschien.
hebben ruim achtduizend Friese
vrouwen gelden bijeengezameld
om de jonge koningin Wïlhelmi-
na bij een bezoek aan Leeuwar
den in 1892 een origineel Fries
costuum te kunnen aanbieden.
Het costuum bestond uit een jak
en rok naar oud-Fries model,
gemaakt van licht lila stof en een
witte boezelaar van kant; ook
behoorde er een halsdoek bij.
Tijdens een harddraverij langs
de Marssumerstraatweg liet dé
vorstin zich er voor de eerste
maal in zien. Later, bij een be
zoek aan Leeuwarden in 1905,
toen Wilhelmina vijf en twintig
was, bleek zij het tot verrassing
van het Friese volk nogmaals te
dragen en... het stond haar voor
treffelijk.