DUITSERS OP ZOEK NAAR GEDESERTEERDE OTTO LENK POLITIEK VERDEELD GEZIN MET DRAMA'S GECONFRONTEERD 'TKLEIHE KRANTSJE GEVAARLIJKE SITUATIE llllilll IIMIIIIMi VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 7 Otto Lenk, gedeserteerd uit Hitiers krijgsmacht en onder gedoken in Friesland, vertelt hier verder over zijn beleve nissen - en die van zijn vrouw, die de rol van de on wetende over het lot van haar man moest blijven spe len. In het gezin van de familie Kal- ma te Wanswerd aan de Streek werd ik opgenomen als hoorde ik er bij en daar was ik dankbaar voor. De ondergrondse trans porteerde van ons huis naar hier mijn naaimachine en zo kon ik beter mijn werk doen bij deze kleermaker. Mijn nieuwe baas was opgegroeid in een weeshuis en had daar ook het kleermaken geleerd, maar in die tijd stond de coupe-technische kant van het vak nog in zijn kinderschoenen. Daar had hij veel moeite mee en hij moest zich behelpen met wat er in de vakbladen stond. Hij wist niet waar ik had gewerkt en was eerst zeer terughoudend als ik wel eens opmerkte hoe ik een probleem zou oplossen. Maar dat veranderde toen ik patronen op een stuk papier tekende en op een andere manier werkte als hij gewend was. Hij begon wat vertrouwen in mijn werk te krij gen. Als je de hele dag bij elkaar werkt wordt er wel eens een ge sprek gevoerd. Daarbij bleek dat door verschillen in achtergron den en opvoeding onze zienswij zen niet op dezelfde lijn lagen, maar we hadden hetzelfde eind doel: de bevrijding van de Duit sers. SCHUILPLAATSJE Ik keek om mij heen of ik ergens voor mijzelf een schuilplaatsje kon maken, als het eens nodig zou zijn mij te verbergen. Op de vliering van het huis waar wij werkten, waren met behang be spannen kleerkasten. Toen ont dekte ik een gedeelte tussen twee stukken behang waar ruim te in zat. Daar kon ik desnoods tussen staan. Ik heb van onderaf een stukje tegen de deur losge peuterd en het behang met pu naises aan een latje vastgeprikt. Zo kon ik er tussen kruipen en met de hand van binnenaf het la tje tegen de deur drukken en vasthouden. Van buitenaf was dan niets verdachts te zien. Maar liefst wilde ik iets buiten het huis hebben om in weg te kruipen. Zo was er een gelegen heid om onder het opgeschoven raam van de slaapkamer door aan de achterkant het huis te verlaten. Daar was een strookje grond van een paar meter tot de sloot, waar een dichte haag van vuurdoornstruiken stond. Zo kon je van buitenaf niet zien wat er bij het huis gebeurde. Dat leek me een mooi plekje om er een gat in de grond te graven als schuilplaats. De baas had een oude plank van circa 120 bij 60 cm en die mocht ik wel hebben. Toen ben ik 's avonds na mijn werk aan het graven gegaan. Eerst legde ik de plank op het gras om de maat te bepalen en toen heb ik die er aan graszoden uitgestoken en op de plank ge In Wanswerd aan de Streek werd ik opgenomen en ik was er dankbaar voor. legd. Ik kon zo een diep gat graven waarin ik gehurkt kon zit ten. Ik kreeg daarvoor ook nog een oud tafelkleed. Toen gingen een paar bezemstelen dwars over het gat en de plank met graszoden er overheen. Je kon er niets van zien. Een paar uit geholde vlierboomtakken moes ten er voor zorgen dat ik tussen het gras door kon ademhalen. Als ik in het gat zat, dan gaf me dat een veilig gevoel. Het werd langzamerhand weer winter en dus kouder, maar er was geen brandstof om te sto ken in het potkacheltje in de werkplaats. Maar we konden wel ergens zaagmeel kopen. Het was een experiment om dat aan het branden te krijgen, maar we vonden een oplossing. Op het rooster werd een prop papier gelegd met recht daarop een stok. Daaromheen kwam het zaagmeel, dat goed was aange stampt. Dan werd de stok er voorzichtig uit getrokken en het papier onderin aangestoken. Dat lukte prima; het zaagmeel brandde van binnen uit keurig helemaal op. Op een dag kwam er een kar met schol langs de deuren, maar niemand kocht er van omdat er geen olie was om te bakken. Maar ik zei tegen de dochter Eep: "haal een emmervol vis voor mij, ik zal het wel betalen." Zij zei; "We kunnen ze niet klaar maken." "Ik red me er wel mee," was mijn antwoord. Ze ging en haalde zes scholletjes, tot mijn spijt veel te weinig en intussen was de koop man al verdwenen. Ik maakte de scholletjes klaar en zoutte ze. Toen nam ik een stukje kram- draad en reeg daar de visjes aan. Daarna werden ze in de potkachel boven het zaagmeel- vuur geroosterd. Dat lukte goed. Eep kreeg spijt dat ze niet een emmervol schol had meegeno men. Maar een volgende keer, toen er een andere kans was om wat extra's te krijgen, liet ik er geen gras over groeien en pakte met een toe. Er zwommen een paar eenden achter in de sloot en daar was ook een wilde bij. Ik had altijd wat visgerei bij me en daarmee heb ik vanuit het om- hooggeschoven raam van de slaapkamer de wilde eend ge vangen. Ik plukte en slachtte haar en mevrouw Kalma maakte haar klaar. Zo hadden we eens een lekker hapje. Inmiddels waren de Duitsers naar mij aan het zoeken gegaan. Mijn vrouw schreef alle weken twee brieven en stuurde die naar Finland, zoals we hadden afge sproken. Daarin gaf zij uiting aan haar ongerustheid omdat ze nooit antwoord van mij kreeg. Daar was geen commentaar van de Duitsers op gekomen en toen ging mijn vrouw een poos naar mijn zuster in Den Haag. Haar broer en ook de man van mijn zuster moesten in Duitsland werken en zo zochten ze wat steun bij elkaar. Maar kort daar na kwam er een brief uit Finland voor mijn vrouw en mijn schoon ouders stuurden deze naar Den Haag. Mijn schoonouders wisten nergens van en waren ook on gerust omdat er geen brieven van mij kwamen. De groene Feldpolizei van de Duitsers kwam in Leeuwarden aan de deur en toen er niemand thuis was, gingen ze bij de buren informeren. Die verwezen naar mijn schoonouders, vlak in de buurt. Ze vertelden onbevangen dat mijn vrouw naar haar zuster in Den Haag was en gaven hun het adres. Een paar dagen later kregen ook mijn vrouw en haar zuster de "Grünen" op bezoek om aan de weet te komen waar ik was. Mijn vrouw en zuster begonnen te huilen omdat er nooit bericht van mij uit Finland was gekomen. Ze lieten de brief uit Finland lezen. Die was van een luitenant. Hij troostte mijn vrouw en veronderstelde dat ik in Berlijn te werk was gesteld bij het puinruimen. In de tijd dat ik Berlijn moest passeren, was er een groot bombardement ge weest. Toen waren ook de "Grü nen" begaan met het lot van mijn vrouw en zuster. Ze klopten hun op de schouder en beloof den alles in het werk te zullen stellen om iets van mij te weten te komen. Toen verdwenen ze. BEPROEVING Deze beproeving was dus goed afgelopen, maar nu durfden de vrouwen niet meer in het huis te slapen en gingen 's avonds naar een neef van mijn vrouw en daar sliepen ze in het vervolg, want je kon nooit weten wat hier achter weg kon komen. De broer van mijn vrouw moest in Duitsland, vlak over de grens, met een le- gerbus arbeiders vervoeren en toen hij de kans schoon zag, is hij met de lege bus over de grens naar Nederland gereden en heeft hij de bus ergens onbe heerd laten staan. Bij Deinum, in Friesland dus, is hij als arbeider bij een boer ondergedoken. St. Anna O.Lenk In tijden van komende verkiezingen komt het wel voor, dat we achter de ramen van een en hetzelfde huis verkiezingsbiljetten kunnen aanschouwen van verschillende partijen. Vader is dan bijvoorbeeld een mannetje van de V.V.D. maar moeder kiest partij voor het C.D.A. Ook zal het wel gebeuren, dat al wat oudere kinderen weer een ander biljet voor hun kamerraam hangen van de partij van hun eigen keus. Hoe zullen, zo vraag je je dan wel eens af, de verhoudingen zijn in zo'n politiek ver deeld gezin? Leven de gezinsleden vreedzaam naast elkaar of maken ze elkaar met politieke redetwisten het leven zuur? In een gezelschapje pratend over dergelijke zaken voerde iemand het gesprek in de richting van de donkere oorlogsjaren, toen het moet zijn gebeurd, dat er een bekend gezin in Friesland ook zo politiek verdeeld was wat in dit geval dramatische gevolgen had. De vader, zo werd er verteld, was "goed", maar de moeder was "fout". De vader kreeg een van de beide zoons aan zijn kant; de moeder evenwel kreeg steun van de andere zoon. Dan was er nog een dochter, die eveneens de kant van de foute moeder koos. Hoe dat gezin in dit bezettingsjaren precies gereild en gezeild heeft wist niemand mee te delen, maar wel was bekend, dat beide zoons door de oorlog hun leven verloren. De ene zoon sneuvelde aan het Oostfront, de andere werd doodgeschoten in het ver zet..r...

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1986 | | pagina 7